donderdag 23 april 2015

Geen muizenissen maar poezenissen.

De wervende tekst die het dierenasiel in Ede bij kater Claus zette, was uiteraard een tekst om ervoor te zorgen dat Claus in het zonnetje gezet werd. Het was een vriendelijke kater, die zijn eerste levensjaren zijn kostje op een camping bij elkaar scharrelde.

En dat klopte. Hij scharrelde zijn eten bij elkaar door bij campinggasten te schooien. Dit doet hij thuis nog steeds, zeker als wij vis op het menu hebben. Hij is er dan als de kippen bij om eventueel wat lekkernijen in ontvangst te nemen.
En als hij denkt dat zijn aanwezigheid alleen niet voldoende is, dan gaat hij op zijn achterpoten staan, en tikt met zijn voorpootjes vriendelijk, doch dringend, op mijn been, om te laten merken dat hij ook wel wat blieft. Dit doet hij uiterst vriendelijk spinnend, en soms zelfs heel innemend de kwekken of te mauwen.

Toen ik nog in Ede woonde, had ik Claus net even te kort in huis, dus ik kon hem niet buiten laten. In Tiel, was het geen kwestie van willen, maar meer van kunnen. Mensen in Tiel zijn aardig, maar ze rijden als malloten, zonder enige consideratie met hun schokbrekers, vering, ophanging en carterpan, remden ze niet af voor de drempel voor ons huis, en dat maakte het voor onze harige huisgenoten bijna onmogelijk om veilig buiten te spelen. (Laat staan voor onze dochter, maar gelukkig we wonen niet meer in Tiel, dus dat is geen probleem). Het laatste wat ik wil, is dat ik voor mijn voordeur een uitgesmeerde poes of kat van de weg kan schrapen, omdat een of andere malloot met 80 kilometer per uur door een 30 kilometer zone wenst te scheuren.
Inmiddels wonen we in het pittoreske Rotterdam, en we hebben uiteindelijk maar besloten om kater Claus en poes Colette (door ons vaak liefdevol, maar bijna even vaak zeer streng Kotelet genoemd) maar de vrijheid te geven. Kattenluikje in de deur, en gaan maar.
Want ondanks dat wij met veel plezier in ons huisje wonen: 55 meter2 is toch wat krap voor 3 mensen en twee poezen.

De eerste keren was het toch wel met angst en beven. Zouden ze verdwalen? Zouden ze terugkomen. Zouden ze... Etc.
We maakten ons zorgen om niks. Colette kiest ervoor om kleine rondjes in de buurt te doen. Colette is de meest sociale van de twee. En vindt het heerlijk om af en toe bij de buurvrouw te buurten. Even op het grasveldje te kijken naar spelende kinderen, (die ze toch nog best spannend vindt) naar vogeltjes (die reiger durft ze niet aan, en dat is maar goed ook, want voor mijn geestesoog zie ik een reiger opstijgen met onze Colette in zijn bek) kijken en lekker in het zonnetje zitten.
Claus echter, maakt enorme rondes. Zodra het luikje opengaat (we kiezen ervoor om de beesten in de nacht zoveel mogelijk binnen te hebben) vertrekt heer Claus en komt pas uren later weer thuis. Heel soms komt hij tussen de middag even een korte siesta houden op ons bed, even uitrusten van alle activiteiten die hij buitenshuis meent te moeten/kunnen/mogen ontplooien.

Een week of twee geleden ontdekten wij een forse ontsteking onder zijn kin. Een hele dikke bult, onder een klein wondje. En dit te midden van een grote, kale plek. Toen die wond wat rustiger werd, ontdekten we op zijn kop eenzelfde soort wond. Ook ontstoken. En viel ons ook op dat zijn oor telkens wat kleiner lijkt te worden.
Dus toch maar eens met vriendje Claus naar de dierenarts. Ik weet uit ervaring dat Claus op zich hééél beperkt zijn medewerking verleent aan dit soort bezoeken. En uitgesloten van die medewerking is zijn reismand (hij heeft al een gesloopte reismand op zijn kerfstok). Om hem enigszins soepel erin te krijgen, moet ik dat ding open in de kamer zetten. Dan een uurtje doen of er niks aan de hand is (kattenluikje blijft dicht) en dan, als hij lekker op de bank ligt te soezen, hem ineens bij zijn nekvel grijpen, hem in de reismand laten zakken en als de sodemieter dat deksel erop (ja, zelfs als ik daarbij dat deksel op zijn hoofd moet drukken, want anders gebruikt hij nagels en snelheid om eruit te schieten).
Verontwaardigd mauwend zit hij de reis uit. En verontwaardigd mauwend zit hij in de wachtkamer bij de dierenarts. Een nieuwsgierige, jonge Akita die iets te veel interesse toont, krijgt door de tralies een klap van Claus.
Als het zijn beurt is, wil hij best even, onder protest, zich laten bevoelen en bekijken door de dame of heer arts. 10 minuten. Dat is de max. Daarna probeert hij te vluchten. Zijn gemauw gaat over in een onheilsspellend gegrom, en dat is eigenlijk het moment dat de dierenarts, de assistente en ik dikke leren handschoenen en malienkolders aan moeten, want nog geen minuut nadat het gegrom begon, gaat hij over tot drieste daden. Hij heeft er genoeg van, en wil weg. NU!!!!!
Zelfs met zijn nekvel ferm tussen mijn vingers (waarmee ik dus de urban legend wil ontkrachten dat katten die je bij hun nekvel pakt, "verlamd" zouden zijn) is hij in staat om de nagels van zijn achterpoten meedogenloos in mijn hand te zetten.
Met als gevolg dat de assistente hem net zo meedogenloos in een doek rolde, terwijl ik mijn handen met jodium moest ontsmetten.
Claus en ik hebben elkaar de rest van de dag niet aangekeken.

Het blijkt dat Claus helemaal zo'n vriendelijke kater niet is, want al die wonden komen van vechtpartijen. En volgens de dierenarts, zijn het wonden van vechtpartijen die redelijk onbeslist zijn. Dus ergens loopt er een kater rond met dezelfde of erger verwondingen.
Hij is een behoorlijk dominant beest, en er wonen nogal wat poezen en katers bij ons in de buurt.

Toch zou ik mijn vriendje Claus niet meer willen missen. Zo wild als hij buiten is, zo vriendelijk en rustig is hij binnen. Claus heeft ook veel minder de neiging om rebels te doen sinds Jente er is. Colette daarentegen is veel rebelser. Blijkbaar toch wat jaloerser aangelegd. Aan de andere kant, is Colette weer wat socialer, en komt vaak om een knuffel, en om aandacht dan Claus.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...