vrijdag 18 september 2015

Haastige poep is zelden goed.

Ik denk dat het fenomeen haasten vandaag een geheel nieuwe dimensie heeft gekregen.
Vanmorgen al vroeg vanuit de schoonouderlijke residentie naar Apeldoorn gereden. Want daar was een herdenking alwaar we Poolse, Britse en Nederlandse helden gingen eren.
So far so good.
We stonden opgesteld om af te marcheren naar het monument, toen er in de onderste regionen van mijn darmen iets vreselijk begon pijn te doen. Komaan, dacht ik nog bij mezelf. Gewoon negeren. Niet aan denken.
Maar het rare is: als je tegen jezelf zegt dat je ergens niet aan moet denken, dan denk je dus de hele tijd dat je niet moet denken aan wat het ook is waar je niet aan moet denken.
Normaal gesproken ben ik niet zo van het faken en het weglaten, maar in dit geval stroomde het zweet van het niet nadenken over mijn wangen, en kreeg ik het niet voor elkaar om alle stemmige koralen mee te spelen. Ik was een beetje bang, dat wat het ook was dat er zich in mijn darmen ophield, er een goede reden in zou zien om toch al te veel haast te maken met het verlaten van mijn lijf. En ik ben dan wel weer koppig genoeg om te blijven staan. Ik moest dat signaal spelen, en daarmee was voor mij de kous af.
Na mijn signaal (serieus alle zeilen moeten bijzetten om de poorten van de hel gesloten te houden) moesten er nog een boel koralen gespeeld worden. Het ging steeds minder lekker. Steeds meer kreeg ik een vluchtdrang. Wegrennen, in blinde paniek, al poep spuitend als een kip zonder kop op zoek naar het dichtst bijzijnde toilet. Na het laatste koraaltje wilde onze dirigent ons keurig afmarcheren, en hij begon met zeggen dat mijn signaal mooi was. Waarop ik nog maar 1 antwoord kon geven: fijn zo: wegwezen nu want ik moet als een gek naar het toilet, ik voel me niet zo lekker!!! Maak haast alsjeblieft.
 En toen werd ik door Paul afgevoerd naar t toilet. Wat het ook was dat me dwarszat, het had zeer grote haast om me te verlaten. Want ik had nauwelijks tijd om jas en pet uit te doen op het toilet. Kantje boord.
Technisch gezien is dit dan dus de eerste keer dat ik ben uitgestapt tijdens een dienst, want we waren nog niet afgemarcheerd.
Toen ik eindelijk klaar was, en naar huis ging, merkte ik dat er een soort van splitsing ontstaan was, want de aandrang werd weer groot er was toch iets geniepigs achtergebleven. En weer pijnlijk. Ik denk dat ik gisteravond toch iets gegeten heb, dat niet helemaal goed correspondeerde met mijn darmstelsel. Het gaspedaal ging telkens iets dieper, en mijn gemopper op trage weggebruikers werd allengs heftiger. Uiteraard dom, want niemand die wist in welke pijn ik verkeerde. Zo tegen de tijd dat ik Rotterdam bereikt had, stond het zweet me wederom duimendik op mijn voorhoofd, en ik was nog niet thuis, of ik moest alles uit mijn handen laten vallen om nog op tijd in goede orde het toilet te bereiken.
En nu zit ik, tussen het toiletteren door, deze blog te tikken. Leerlingen heb ik maar afgebeld, want om nu om de haverklap naar het toilet te moeten, terwijl ik uitleg wil geven, zal voor niemand erg bevorderlijk zijn.

 Er is tijd van komen en van gaan.
Een aantal jaar geleden kwam ik in het bezit van een Olds Ambassador cornet. (Een cornet, voor de onkundige lezer, is een soort van trompet, maar dat klinkt wat wolliger, wat """beschaafder"'''' dan trompet).
Een paar keer per jaar haalde ik het ding uit de kast, want dan werd er om gevraagd. Maar de laatste twee jaar eigenlijk niet meer. Ik heb er eerlijk gezegd ook geen lol in. Cornet spelen. Het is niet echt een ding voor mij. En derhalve ken ik dus talloze mensen die dat vele malen beter kunnen dan ik. Zowel in de brassband scene als ver daar buiten.
Dus was het vandaag, na wat over en weer gemail, tijd om te gaan. Mijn cornet is in handen gekomen van een fanatieke en serieuze amateurmuzikant die er moeite in wil gaan steken om het ding te leren beheersen. Toch met wat weemoed afscheid genomen van het apparaat, want een van je kindjes loslaten is niet makkelijk, heb ik gemerkt.
Maar ja... Het is een cornet.

Ik was dus gisteren met vrouw en kind bij de schoonouders. Dat is maar een deel van het verhaal. Want voor het eerst sinds mijn eindexamen heb ik gisteren een concert gespeeld met orgel. Als solist dus, zeg maar. En wat was dat gaaf zeg. We hadden een heel erg afwisselend programma samengesteld. Van Torelli, via Mouret, Langlais en Arutunian naar Saint Saens, Tomasi, Snedecor en Peter Eben.
Veelal hele zware muziek. Zwaar om te spelen, maar in sommige gevallen ook niet al te licht verteerbare kost.
Met name de muziek van Peter Eben was blijkbaar erg lastig in het gehoor liggend. Om mijn lieftallige eega te quoten:"Het was vreselijk, ik zat met samengeknepen billen te luisteren, in de vaste overtuiging dat iemand van jullie zijn voortekens was vergeten".
Maar ja, zoals het klonk, staat het er ook. Dissonanten tot en met. Melodieën die haaks op elkaar staan, en dwars door- en over elkaar heen gaan.
Voor ons was het gewoon goed opletten, en vooral genieten van dat wat we deden, wij waren er al aan gewend door de repetities.
We hadden lol. Lol in de repetities, lol in het concert. Maar ik moet heel eerlijk bekennen: wat was het eng ook. Voor het eerst in ruim 8 jaar weer eens als solist spelen.
Over poepen gesproken: ik deed het zevenkleurig van de zenuwen. Geef mij een orkest, een band of een sectie, en ik weet dat we samen muziekmaken. Ik kan me dienstbaar opstellen aan het collectief. Maar zo in mijn eenzame eentje, met de billen bloot (om maar eens, gezien de huidige toestand, een toepasselijk gezegde aan te halen), ik vind het doodeng. En vroeg me meer dan eens af, of ik dit nu leuk moest vinden. Met regelmaat een rokertje opsteken, vele slokjes water tegen de uitgedroogde mond, gekke opmerkingen makend tegen eenieder en vooral mijn vrouw. Het gebeurde allemaal. Ik hield er zelfs al rekening mee dat ik totaal zou falen, en van schaamte door de kerkvloer zou zakken.
Ik kan mezelf dus zeker niet vrijpleiten van een zekere hoeveelheid dramaqueen-gedrag.
Terwijl het in feite nergens goed voor was, want we hadden ons terdege voorbereid. Ik kon het hele programma goed spelen, en had nog over voor de last-minute wijzigingen die we moesten maken.
Het in niet-zo-heel-erg-grote-getalen-toegestroomde publiek (er zaten 30 man in de zaal, van wie er zeker 10 bij de kerk hoorden) was enthousiast, en kwam zelfs na afloop nog even op ons toe om ons te complimenteren.
Met een veel grotere grijns dan voor het concert, nam ik afscheid. Wat was dat gaaf. Wat was het leuk om weer eens een heel ander soort muziek te maken. Om mensen te laten schrikken. Om ze in slaap te sussen, om ze heel andere dingen dan het geijkte te laten horen.
En waanzinnig om weer te ervaren dat zo'n groot orgel zo geniaal kan mengen met zo'n kleine trompet.
Toen we klaar waren, en alles viel zo lekker op zijn plekje, was ik de zenuwen, de angst van te voren totaal vergeten.
Onderstaand een klein iphone filmpje. Een sfeerimpressietje van hoe het eruit zag, en hoe het klonk. Een stukje Mouret.
 KLIK HIER

Ik ga vandaag de rest van de dag maar vasten. Even mijn buik tot rust laten komen. Want heel charmant voelde ik me niet, toen ik werd weggesleurd. Dus even een dagje minder eten, zal vast de boel goed doen.

Volgende week staat in het teken van de taptoe. En voor het eerst in mijn leven kan ik zeggen: ik ga fietsend naar mijn werk. En ja, dat ga ik ook echt doen. Tenzij het regent. Dan doe ik dat natuurlijk niet.
Fijn weekend allemaal!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...