zondag 23 december 2018

Het is zondagochtend, en ik ben door mijn vrouw en Jente (om uiteenlopende en schuldeloze redenen) uit bed gebonjourd.
Ik zit aan mijn koffie, en de eerste peuk zit erin. Langzaam begin ik te ontdooien, en mezelf een heel klein beetje mens te voelen.
Vanuit mijn plek aan tafel heb ik zicht op onze kerstboom.
Onze boom, die ik redelijk casual, zonder al te veel zoekwerk uit de schappen van de plaatselijke grutter heb getrokken. (Die plaatselijke grutter is de Deen. En hulde voor de kerstbomen van de Deen, want het eerste boompje dat ik daar ooit kocht, staat inmiddels 2 jaar later nog steeds levend en gezond in de voortuin. Toch leuk).
Een niet al te hoge boom met een lekker dik buikje. Lijkt op zijn baas dus.
Waar veel mensen enorme bomen in huis halen en strak in het gelid zetten, en het ding op de millimeter nauwkeurig versieren met ballen en andere snuisterijen die voor het betreffende jaar door de commercie als hip zijn bestempeld, staat die van ons er toch wat povertjes bij.
Wat ik me bij aanschaf niet realiseerde: het boompje is zo krom als een banaan. De piek wijst letterlijk 10 uur aan. Om hem nog enigszins recht te zetten, heb ik klosjes onder de emmer geplaatst, en dat heeft in zoverre geholpen dat het nu geen 9 uur meer is dat de piek aanwijst. Of zelfs 8 uur.
Het uiteindelijke optuigen gaat ook zonder militaire precisie. Lichtjes werden er letterlijk in gedrapeerd, en aangezien Jente heel graag haar steentje wilde bijdragen, hangt alle onhippe (want niet door de commercie goedgekeurde kleuren, vormen en snuisterijen) troep er wat maf door elkaar heen in. En de zilveren slinger... Laat ik het erop houden dat die in samenwerking met de boom een eigen leven leidt. Het is bijna griezelig, maar ik zie elke keer als ik naar ons boompje kijk een afwijking in hoe die slinger hangt. Geen grote veranderingen, eerder van die kleine geniepige. Als je niet ff niet kijkt, lijkt die hier een takje lager, en daar een takje hoger te zijn gaan hangen.
Of het is poes Colette die daar een aandeel in heeft, het zou me niet verbazen.
Jente vond het prachtig om de boom samen met papa op te tuigen. En van de week had ze met opa en oma bij een of andere plantengrossier nog een paar geweldig (lelijke) passende paddestoelen van steen uitgezocht. In het rood. Ik vrees dat mijn door jeugdtrauma's verkregen wens tot een zilver versierde kerstboom bij Jente tot een gedwongen stop komt. Jente is veel kleurrijker dan haar vader.
Gelukkig maar.
Het is dan weliswaar een door Fred van Leer afgekeurde, smakeloze boom. Het is wel onze boom. En hij brengt sfeer en gezelligheid mee. En in tegenstelling tot de nu volgende herinnering, staat (letterlijk) het ding zijn mannetje in ons huishouden van lompe huisdieren, en kleine kinderen.

Het was ergens in de jaren 80 van de vorige eeuw. Mijn ouders waren nog net niet zo ongelukkig met elkaar dat ze al aan een echtscheiding dachten, maar het scheelde niet veel. Het scheelde gedurende de eerste 10 jaar van mijn leven continu niet veel, maar dat ter zijde.
Wij gingen kerst vieren in Velp, bij mijn omaatje.
Dat betekende dat wij achterin de Opel Kadett zaten te ruzieen over wie waar moest zitten en waar wiens kont echt niet meer mocht komen, want mijn/haar plek. Als mijn ouders ons geruzie zat waren, gingen alle ramen dicht, en werden er halfzware sigaretten opgestoken. Dat kon toen nog zonder dat de anti-rook-maffia tot veel fysieker moord en doodslag overging. En stil werden we er wel van. Groen ook.
Mijn omaatje (het liefste mens op de wereld, waarvan ik het meest geleerd heb over het leven en over liefde, trouw en menselijkheid, ik mis haar nog dagelijks, want ze was de wijsheid in eigen persoon, ondanks dat ze nooit een universiteit van binnen heeft gezien) woonde in een klein huisje, maar met een voorkamer en een achterkamer. En in die voorkamer werden spelletjes gedaan, daar werd gegeten, daar werd ruzie gemaakt (door mijn ouders, of door mijn zus en mij als het zo uitkwam) en daar werd dus ook de kerstboom opgetuigd. In mijn herinnering veel groter dan die wij nu hebben. En hij werd ook op een hogere plek gezet, namelijk bovenop een bureau.
Dat voorkamertje was bijzonder klein, want er stond een kast, een bureau, een grote fauteuil, een tafel en meerdere stoelen. En als de broers van mijn moeder ook op bezoek kwamen, moesten de tuindeuren open, anders dan raakte de zuurstof echt op. Zeker met twee halfzware shag rokende volwassenen.
Maar goed.
Dat boompje stond trots te pronken op dat bureau. (Het was nog in de tijd dat die ellendige lichtsnoeren nog niet bestonden. Echte kaarsjes waren er, die met de hand in de fik gingen. En wij dus altijd bij de deur zaten, en er minimaal 2 emmers water klaarstonden om eventueel over-enthousiaste kaarsen meteen uit te doven door er een emmer water overheen te flikkeren).
Oma was bezig met de tomatensoep, en mijn moeder snauwde tegen mijn vader dat de boom scheef stond. Ik kan me niet herinneren dat mijn moeder anders dan snauwend tegen mijn vader sprak. (En vice versa, denk ik).
"Die boom staat scheef!!!"
"Die boom staat NIET scheef!!!!"
"Die boom staat WEL scheef, KIJK DAN!!!!"
"OKE!"
Zoiets.
Maar verder gebeurde er op dat moment weinig. Behalve dan dat de sfeer niet best was. Onze hond, en de hond van mijn oma waren al lang en breed naar de achterkamer vertrokken, en zus en ik hielden ons koest.
Oma kwam binnen met de tomatensoep. Ik kan me niet herinneren of het zelfgemaakte was, of van unox, wél kan ik me herinneren dat het prima soep was.
En met haar persoonlijkheid wist ze elke sfeer te verbeteren. Of die nu goed of slecht was, als mijn oma binnen kwam, was het altijd fijn.
Anyway. Lekker, soep! En er begon een onverdroten geschuif van mijn bord naar mijn mond.
Zonder enige waarschuwing vooraf: RUIUIUIIIIISSSS-VLEDDER!!!! RINKEL!!!! Daar donderde de boom, met versiering en al, over mijn vaders nek, op tafel. In zijn en in elk geval ook in mijn soep. Goddank hadden we de kaarsen nog niet aangestoken, anders was het hele huis in een voortijdige crematie voor alle betrokkenen veranderd.
Mijn moeder begon te juichen:"Hebben we toch nog ballen in de soep". Nu, 30 jaar later denk ik dat dat niet zozeer humor was omdat de situatie nu eenmaal heel erg "mister Bean" was, maar meer omdat ze gelijk had: die verrekte kutboom stond gewoon scheef.
Dat maakte de sfeer, in elk geval tijdelijk niet veel beter.
Gelukkig kon oma er ook hartelijk om lachen (ze had een ijzersterk gevoel voor humor. En kon gruwelijk goed relativeren. Ze maakte twee wereldoorlogen mee, ze verstopte Joden in haar huis, terwijl haar buren ingekwartierde SS'ers hadden, hoezo is een omvallende kerstboom een probleem?). En wij, nadat we van de eerste schrik bekomen waren, ook.
De mooiste herinnering wat kerst betreft, ligt ook in Velp. Om de een of andere reden was kerst in Velp ook altijd wit. Er lag altijd sneeuw. En dan gingen we met Oma de bossen in. Lekker dik aangekleed, knerpende sneeuw onder onze voeten, en dan de onvermoeibaarheid waarmee onze oma kilometers aflegde (ze moet toen al in de 80 zijn geweest) en de schier onuitputtelijke voorraad aan sprookjes en verhalen die ze tijdens die wandelingen wist te vertellen.
Heerlijk.

In mijn eigen huisje staat de kerstboom om bovenstaande reden ver verwijderd van tafel (zelfs als de zwaartekracht het ding niet omver krijgt, hebben we 2 lompe katten en een Jente die op hun tijd hun best doen om dit te doen gebeuren). Ik heb er namelijk een hekel aan om tijdens het eten gestoord te worden door vallende dingen in het algemeen en vallende kerstbomen in het bijzonder. Zeker als die in mijn eten terecht komen. Weinig zo smakeloos en vies als een verpletterde kerstbal die je tussen je liflafjes vandaan moet peuteren. Om nog maar te zwijgen van een paar dennennaalden die in de whiskey-bavarois zijn beland, en het geheel totaal oneetbaar maken.
En ook zijn wij met de moderne tijd meegegaan, en hebben ledlampjes in de boom, in plaats van kaarsen.
Tussen kaarsen en led, zaten nog die elektrische lampjes die om wat voor reden dan ook, en zelfs als je ze bijzonder netjes oprolde, toch elk jaar weer tot hysterische wanhoop leidde als je ze moest ontwarren om ze netjes in de boom te draperen. En als er één kapot was, moest je ze allemaal testen omdat, als er één kapot was, het hele snoer het niet deed. De hel dus.
De nu aanwezige ledjes hebben in elk geval het knoop-probleem niet (of Ilse beschikt over meer geduld dan ik, dat zou kunnen, in theorie), en dat maakt het toch een stuk vreedzamer allemaal.

Ik wil mijn trouwe lezers bedanken voor hun interesse. Van sommigen weet ik dat ze mijn blogjes als tijdverdrijf op het toilet gebruiken. Maar het blijft soms verrassend uit welke hoek de reacties komen. Van mensen van wie ik dacht dat ze überhaupt niet kunnen lezen, tot mensen die ik nauwelijks ken, die ineens tegen me beginnen te praten over mijn schrijfsels.
Vind ik leuk.
Ik wens jullie allen een mooi kerstfeest. En mocht ik tussen nu en 2019 geen kans meer zien om wat gekkigheid uit te tikken ook alvast een prettige jaarwisseling. Een gelukkig nieuwjaar wensen doe ik in de volgende blog weer.

Bye Bye beauties and beasts. 








Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...