zaterdag 10 september 2022

We communiceren onszelf helemaal gaar.

 Communiceren, kun je leren. Zo gaat een gezegde. Hoewel ik bij de diverse onderdelen van mijn leven het sterke vermoeden heb dat dat op zijn zachtst gezegd iets té optimistisch is. 
En wat je kan leren, is nog geen garantie op succes.
Want als ik naar mezelf kijk (en dat doe ik, ten slotte is dit een blog over mij en mijn soms wat buitenissige leven en beleven) merk ik dat er op diverse vlakken van mijn leven, er communicatief gezien, nog best wel een en ander te verbeteren valt.
Denk aan de communicatie tussen mij en mijn dochter. Of vrouw. Ik kom er niet mee weg te zeggen dat mannen en vrouwen op heel ander level communiceren. Daarvoor ga ik (zelfkennis) echt te vaak de bocht uit.
Beroepsmatig gaat het ook nog wel eens niet al te handig.
Zo stapte er een passagier de terminal uit, en stapte niet meteen de bus in. Dat kan. Vaak is dat om stiekem of niet stiekem te roken.
Soms verzuchten ze dat ze eindelijk even frisse lucht kunnen ademen. (Ik lach ze dan vriendelijk uit, wijs even naar een vliegtuig motor en meld dat ze een behoorlijk verwrongen beeld van frisse lucht op een luchthaven hebben).
Soms zijn ze gewoon te zenuwachtig en zelfs bang. Kan. Vliegangst is een heel werkelijk iets voor mensen die vliegangst hebben.
Zo ook deze passagier. Stapte buiten, en begon meteen tegen me te ratelen. Eerst over het weer, zonder pauze door naar de neef van de broer van de zus van de oma van de buurman van de achterneef van de directeur van de school van de overbuurjongen die ook wel eens een bus had gereden. Of zo.
Om vervolgens te verzuchten dat er normaal nooit zoveel geratel uitkwam, maar dat het vliegen toch wel eng was.
In de adempauze die de passagier nam, zei ik het volgende: (en dat was mogelijk niet heel slim van me, ondanks dat het wel een kern van waarheid bevat) U hoeft zich geen zorgen te maken, de rit in mijn bus is statistisch gezien onveiliger en gevaarlijker dan heel die vlucht. De adempauze was nu wat langer en ik hoorde de passagier slikken.
En ik bedoelde het echt goed.
Voordat de passagier terug de terminal in kon vluchten, kwam de grond-stewardess melden dat ik kon gaan, dus ik bonjourde de passagier de bus in, en vertrok, voor ik iemand achter moest laten, deels door mijn eigen stomme, doch goed en ter geruststelling bedoelde opmerking.
Of je maakt mensen blij met een nogal dooie mus.
Zo kon het gebeuren dat ik mijn laatste dienst van de week afsloot met een sluit. Dan rij je tot er geen passagiersvliegtuigen meer binnenkomen. Je stekkert eventueel nog wat bussen, en je vertrekt.
Een half uur voor dat vertrek, vertrekt de laatste pendeldienst, die alle schoonmakers nog een lift naar de poort geeft.
Die pendeldienst mag dus een half uur eerder naar huis, en omdat ik nog bezig was met wat rangeerwerk, riep ik goedbedoeld die betreffende collega op, en wenste haar wel thuis en een prettig weekend.
Mezelf niet realiserend (en me dit wél had moeten realiseren) dat de regie ongeveer woorden van dezelfde strekking gebruikt, als we bedankt worden.
Dus de collega helemaal verrukt dat ze naar haar idee zomaar 10 minuten eerder naar huis mocht, bedankte de regie uitvoerig. Ja, en toen moest ik haar dus teleurstellen dat ik het was, die haar uit pure vriendelijke collegialiteit alvast een fijn weekend wenste.
Ik hou ook voortaan gewoon mijn bek maar. Kansloos. Ze nam het gelukkig niet al te zwaar op.

Communiceren doet men ook in het verkeer. Vrijwel altijd non-verbaal. Hoewel mijn pogingen tot verbale communicatie met mensen die het onthutsend bont maken, niet meer op de vingers van heel Nederland te tellen zijn.
Zoals bijvoorbeeld zo'n meneer in een Audi of BMW die bloedirritant dicht achter je gaat zitten, terwijl je zelf al de maximale snelheid ver aan het overschrijden bent, om iemand in te halen.
Ja, of die meneer kan gewoon geen diepte zien en afstand inschatten, en zou derhalve zijn rijbewijs in moeten leveren. Maar meestal is dat gewoon een bewuste keuze. En dus communiceren ze. Bloedasociaal.
En communiceren doet men ook met bijvoorbeeld dat stengeltje links aan het stuur. Waarmee men aangeeft een andere richting op te willen gaan.
Het is geen kwestie van verkeerde bezuiniging bij het automerk dat die meneer in die Audi of BMW dat niet gebruikt. Het zit er heus wel op. Maar dat soort mensen zijn gewoonweg niet in staat om helder te communiceren.
Ja, of ze worden nog asocialer, en menen met hun grote licht te moeten gaan seinen, als je (terwijl je dus al sneller rijdt dan toe is gestaan) niet snel genoeg aan de kant gaat.
Levert bij mij op dat ik van pure schrik en diep onder de indruk van zoveel stoere agressie, per ongeluk mijn rempedaal iets te fors in trap, ik wil ten slotte best plaats maken, maar dat doe ik dan uit veiligheidsoverwegingen achter het voertuig dat ik aan het inhalen was. 
Gelukkig moet ik bekennen: dat gaat steeds beter.
En ook hier ben ik niet altijd de meest heilige man ter aarde, in tegendeel.
Ik reed in het diepe donker naar huis, en het regende. Het regende pijpenstelen.
Geen probleem, licht aan, ruitenwisser aan en gaan.
Ik moet op een gegeven moment een tunnel in. En omdat ik pertinent de pleuris heb aan ruitenwissers die wissen zonder dat er wat te wissen is, schakelde ik mijn ruitenwissers uit. In een tunnel regent het nauwelijks.
En hier, beste dames en heren, kreeg ik een stukje beroepsdeformatie in mijn smoel geslagen waar je U tegen zegt.
Het ding is namelijk dat een bus en een auto, qua dasboard-lay-out nogal verschillen.
Een bus heeft meestal maar 1 hendel, links naast het stuur. En daaraan zit de claxon, de ruitenwisser en de richtingaanwijzer.
Bij mijn auto zit links alle verlichting en rechts de ruitenwisser.
Na een dienst van 9 uur [u voelt hem vast al aankomen] was ik niet meer zo scherp.
Ik knal die tunnel in, en zette mijn ruitenwisser uit. Om er tot mijn grote irritatie achter te komen, dat die ruitenwisser vrolijk door zwiepte, zonder enige nut of noodzaak.
Kak, die auto leidt al zijn eigen leven, moet dit er niet nog eens bijkomen.
Nog maar eens proberen. EIGENWIJZE KUTRUITENWISSER!!!! GA GVD UIT!!!!!!
Inmiddels zag ik in mijn spiegel wél iemand naar mij seinen. Geen idee waarom, want we lagen serieus ver uit elkaar.
Nog maar eens, straks hoeft het niet meer.
Tot ik mij ineens realiseerde dat zo'n Xsara Picasso dan wel de uitstraling van een minibus wil hebben, maar toch echt een heel andere (franse) auto is dan de (chinese) bus waar ik die dag mijn rondjes op had gereden.
Bleek dus dat ik geheel ongewenste communicatie had verricht naar het achterliggende verkeer, omdat ik continu met mijn verlichting aan het hannesen was.
En de achterligger die heel terecht zich afvroeg waar in in godesnaam op dat onzalige tijdstip mee bezig was.
Sorry....

Gelukkig ben ik pas 41 jaar oud, en heb ik nog mijn hele leven voor me om de scherpe randjes van mijn communicatie wat bij te slijpen. Indien ik dit noodzakelijk vind. Want soms is het ook wel lekker om me als een soort van Audi rijder door het leven te begeven.
Hiermee begint dan ook mijn weekend en wens ik eenieder een goede toe.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje vrije herdenkingen.

1 mei geldt als de dag van de arbeid. In de rest van de wereld. De rest van de wereld herdenkt dan het feit dat bedrijven niet kunnen bestaa...