maandag 29 september 2014

Een veelbewogen taptoe.

Dit is al de derde of vierde keer dat ik een blog schrijf met deze titel. Maar ja. Een taptoe wandelen hoort nu eenmaal bij mijn werk.
Dit jaar was weer iets bijzonders. De Koninklijke Marechaussee bestaat namelijk (evenals het Koninkrijk) 200 jaar. En dus werden er her en der wat laden open getrokken, en kwamen er motoren en paarden te voorschijn.
Ook diverse ceremonieele tenueen, die hoorden bij deze paarden en motoren, werden van stal gehaald.

En het resultaat mocht er wezen: een zogenaamde carrousel van om elkaar heen draaiende motoren en paarden (die in het begin nogal wat spanning hadden. En dit dus op de muziek die wij speelden.
De eerste repetitie van die paarden en motoren ging niet helemaal vlekkeloos: paard 1 gleed een beetje uit, paard 2 kwam zelfs geheel ten val.
Maar uiteindelijk telt het resultaat, en was de show bevredigend te noemen.
Hulde voor mijn collega's en voor de 'paardenmeisjes' en 'motormuizen'. 

Het bleef uiteraard niet bij onze eigen show. We hadden maar liefst 4 items waarin we op kwamen draven, en dat leverde uiteindelijk, zondag middag een ceremonieel tenue op dat stonk als een bunzing die drie dagen dood in de volle zon heeft gelegen. 
Het ruikt nogal, zeg maar.

Tijdens deze taptoe week, waarin we waarschijnlijk gezamenlijk enkele honderden kilometers door de Ahoy hebben gewandeld, gerend, gestrompeld en gestommeld, kwam ik met vriendje Jurgen (1) ergens in een gesprek op het woordje blijmoedig.
De dag erop waren we het alweer vergeten, maar dit tikkende, herinner ik het me weer. Blijmoedig. Ik complimenteerde Jurgen (2) met zijn schijnbare blijmoedigheid. Zeker omdat na 6 dagen onafgebroken in touw zijn voor, door en met collega's een show op de planken te krijgen en te houden,  niet altijd even makkelijk is. Jurgen's (3, ik hou me aan mijn belofte, ik zou Jurgen (4) enkele malen vernoemen in mijn blog) uitstraling kwam mij als blijmoedig voor. En dat vond ik op dat moment (zelf moe en mat zijnde) toch wel opmerkelijk.

Maar uiteindelijk hebben we ons allemaal nogal blijmoedig door de soms best wel pittige week heengeslagen.  En gezellig was het bijna altijd wel. Of het nu in de kleedkamer was, bij een spelletje Jungle Speed tussen de diverse bedrijven door of in het zelf verzonnen café op de kazerne (ik schaam me nog steeds voor het feit dat ik na een bijna struikelpartij een plantenbak tot zitplaats koos), er werd voldoende gelachen.

Opgewekt. Elk jaar weer komen er mensen van stichting zonnebloem of zo. Een heel roedeltje mensen met behoorlijk wat handicaps, die komen genieten van de show die musicerend militair Nederland (en Oman, Belgie, Amerika en Luxemburg) gaven. Mensen die hun feestvreugde niet uiten door te applaudisseren op de meer geeigende momenten, maar gewoon wat klanken voortbrengen, waarvan ik hoop dat het positief bedoeld is. (Overigens viel mij dit jaar een persoon in een rolstoel op. Men had deze man met zijn rug naar het veld gezet. Of dit voor straf was omdat hij te hard loeide, ruftte of boerde, of dat men in de gauwigheid gewoon vergeten was zijn rolstoel goed te zetten, weet ik niet, maar het zag er wat verdrietig uit).
Ze kiezen de momenten vaak wel wat beroerd uit, moet ik zeggen. Net als er een wat intiemer moment is, met wat zachte passages, klinken er vanaf de zijkant scheet geluiden, geloei en gemekker.
Of tijdens het signaal taptoe (dit keer door een collega van de KMKJWF, alle hulde, ik vond dat hij het prachtig speelde), doodse stilte en dan daar dwars doorheen: pffrrrrrrrrrt. En niet zachtjes. Bijna even hard als de trompettist. 
We weten ook allemaal dat deze mensen er niks aan kunnen doen. Ze zijn wat ze zijn, en doen wat ze doen, niet gehinderd door besef van 'hoe het hoort'. Maar dit soort geluiden leidden op het veld wel tot ingehouden hilariteit. We zijn dan inmiddels aan het einde van een pittige week, met veel lopen, veel wachten en veel geleefd worden, dus echt op en top fris en fruitig zijn we niet echt meer.
Dan zie je dus als je goed kijkt wat hoeden, mutsen, helmen en petten ingehouden op en neer schudden van het ingehouden lachen. En als het applaus losbarst, krijgen wij even de gelegenheid om ons ingehouden lachen even hardop te doen.

Anyway: speciale vermelding voor Moniek, die ons leven op de kazerne draaglijk maakte door bier en worst in te kopen. En voor Kobus, die mijn """'solo""" mede mogelijk maakte.
Voor de rest uiteraard mijn collega's en de 'paardenmeisjes' met wie het best goed toeven was deze week. 

Er is vast genoeg te mekkeren op deze editie van de taptoe, waarbij ik toch moet vaststellen dat ik de Ahoy toch wel een van de meest onsympathieke tenten van het land vind.
1,85 rekenen voor een zeer klein plastic bekertje slappe cola, blijf ik ridicuul vinden. En als je bedenkt wat de inkoopsprijs is, zouden ze zich dood moeten schamen dat ze niet minstens 2 keer per dag de toiletten schoonmaken. Ik vermoed dat ze 1 keer per week wel voldoende vonden, want uiteindelijk begonnen er onfrisse zaken op het toilet tot leven te komen.

Maar goed. We hebben het weer overleefd. Komende week eindelijk een (hopelijk blijvende) operatie aan mijn stuitje. Dan ga ik onder volledige narcose. Men schaaft dan met een soortement van kaasrasp alle slechte huid weg tot ze gezonde huid tegenkomen, en als ik dan uit mijn narcose bijkom, mag ik weer naar huis. Met een open wond. Dus. Daar heb ik nu al gruwelijk veel zin in.

Komt goed.
Terug naar het gewone leven. Iets met een studie enzo.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...