woensdag 6 juni 2018

Mijn dochter en mijn tweede beroep

Flashback:
Ik was een jaar of 5-6, en ik kreeg mijn hoogslaper. Een blankhouten ding van ettelijke duizenden kilo's want "massief" hout.
Het duurde een halve dag om het ding in elkaar te zetten, want ik geloof niet dat mijn beide ouders gezegend waren/zijn met twee voor dat soort zaken goed functionerende handen.
Of er heel erg bij gesakkerd en gevloekt werd, kan ik me niet herinneren.
Hoe dan ook: het bed stond, en het nieuwe matras mocht erin.
Het nieuwe matras mocht erin, en het paste niet.
En toen werd er wel gesakkerd, want dat betekende dat er weer een rit naar Maastricht nodig was om de juiste maat te halen.
Dat blijkt dan een standaard maat te zijn, en omdat er 2 standaard maten zijn, is het handig om te weten welke standaard maat je hebt, anders slaap je standaard op een te klein of te groot matras, wat standaard zou zorgen voor nare nachten.
Hoe dan ook: er kwam een nieuw matras, en ik heb mijn hele jeugd op dat bed geslapen. Het was namelijk een standaard 1 persoons matras, in een standaard 1 persoons maat, ik was niet de langste, en omdat er geen geld was, had ik geen behoefte aan een ander bed.

Fast Forward naar 2018.
Jente is 3 en is inmiddels begonnen aan bed nummer 3.
Haar eerste bed was een in hoogte verstelbaar ledikant. Daar zou ze nu uitgegroeid zijn, maar omdat wij dat voor wilden zijn, kochten we een peuterbed voor haar.
Een standaard peutermaatje.
Een ikea bed, dus licht en door ons (wij zijn inmiddels kampioen ruzie-loos ikea meubelen in elkaar zetten) snel in elkaar gezet. Licht, want gemaakt van mdf panelen.
Die mdf panelen hebben een groot voordeel: het is makkelijk, en goedkoop. Waardoor het bed niet al te prijzig is.
Het nadeel is: het is niet bepaald bestand tegen de manoeuvres die Ilse en ik er soms mee uithaalden. (In geval van logees werd er nog al eens gesleept met dat bed, en dat ging niet bepaald subtiel).
Dus bij een van die gelegenheden gaf dit sneue mdf-meubel definitief de geest, door bij alle schroeven uit te scheuren, waarbij Ilse nog net niet op haar smoel ging.
Gelukkig hadden we reeds een bed gekocht dat een standaard maat had. Een hoogslaper. (l'histoire se répète, zeggen de Fransen dan).
Dit bed is door Ilse zelf, zonder mijn hulp in elkaar gezet. (Ook van MDF, dus inmiddels heb ik de eerste verstevigingen aan moeten brengen).
Een geweldig bed, voorzien van een trapje om omhoog te klimmen, een rekje tegen het uit bed vallen en een heuse glijbaan om 's ochtends opgewekt kirrend en giebelend naar beneden te glijden.
(Dit glijden eindigt in de regel in een huilbui, want vanwege het formaat kamer en formaat bed, eindigt het einde van de glijbaan net even iets te kort op de muur. Omdat wij doorgaans slapen als Jente wil stunten, weten we het niet zeker, maar we geloven dat ze dan telkens met haar smoel tegen de muur landt).
Alleen...
De geschiedenis herhaalt zich, want van alle reserve-matrassen die Ilse gespaard heeft, bleek er niet één fatsoenlijk te passen.
Goed, dat hebben we tijdelijk opgelost door naast een van de niet passende matrassen, tijdelijk een deken te proppen.
Bij ons geen gesakker, gemopper of gedoe.
Maar inmiddels hebben we wel een passend matras gehaald in de standaard maat die blijkbaar op zo'n bed hoort.
En met dat matras kan ze een 25 jaar doen, want er zit 25 jaar garantie op. (Niet dat dergelijke bonnetjes 25 jaar meegaan, maar het gaat om het idee dat ik nu kan zeggen: dan is ze 28, en is het tijd voor een vriendje, met bijpassend 2-persoonsbed).

Ik blijf even in 2018.

Inmiddels rij ik weer 3 maanden op de bus. Tot groot genoegen.
Het verschil met rijden in het ov, is dat ik op Schiphol alle tijd heb, om met mijn (ook) hele toffe collega's gezellig te kletsen en te geiten.
Het verschil is, dat de regels en procedures wat omvangrijker zijn dan in het ov.
Maar er zijn geen mensen die je beroven, of bespugen of in elkaar meppen omdat je te laat bent.
Er zijn wél mensen die vliegen spannend vinden. Of totaal onzeker en lethargisch worden zodra ze op de luchthaven arriveren.
Het begint al met het boarden. Als de mensen met de bus naar het vliegtuig gebracht worden, moeten ze soms door een draaideur. Om de een of andere reden is ervoor gekozen om deze deuren niet electrisch te doen, maar handmatig. En dus prijkt er op ooghoogte op die deur een enorme sticker met de tekst "duwen" en daaronder: "push". Op ooghoogte dus. Niet te missen. Zou je zeggen.
En alsnog krijg je dan blikken vol onbegrip van mensen dat die deur niet zelfstandig draait.
Mensen die eerst hun hele voorgevel tegen die glazen deur voor zich prakken, en vervolgens van het paneel achter zich een trap na krijgen, omdat iemand achter ze wél dat bordje las. Bijzonder ongemakkelijke momenten zijn dat voor die mensen, omdat ik dan vaak mijn lachen maar met grote moeite kan verbergen. En vaak heb ik dan de grootste lol met de grond-stewardessen, die dat ook uiterst koddig vinden.
Wat ook opvalt is het volslagen gebrek aan inzicht, en dit dan kudde-matig. Dan heeft men de schok verwerkt dat het boarden via een bus gaat, stappen ze in die bus, om vervolgens IN de deuropening te blijven staan. Die bussen zijn voor 55 mensen ontworpen, maar de eerste 10 maken al dat het lijkt alsof die bus vol zit, door gewoon niet verder te lopen dan exact 1 centimeter van de deuropening. En dan als een stel zoutzakken te blijven staan.
Zit geen kwaaie opzet achter, denk ik, maar het is wel verbazend dat werkelijk niemand op het idee komt dat er wel eens meer dan 10 passagiers mee zouden kunnen gaan. En dan zijn dus nagenoeg 50% van de stoelen nog leeg.
Meestal maak ik dan een grapje in de trant van: die stoelen zijn al betaald, dus het zitten is gratis. Of zo.
Of dat je te maken krijgt met een groepje, die bij het boarden (of bij aankomst) gesplitst worden. Er passen namelijk maximaal 55 man in een bus. Maar omwille van het comfort, houden we 50 aan. Als er dus een vliegtuig komt met 100 passagiers, gaan ze met 2 bussen richting de douane.
Soms heb je dan mensen die domweg op het platform willen blijven, wachten op hun vrienden. Dat is (vanwege de veiligheid) heel terecht verboden.
Dus dan moet je ze met enige aandrang die bus inpraten of terug omhoog, het vliegtuig in.
Meestal gaan ze mee, naar het punt waar we ze Schiphol in brengen.
Dan is het mijn taak om al die 50 personen dus door de deur naar binnen te loodsen, want ook hier geldt: eerst naar binnen, de grens over, en dan pas andere dingen doen, mensen ontmoeten etc.
Dan blijft zo'n groepje een beetje hangen, waarop ik zeg: u moet echt naar binnen. Om vervolgens 20 meter verderop weer te blijven staan. "We wachten op onze vrienden".
"Ja, dat begrijp ik mevrouw, die komen heus over twee minuten met de volgende bus. U moet nu echt heus wérkelijk waar naar binnen. Dat zijn security-regels op Schiphol". Ook dit zal komen door onzekerheid, en wellicht een tikkeltje angst dat vrienden/familie zomaar zonder pardon worden opgevreten door een hongerige piloot op dat grote Schiphol.
En dan heb je nog de wat mindere snuiters. Net ff te veel zonnebank-bruin op hun huidje, net ff te goed gekleed, maar toch net niet. Net ff iets te blond haar, dat niet helemaal bij de rimpels past. Net ff te veel goud (of verguld) aan hun lijf rinkelen. Veel geld, maar bitter weinig verantwoordelijkheidsgevoel of manieren.
Kortom: stereotype "parvenu".
En die gaan dan heel zelfbewust vlak buiten de bus staan roken.
Als ik ze vriendelijk aanspreek, dat dat niet de bedoeling is, kijken ze me aan alsof ik gek ben. En meteen protesteren. Waarom niet. En dat het toch flauw is. En dat het toch moet kunnen. En dat ik me er maar niet mee moet bemoeien en ze met rust moet laten. Want het is onzin, en die regels zullen toch wel zeker niet voor hun gelden. Ik herhaal dat het niet mag, zeg er bij dat het niet míjn regels zijn, maar die van Schiphol, en dat iedereen zich eraan moet houden. 
Met grote moeite, en tenenkrommend langzaam, doen ze uiteindelijk wat ik van ze vraag. (Ik zei het reeds, maar misschien moet ik het uitbreiden: type ongelikte parvenu's).
Ach... Zoveel passagiers, zoveel bijzondere snuiters.
Want er zijn ook mensen die hun spullen vergeten, en dat, als je met ze teruggaat om die spullen weer op te halen, als een kind zo blij zijn en hele verhalen ophangen. En supergezellig zijn.
Of passagiers die je het naadje van de kous vragen over de bus, over hoe het is om op Schiphol te rijden, over hobbies en beroepen.
Gewoon superleuk.
Om dan weer een poosje stand-by te staan en de kantine in te duiken alwaar we over van alles en nog wat kletsen, lachen, geiten, practical jokes uithalen met elkaar. Of gewoon even lekker te genieten van een saffie en een kop (goede!!!)automatenkoffie.
Op Schiphol kun je al werkend 100 jaar worden. Want de werkdruk is er misschien wel hoog, maar alles is goed te behappen. En ondanks dat de procedures heel strikt zijn, is er ruimte voor beginners om fouten te maken. Want die maak ik ook nog wel.
Kortom: naast mijn werk als trompettist, heb ik mijn toffe baan wel gevonden.
Bi-professioneel...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...