zaterdag 23 april 2016

Een hartje onder de riem van mijn voormalige buscollega's en wat belevenissen.



In een inmiddels steeds verder wegglijdend verleden, was ik buschauffeur. Gewoon omdat het me leuk leek om dit naast mijn veelzijdige bestaan als musicus te doen. Punt van geschil tussen mij en Randstad: er is geen plaats voor iemand die in deeltijd wil werken.
Er kwamen nog wel eens posts voorbij, waarin mensen klaagden over niet-zo-communicatieve chauffeurs. Er komen nog wel eens posts voorbij over bussen die te laat waren. Of uitvielen. Of onverhoopt een omweg moesten nemen. Of over chauffeurs die de route nog niet zo goed kenden, en dus verkeerd reden.
En daar werd dan lekker ongenuanceerd over gekankerd.
In relatief korte tijd zijn er in Almere en Tilburg stakingen bij buschauffeurs. Ze hebben geen zin meer in overvallen. Ze hebben geen zin meer in (verbaal) geweld. Beledigingen, bedreigingen, bespugingen.
En terecht.
Wat mij betreft gaan chauffeurs staken, tot de reiziger beseft dat als hij niet als een varken vervoerd wil worden, dat hij zich ook niet als een varken moet gedragen. 
Hoe communicatief kan iemand zijn die om de haverklap bespuugd, beledigd, of overvallen wordt?
En waar zijn al die mensen op het moment dat dat gebeurt? Waarom grijpt niemand in als een chauffeur belaagd wordt? Dan zijn alle kankerpitten muisstil.  Maar wel boos worden als er vertraging ontstaat. Of als de chauffeur het eventjes gehad heeft, en geen goedemorgen meer kan zeggen.
Het wachten is nu op een of andere kamergeleerde die gaat stellen dat er maar fatsoenslessen op de basisschool gegeven moeten worden. Wordt het gebrek aan opvoeding neergelegd bij docenten, die toch al zo veel moeten doen.
Als mensen nu eens wat meer voor elkaar opkomen. En elkaar eens een hand toesteken, in plaats van vanaf de zijlijn gaan kwaken. Scheelt de helft in alle ongemak. In alle onfatsoen.
En in alle oprechtheid: mijn vroegere buscollegae, behoorden tot de leuksten die ik meemaakte. Vrolijke, gezellige mensen. Die heus wel goed konden babbelen. En hun best deden om iedereen zo vlot, veilig en comfortabel mogelijk naar hun bestemming te brengen. Doe het gewoon: babbel er eens mee. Geef ze eens een vriendelijk goedemiddag, ipv een snauw of een spauw. Heus; dat werkt. 



Als je een beetje een kenner bent, dan weet je één ding: blijf uit de vuurlinie. En of dat nu om de dodelijke variant van vuurwapens gaat, of de pijnlijke variant van een trompet of trombone, maakt niet uit. Zorg er gewoon voor dat je op een eerbiedige afstand blijft.

Gisteren speelde ik inmiddels voor de vierde keer een kleine herdenking voor een gevallen wachtmeester. Die stierf in een wanordelijke toestand voor het victoria hotel in Amsterdam. Daar is een monument voor opgericht, en samen met een plaatselijke basisschool verzorgt een kleine ploeg van de KMar voor deze man en zijn nabestaanden een mooie en eervolle herdenking. Dit is klein, want de erewacht bestaat uit twee wachtmeesters, de "paradecommandant" is een opper en dan ben ik er voor het lawaaierige ceremonieel. Gezien de locatie van het monument is dit overigens groot genoeg: op de hoek van het Damrak tegenover het centraal station. En dan moet er nog een flinke klas schoolkinderen bij, hun begeleiders en een paar hele toffe wijkagenten van bureau Amsterdam centrum.
Dit jaar was het een klein beetje anders, en was het voor mij handiger en prettiger om niet rechtstreeks naar Amsterdam te gaan, maar naar de post in IJmuiden, en dan samen met de collega's naar Amsterdam te gaan.
Achterin de boevenbus, samen met de opper was al een belevenis op zich. Lelijke opmerkingen over en weer van voor naar achter. En heerlijk politiek incorrect allemaal. Ik pas daar prima tussen.
Jammer alleen dat de jongens goed voorbereid waren, want toen ik tussen neus en lippen melden dat ze zich moesten voorbereiden op een dienst van anderhalf uur, lachten ze me vierkant uit.

Hoe dan ook; na het kopje koffie en een (indrukwekkend) fotoalbum van de familie van Wachtmeester de Jongh, was het tijd om onze posities rondom het (heeeeeeeeel kleine) monumentje in te nemen. Afgezet met dranghekken ontstond er een pleintje waar met goed fatsoen geen 10 mensen in konden.
En daar werden dus een kleine 30 kinderen in gepropt.
Ik zei nog tegen de schooljuf dat als die kinderen recht voor mijn neus bleven staan, dat het pijn zou gaan doen. Maar dat was tegen dovemansoren. (Een heel letterlijke woordspeling).
De aanwezige militairen werden in de houding gezet, moesten groeten, en toen was het mijn beurt. Signaal Taptoe Infanterie.
Recht in het oor van een meisje, die geheel tegen mijn advies in, gewoon op 10 centimeter van mijn trompet was blijven staan.
Dat deed pijn. En zozeer zelfs, dat de tranen over haar wangen liepen. En het hield ook maar niet op. Telkens als ik even een komma maakte in mijn spel, zag ik haar ontspannen. En door. Hoppa!
Wat had ik een medelijden. Maar ja, werk is werk. En een gesneuvelde collega heeft toch recht op een mooie herdenking.
Ik denk zomaar dat dit meisje later niet thuis zal komen met een trompettist. En dat zal de vader tot grote opluchting stemmen.
Het was weer een mooie dienst. En ik hoop volgend jaar mijn persoonlijke lustrum daar te vieren.

We hebben een voorlopig koopcontract getekend voor een huis.
Dus nu moet ik iedereen ervan overtuigen dat het heus niet zo erg is om een huis te kopen in Almere.
Vooral mezelf. De burgerlijkheid die toesloeg toen ik met de liefde van mijn leven samen ging wonen, dendert voort. Samenwonen, beesten, kind, caravan. En nu dus kopen.
Almere. Mijn schoonouders wonen er, en dat zijn heel erg prima mensen. Almere ligt ook best wel centraal. Das ook handig. Almere is heel modern. Geen eigen cv-ketel meer, maar stadsverwarming. Geen gas, maar elektrisch koken. Er zijn parkjes.
Maar het lijkt een beetje op Weert. Je rijdt erlangs, en dat wil je eigenlijk de rest van je leven zo laten.
Het huis zelf is iets groter dan waar we nu wonen. En het grote voordeel: er is een tuin. Wel twee. Voor en achter. En er zijn 2 verdiepingen. Met wat kamers. En het feit dat de schoonouders er wonen, is ook een hele grote pré, want het is er altijd gezellig.
Enzo.
Ik heb altijd gezegd dat het mij niet zoveel uitmaakt waar ik woon. Ik kan overal wel aarden. Als het huis maar 'thuis' is. En dat zal het ook wel worden. In Almere...
Ik heb het al over leuke fruitboompjes en bramenstruiken voor in de tuin. En een tuinhaard. En misschien wat zonnepanelen op het dak. Een houtkacheltje in de woonkamer.
In Almere.
Los daarvan: ik denk dat het wel echt een heel erg goed huis gaat zijn. Jente kan er met veel meer ruimte opgroeien, en Ilse en ik zullen heel best onze draai vinden en er ons thuis van maken.
Tussen de Vaarten heet de wijk. In Almere. En daar is geen woord aan gelogen, want de wijk ligt tussen twee vaarten. De naamgeving is net zo creatief als het kanaal van Gent naar Terneuzen. Ook dat is een wonder van creatieve onmacht.  En het is natuurlijk een goede investering, want later kunnen we dat huis dan weer verkopen, en gaan rentenieren in Frankrijk of zo.
Als het allemaal lukt (en zelfs ondanks dat het in Almere is, hoop ik daar van ganser harte op), dan vieren we onze 4e kerst samen in Almere. Dat deden we al eerder omdat we vrij vaak naar de schoonouders gaan met kerst, maar misschien nu in ons eigen huisje in Almere.
Verhuizing nummer zoveel.
Komt goed.
 In Almere. 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...