zondag 17 januari 2016

Einde van een tijdperkje.

Het was maart 2012. Ik zat midden in de "grande finale" die de kanker voor mijn moeder in petto had. En naast de taken die dat met zich meebracht, moest ik gewoon zoals ieder mens werken om de kachel te laten roken.
Vriendje Mattie vond al een poosje dat ik mee moest naar Frankrijk, met DSWO. Een projectorkest. Gewoon voor de lol. Eventjes wat ontspannen.
Heel even spande het erom of ik meekon, want kanker houdt helaas geen rekening met andere plannen, maar moeders stierf keurig netjes op tijd, en ik kon tussen het afwikkelen van de "nalatenschap" door mee naar Frankrijk.
De "opbrengst" van een klein toerneetje: een vriendin-die-vrouw-werd. Een caravan. Een kind. Wonen in Rotterdam.
De  "opbrengst" van een klein toerneetje: een boel leuke contacten, nieuwe vrienden voor het leven.

Fast Forward naar 2016.

Ik heb gisteren mijn laatste concert voor dit orkest gespeeld.
De rek was er een beetje uit.
Los van het feit dat ik nu een brave burger met gezin ben (en dus met dat gezin ook wel eens op vakantie wil) wilde ik eigenlijk op vakantie niet iets doen dat ik door het jaar heen (in de regel betaald) ook al doe.
Voorafgaand aan dit concert werd de vraag gesteld of er iemand zo gek wilde zijn om een oude Amerikaanse slee naar het concert te brengen. Verdere info ontbrak, maar gezien mijn voorliefde voor rijden, oude auto's, grote auto's en gekkigheid, zal het de lezer niet verbazen dat de gek "ikke!" riep.
Dus zaterdag in alle vroegte op (dat lag meer aan Jente dan aan het tijdstip waarop ik werkelijk de auto moest halen) en naar Zeeland. Dat ligt bij Uden, en dat ligt weer min of meer bij Oss, en dat ligt weer op steenworp afstand van Heesch, alwaar mensen het leuk vinden om dooie varkens op te hangen om aan te geven dat ze het ergens niet mee eens zijn. Hoe dan ook: ik verkeerde in de veronderstelling dat ik een knalroze Chevrolet pick-up op zou halen. Die afgang bleef me bespaard. Het bleek om een reclame-auto te gaan voor een stichting die zich inzet voor geld voor onderzoek naar vrouwen-kanker. Levensgrote tekst op die auto: STRIJD MEE TEGEN VROUWENKANKER.
En dan een wat massieve kerel achter het stuur... Tijdens het rijden (het was koud, en op plekken verraderlijk glad) bedacht ik me dat het best lullig zou zijn als ik met die strijdkreet van de weg zou glibberen en die auto finaal in de prak zou rijden. Dan krijg je wel heel rare foto's in de krant.

Het was hoe dan ook wel een belevenis. Ik kreeg bij de garage een beknopte uitleg over de auto, en loos kon ik gaan. Helaas ging de uitleg niet zover dat ze me vertelden waar de ruitensproeier zit (erg lastig, als er pekel gestrooid wordt). Maar dat was maar een detail. Automaat rijden is heerlijk, en het deinen van de auto was niet zozeer het gevolg van comfortabele franse vering, maar gewoon omdat het een oude amerikaan is.
Geweldig hoezeer die auto het geluid van een ronkende V8 weet te produceren. Je denkt dat er een tank door de straat komt, maar het blijkt om een uit de kluiten gewassen SUV te gaan. Die dan weliswaar zeer machtig klinkt, maar als het op presteren aankomt.... Het machtige geluid ten spijt, echt gang maken, ho maar. Wel leuk om dat dan even in een tunnel te doen. Even het gas open. De brullende V8 laat de lucht zover vibreren dat je het in je botten voelt, en het er gewoon heerlijk warm van krijgt.
En dat was geen overbodige luxe, want de verwarming deed het gewoon niet. Lucht pompen wél, maar geen warme lucht. Toch jammer, want ik had er niet aan gedacht om een muts, sjaal en handschoenen mee te nemen. Om maar te zwijgen van de ijzig koude toeters die achter uit de bak kwamen.
Spiegels verstellen? Waarom zou je in je spiegels willen kijken? Die auto is zo intimiderend groot, dat als je richting aangeeft, alles en iedereen in grote paniek aan de kant gaat.
Stuurbekrachtiging, zó soepel dat je moet oppassen dat je niet gaat glijden over de (overigens heerlijk zittende, maar uit 1 stuk bestaande, lederen) bank.
Tanken kon niet in Barneveld. Want in dorpen is het vaak verboden om gas te leveren, in verband met ontploffingsgevaar. Dus uiteindelijk ergens langs de snelweg niet minder dan 60 liter gas erin gegooid. Hoewel... Ik heb dus nog nooit van mijn leven gas getankt, en op het moment dat ik stil kwam te staan bij de pomp, brak het zweet me uit. De eigenaar had wel gezegd waar ik de tankdop kon vinden, maar ik was het glad vergeten. Daar sta je dan. Met te weinig gas, en geen flauw benul waar ik moest wezen om hem af te vullen. Tot ik een snuiter met een wel heel erg verfrommeld kenteken zag langsrijden. KABAMMM!!!! De kennis sloeg ineens weer in als een bom. Het kenteken achter was een klepje, en daarachter zat de vulnippel. Overigens voor een first-timer nog onhandig, want ik moest die klep dus omlaag houden, en vervolgens met 1 hand proberen die slang aan te sluiten. En maar pielen met die hendel die eraan zit. Naar voren paste niet, naar achter wilde niet, ondanks mijn verwoede pogingen. En op zich werd het ook niet warmer, zo buiten in de kou. Uiteindelijk ben ik er in geslaagd om de auto af te tanken, zonder te vergeten die slang weer los te koppelen.
Overigens kreeg ik van meerdere mensen te horen dat er achter staan als ik opstart in elk geval voor de fijnbesnaarde ruiker niet echt genoeglijk was. Zo'n oude auto schijnt best behoorlijk te meuren.
Gelukkig was de auto niet echt snel te noemen, want ik vergat heel de tijd dat de snelheidsmeter in mijlen was aangegeven. 100 mijl had ik niet durven rijden met het ding, want dan zou ik waarschijnlijk de uitlaat naar achterliggers geschoten hebben, maar 50 mijl is ongeveer 80 kilometer per uur, en dat vond ik snel zat.
Uiteindelijk kwam ik om 0100 na het concert thuis, en hoop nu dat het inrij-verbod voor klassieke auto's nog niet voor mijn wijk geldt, anders krijgt de eigenaar een bijzondere prent van de gemeente Rotterdam.
Vanmorgen moest die auto terug, en zouden we doorgaan bij vriendjes op kraamvisite. Helaas: Jente niet lekker, ik niet lekker en Ilse ook niet op haar allerbest.

Maar ik heb met volle teugen genoten van het rijden in die slee, en onderweg ook best wel wat duimpjes gekregen. (En bij een tankstation een wat geirriteerde sukkel in een suzuki alto die er niet snel genoeg langs kon, maar ja...).

In de tussenliggende 4 jaar, heb ik met het orkest op bijzondere en prachtige locaties mogen spelen. Niet altijd even geschikte locaties (ik kan me een "theater" herinneren dat zó laag was, dat de spots op 4 centimeter van mijn hoofd stond, en het geluid een soort van killer-beam werd, en een zaaltje waar het orkest niet met goed fatsoen in kon, maar dat toch deed, waardoor de off-stage partij een soort van prijsschieten op het publiek werd) maar toch, hele toffe concerten.
Mijn standaard ochtend-zin tegen verfomfaaide dames:"Joh, ga je gezicht strijken". Net als ze uit hun tent gekropen kwamen. En de eieren met spek en brie voor het ontbijt (zo rond kwart voor 1 in de middag).
Of een Michiel die ondanks het feit dat hij allergisch is voor schaaldieren, manhaftig mee-at van de paella en toen vervolgens tijdens het concert de bugel van Geerhard volblafte met braaksel, om pas daarna het podium af te stormen naar het toilet. Ons achterlatend met een zure meur, en een bugel vol brokjes.

Het is mooi geweest, en tot mijn genoegen kan ik zeggen: er zat zoveel kwaliteit in het orkest dat ik heel regelmatig de meesten nog wel zal zien om te snabbelen of om gezellig mee te doen.

Op naar de zomer 2016. Eens kijken wat dat brengt.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Worstenman, vrije dag en groene vingers.

Die titel klinkt als een clickbait. Want raar. Maar ja, verwacht u iets anders? De paasdagen komen er weer aan, en wederom ben ik glad verge...