dinsdag 23 juli 2019

Noodgedwongen burgerlijkheid.

Een stapje verder richting burgerlijkheid?
Sinds gisteravond zijn wij "in het bezit van" een huishoudelijke hulp.
Enerzijds is dat natuurlijk een beetje beschamend, want welk gezin kan zijn eigen kiet nu niet schoonhouden?
Anderzijds lijkt het pure decadentie om een hulp in de huishouding te hebben.
De waarheid is natuurlijk het eerste. We kunnen het niet. Dat wil zeggen: natuurlijk kunnen we onze eigen toko schoonhouden. Geen probleem. We weten beiden hoe de stofzuiger werkt, en het concept achter de dweil is ons ook niet onbekend.
De waarheid is, dat als ik thuiskom van werk, ik weinig meer te bieden heb. Ilse heeft dat ook niet, en een kleine Jente-boef maakt de bende compleet. Daar is ze vierjarige voor. Voor wat Ilse betreft: de gammele staat van haar (verder verrukkelijke) lichaam laat het niet toe. Voor wat mij betreft: een pittig seizoen waarbij ik werkweken had van 7 dagen, is nu eenmaal niet lang vol te houden.
En daar kwam de laatste tijd natuurlijk bij dat Ilse met haar voet in het gips zat, waardoor er bovenop alle andere zaken, ook nog extra zorgtaken kwamen.
Begrijp me niet, ik ben gelukkig getrouwd, met een vrouw voor wie weinig me te veel is, maar ook ik ben geen superman. Ergens is de grens gewoon bereikt. Misschien heb ik ook wel wat weinig weerstand of zo.
Dus de eerste stap was naar elkaar toe bekennen dat het is zoals het is.
Volgende stap was nog het engste. Een advertentie plaatsen.
Gezocht: hulp in de huishouding.
Daar kwamen behoorlijk wat reacties op af. Sommigen zeer kort, anderen heel uitgebreid.
Ilse en ik waren er samen redelijk rap uit: degenen met de langste reacties, willen we meer van weten.
Enerzijds nogal maf om een heus sollicitatie gesprek te houden. (We noemen het: kennismakingsgesprek 3x woordwaarde) Anderzijds: je gaat wel een vertrouwensband aan met iemand die je wekelijks in huis haalt. En als je dan toch de luxe hebt om te kiezen, dan die luxe ook maar gebruiken nietwaar?
Gisteravond kwam de mevrouw bij ons om kennis te maken, en we begonnen het gesprek eigenlijk allebei met de mond vol tanden.
Ilse vond dat ik het het beste kon doen, en dus stelde ze me voor een fait-accompli, waarop ik begon te schutteren dat ik met mijn lompheid juist de laatste zou zijn die geschikt is voor het openen en onderhouden van een kennismakingsgesprek.
Kortom: het begin van het gesprek was behoorlijk "awkward".
Maar met een paar minuten praten, ontstond er een hele gezellige, gemoedelijke sfeer en waren we eigenlijk na een kleine 20 minuten er al over uit dat deze dame goed bij ons past.
Enerzijds een opluchting dat we werk uit handen kunnen geven, en dus meer energie overhouden voor de zaken die werkelijk van belang zijn.
Anderzijds is het in elk geval voor mij best wel iets om toe te moeten geven dat ik het zelf niet kan.

Er is meer goed nieuws:
Het gips rond Ilse's voet heeft plaats gemaakt voor een steunkous, dus ze is weer zo vrij als een vogeltje.
Enerzijds is dat natuurlijk helemaal te gek. Anderzijds, heeft ze nu zoveel speelruimte (letterlijk en figuurlijk) dat ze nu weer mogelijkheid heeft om alle andere botten in haar lijf te breken.
De rolstoel hoeft dus niet mee op vakantie, maar ik zit me af te vragen of ik plaats daarvan geen ki(a)st moet meenemen om haar daar in op te slaan. Puur om te voorkomen dat ze in Frankrijk allemaal waanzinnige stunts uit gaat halen, die niet anders dan met gips kunnen eindigen.
Maar ik moet zeggen: het waren voor Ilse zware weken (en voor mij ook) en we hebben het toch maar mooi weer gecheft. 

Van de warmte hebben wij eigenlijk geen last. Dat wil zeggen: Mijn lijf heeft het idee dat het bij elke stap die ik zet, meer vocht uit moet scheiden dan ik redelijkerwijs in een uur kan drinken. Zelfs het rammen op het toetsenbord, zorgt al voor klotsende oksels, en zoiets simpels als een boterham smeren voor Jente levert een beekje op van mijn ruggengraat via mijn bilspleet naar mijn tenen.
De airco doet zijn werk aardig, maar voor de rest hebben wij gezorgd voor een verduistering waar ze in de tweede wereldoorlog nog een puntje aan zouden kunnen zuigen.
Deuren dicht, ramen dicht, verduistering in de vorm van reflecterende folie en totaal verduisterende gordijnen.
En als ik dan naar buiten ga om een peuk te roken, krijg ik een klap tussen mijn ogen van de hitte.
Verder ben ik stiekem blij dat ik de komende dagen niet op de bus hoef, ik weet namelijk dat de airco van de bussen in sommige gevallen niet helemaal optimaal werken.
En daarbij: als het 35 graden is, is het op het platform al snel gevoelsmatig nog warmer.

Nog ff en het is tijd om naar het zuiden af te reizen, en daar even een poosje niets meer te hoeven doen dan eten, rusten en met Jente spelen.
Dat hebben we hoe dan ook wel verdiend.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...