vrijdag 22 maart 2024

Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten.
Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel te grote koffer van een oudere dame (zijn oma?). Bijna beneden gekomen, zag ik hem een traptrede missen, en aanstalten maken om een spectaculaire valpartij te ondernemen.
Hoe hij het deed, weet ik niet, maar het eindigde ermee, dat hij zich op het nippertje aan de trapleuning vast kon grijpen, met zijn benen voorkwam dat die koffer een ravage aan zou richten op het platform alwaar de oudere dame en nog wat mensen stonden.
Toen hij eenmaal stabiel hing, pakte hij die koffer weer op en hipte naar beneden alsof er niks was gebeurd, anders dan wat casual acrobatiek zo halverwege de ochtend. Ik heb hem een applausje gegeven en een "thumbs-up".
Het was een vlucht uit het Midden Oosten, en de passagiers in mijn bus waren allemaal erg vriendelijk. Niet op het eerste moment, vlak na het landen, maar toen ik ze bij de juiste plek in de terminal afzette, heb ik mijn keel schor gekletst, omdat iedereen me een fijne dag toewenste, of een "werk ze", of een gebbetje met me maakte.
Dat overkomt me zelden. Bijna elke vlucht is er op zijn minst wel 1 persoon die me vriendelijk gedag zegt, maar dat alle 44 mensen in mijn bus me vriendelijk gedag zeggen, is een unicum te noemen.
Heel gezellig. Maar mijn keel verklaart me voor gek.

Het pubermeisje, dat met haar ouders en broertje veel en veel te vroeg in mijn bus geparkeerd werd. De catering van het vliegtuig was nog niet klaar, en na twee gezinnen boarden, kwamen ze daar bij de gate ook achter.
Deuren weer dicht, en daar zaten we dan. De regie vroeg me om die mensen dan maar te vermaken, want hij wist het ook niet. Of ik nog een clowns-act in mijn repertoire had.
Vader en zoon, moesten terug naar binnen, want de natuur riep. Geen probleem wat mij betreft.
Het pubermeisje was als een ware puber naast haar moeder neergeploft, en deed ook een soort van poging tot acrobatiek. De handgreep boven haar stoel werd vastgegrepen, en haar beide voeten op de stoel tegenover haar geparkeerd.
Ik besloot het aan te kijken. Enerzijds omdat ik wilde weten of een handgreep (voor de staande reizigers) het volle gewicht van een adolescent kan dragen zonder te breken. En als dat zou breken, zou ik dat om zeer duidelijke redenen niet willen missen. Anderzijds omdat ik wilde weten of moeders haar dochter aan zou spreken over het feit dat je thuis misschien wel met je poten op de bank of stoel mag zitten, maar dat dat in publieke ruimtes toch wat minder sociaal gewenst is.
Beide dingen gebeurden helaas niet. Het vallen niet, maar het toespreken ook niet. Oke, dan doe ik het maar. Ik liep naar het wicht toe, en meldde haar dat een stoel geen voetenbank is, en dat andere mensen ook op een enigszins nette stoel willen zitten.
Haar moeder moest daarom gniffelen, en ik weet niet zo goed of dat was omdat ze het met mijn actie eens was, of omdat ze me uitlachte, maar eerlijk gezegd was voor mij de kous af, want het wicht ging rechtop zitten, met haar voeten daar waar ze horen.

De Scandinaviërs die mij een klein applausje gaven.
We waren koud 20 meter onderweg vanuit het toestel naar de terminal, toen ik een 180 graden draai moest maken. En op zich was er, voor de verandering, best wel genoeg ruimte om die draai te maken. Alleen aan het einde van die draai, zo had ik al gezien, stond een collega, maar ik gokte erop dat ik daar geen last van zou hebben.
Ik draaide dus redelijk nonchalant in, tot ik de 180 graden bereikte, en kwam toen tot de nogal kneuzige conclusie dat ik het geheel veel en veel te optimistisch had ingeschat. Het zal me toch niet gebeuren dat ik met passagiers en al achteruit moet terugsteken omdat ik een bocht totaal verkeerd inschatte? Ik besloot vaart te minderen tot stapvoets, en gewoon maar te zien hoe het uit zou komen. In het uiterste geval zou ik de collega kunnen vragen om een metertje op te schuiven. Daar zou ik al rode konen van schaamte door hebben gekregen, maar alles beter dan schade rijden.
Ik drukte door, en door, en door en de bus van de collega kwam steeds dichterbij. Het werd allengs stiller achter me.
Mijn rechterspiegel kwam angstwekkend dichtbij de linkerachterhoek van de andere bus. Heel erg angstwekkend. En net op het moment dat ik mijn portofoon wilde pakken om toch maar mijn collega te smeken een metertje op te schuiven, zag ik hoe mijn spiegel, met minder dan 1 centimeter tussenruimte (het pdc alarm aan de voorzijde van mijn bus brulde inmiddels van pure doodsangst) langs de andere bus ging, en ik vrij baan had.
Mijn trotse "HA!" kwam er iets te enthousiast uit, maar de passagiers die getuige waren van dit kunststukje milimeter proppen, gaven me een welgemeend applaus.
Ik heb maar niet verteld dat als ik de route iets anders ingeschat had, er helemaal geen zweetmomentjes waren geweest.
Maar hey: ook ik ben maar een mens.

De gigantische groep dames van vermoedelijk 20-30 jaar die uit het toestel van een prijsvechter kwamen.
Allemaal geblondeerd haar, opgespoten lippen, en allemaal behoorlijk geurend. Ze hadden zichzelf niet zozeer besprenkeld met zoete, weeë parfum, ik denk dat ze onder een douche van dat spul zijn gaan staan.
En niet dezelfde geur, nee, allemaal hadden ze zich in een ander parfumbad gedompeld. En al die verschillende geuren, zwaar en wee, vermengden zich in mijn bus tot een gifgasbad die in de loopgraven tijdens de eerste wereldoorlog absoluut tot slachtoffers zou hebben geleid.
Ik snap dat je, als je naar een ander land gaat, om wat voor reden dan ook, een goede indruk wil maken. Maar dat je je geurspoor zó agressief achter wil laten, vind ik verbijsterend.

Het is ieder jaar weer een stress-ellende tot en met. Ik ben als mens gewoon niet toegerust op het doen van belasting-aangifte. We weten ten slotte allemaal wat een frauduleuze bende het daar is, maar o wee als je zelf een klein foutje maakt. Dan gaan ze door tot je zelfmoord pleegt, je kind uit huis geplaatst wordt of dat je een belastingkantoor van een bommetje voorziet. Ilse deed dit soort zaken dan ook altijd naar alle tevredenheid. Al was het maar om te voorkomen dat ik van pure ellende computers, kinderen, katten of tafels door het huis zou smijten.
Dit jaar besloten we het aan de kenners van mijn vakbond over te laten. Ten slotte: die service verlenen ze, dus waarom er niet eens gebruik van maken.
Dat maakte de stress iets minder.
Iets dus.
Want we moesten alsnog zelf allemaal zooi aanleveren. En codes opvragen. En zovoorts.
De afspraak was in het gebouw van het leger des heils in Almere. We werden daar opgewacht door lieve mensen van het leger, en in een apart zaaltje zaten aan tientallen tafels allemaal vriendelijk ogende grijsaards die geen pupillen in hun ogen hadden, maar cijfers.
Allemaal waren ze even droog als grijs.
Het stresslevel steeg binnen 10 minuten tot ongekende hoogten. Ik had er namelijk niet op gerekend dat de site van de belastingdienst er minimaal 30 minuten over zou doen, om de belastingmeneer toegang te geven tot onze "omgeving".  Want zelfs met alle correcte codes en zooi, bleef het systeem hem eruit smijten.
En ik moest de volgende ochtend gewoon vroeg op.
Ik heb mijn BSN wel 40 keer opgenoemd (en 39 keer tikte de lieve man het verkeerd in, en moest hij het corrigeren). Ik denk dat hij na die 40 keer mijn BSN wel kan dromen. Dat hij er nachtmerries van gaat hebben.
We krijgen dus terug. Joechei. En we kregen als tip mee dat we door een paar foefjes, het kindgebondenbudget kunnen aanvragen, zonder risico's om tot fraudeur bestempeld te worden, met alle verstrekkende gevolgen van dien.

Dit geschreven hebbende, heb ik weekend. Ik wens eenieder een beste toe.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...