Of ik weer mee wilde doen met een Messiah. Tuurlijk. Mooi liedje, veel rust en een mooie aria.
Het is in Kapelle. Ik had ja gezegd voor ik kon bedenken dat het hier ging om een Kapelle in Zeeland en niet om Capelle aan de IJssel bij Rotterdam.
Zeeland. Dat ligt overal ver vandaan, behalve voor de Zeeuwen, want die wonen er.
De vorige keer dat ik in Zeeland moest spelen, was volgens mij in Domburg. Toen woonde ik nog in Zaandam, en was het een pokke-eind rijden. Ik had nog niet de beschikking over een comfortabele auto, dus na bijna 2 uur stapte ik totaal afgedraaid uit de auto, en toen moesten we het concert nog spelen.
Volgens google-maps was het deze keer maar anderhalf uur rijden. Maar een klein detail: de snelweg erheen was dicht. Minder vol van goede moed dan ik had gewild stapte ik in de auto (deze keer een exemplaar met alle luxe en dienovereenkomstig verbruik) om vervolgens meer dan 2 uur lang onderweg te zijn over al dan niet gebaande paden. De snelweg was dicht, en men had een adviesroute gegeven. Jammer alleen was dat die berichtgeving verre van compleet was, en mij dus over allemaal schimmige provinciale wegen leidde waar men in tegenstelling tot de snelwegen, totaal geen haast wenste te maken. Hoezo 80? 70 is snel zat.
Ondanks dit alles, was ik ruim op tijd. We zouden eerst een generale repetitie doen, dan een lange pauze en dan het concert. Die tijd benutte ik door alvast wat research te doen: waar zit de snackbar? Kapelle had gelukkig een redelijk aanbod aan eetgelegenheden: snackbar 2x, Chinees 1x, onbestemde eetschuur minstens 1x.
Ik had me hoe dan ook wel verheugd op deze Messiah. Want vriendje Gerben, die ik al jaren niet meer gezien heb, speelde ook mee. En niets zo leuk om oude vriendjes weer te zien en bij te kletsen.
Al dan niet onder het genot van een paar mooi gespeelde deuntjes, of gewoon, onder het genot van een bak patat, een berehap met satesaus en een kroket.
Al met al ging het goed. Wel was ik stiekem een beetje jaloers op een collega die op dat moment ook de Messiah aan het spelen was: in Amsterdam. Die bij zijn solo (duet eigenlijk, met een zanger) mocht staan.
Sommige koordirigenten doen dat. Die vinden die partij dusdanig belangrijk, dat de trompettist ook mag staan, of na afloop bij het applaus ook een beetje eer van hun werk krijgen.
Onze Messiah ging goed, maar echt eer van mijn werk had ik niet. Het werd volslagen genegeerd. En dan voel ik me toch wat onzeker. Was het wel goed genoeg? Gelukkig vonden mijn directe collega's het wel mooi. En gelukkig was het wederom een gezellige bijeenkomst met allemaal toffe musici.
Het was hoe dan ook wel een latertje. Want van Zeeland weer terug, was weliswaar vlotter, maar toch voor 0100 lag ik niet in bed.
En zondag moest ik voor een dienstbegeleiding naar Dedemsvaart. Samen met vriendje Martijn werden we door de dominee aldaar verzocht om met ons tweeen de dienst extra luister bij te zetten.
We hadden samen een leuk, gevarieerd programma ingestudeerd. En met succes, want het publiek was enthousiast. We mochten onze eigen stukken aankondigen. Wat we echter een beetje over het hoofd zagen: de lessenaars. We hadden bedacht dat het met 1 lessenaar wel ging. Maar 1 van de liedjes was toch wat onhandig gepubliceerd, waardoor 2 lessenaars noodzakelijk waren. Maar ja. Die extra lessenaar was even niet voorhanden, waardoor het toch al enthousiaste publiek begon te applaudisseren tijdens het draaien van de bladmuziek. Het begon allemaal goed genoeg. We hadden wél bedacht dat er in Martijn zijn partij een rustpuntje kwam om de bladzijde om te draaien, maar MIJN partij waren we vergeten. En toen ik hem omdraaide, kreeg ik tot mijn wilde verbijstering een heel ander stuk voor mijn neus. Nee, dat had toch echt veel vlekkelozer gelopen als we wél twee lessenaars hadden gepakt. Gelukkig zijn wij niet voor één gat te vangen, en grijnzend konden we na deze muzikale verwarring gewoon verder spelen alsof er niks gebeurd was.
Leermomentje in logistieke zaken.
Aldus kwam ik wederom laat thuis. Schertsend noem ik mezelf dan ook maar Tinus Trekvogel.
Deze week ook weer druk. Op de rol staat: Sliedrecht, Tilburg, Huizen, Rotterdam, Gorinchem en nog zo wat plaatsen.
Ergens rond kerst zal ik wel wat rustige dagen hebben. Vastroesten zal ik niet snel doen. Dat is zeker.
maandag 18 november 2013
maandag 11 november 2013
Kleine muzikale missertjes.
Wat wazig keek ik voor me uit. En ergens binnen in me begon het te borrelen; een aanrollende slappe lach. Omdat ik een signaal moest spelen voor de gevallen collegae, had ik geen koraalboekje bij me. Nu ken ik inmiddels de meeste koralen wel uit mijn hoofd, dus ik had aan de collega naast me gevraagd of hij de toonsoorten aan me wilde toefluisteren. Dan moet hij natuurlijk wel de juiste toonsoort doorgeven aan me. En daar ging het mis. Het waren geen 3 kruisen, maar 3 mollen. Dat klinkt nogal... Bijzonder. En ik moest alle zeilen bijzetten om de slappe lach niet tijdens het spelen van dat mooie, ingetogen koraal naar buiten te laten gaan.
Uiteraard wist ik me te beheersen. Want een signaal taptoe is een serieuze aangelegenheid. De nabestaanden, en de overledenen hebben het recht op een mooi, ingetogen signaal. En dat doe ik graag. Dus deze, voor een koraal hilarische misser heb ik uitgebannen.
Een paar weken later.
De dirigent heeft op zijn zachtst gezegd nog nooit naar een opname van het stuk geluisterd dat hij met zijn koor, en het ingehuurde orkest wilde spelen. Een lang, omstandig, onnavolgbaar en wazig cv heeft de man. Dat moet indruk maken. Maar afgaande op de huidige prestaties, zou ik bijna denken dat de persoon van de cv en de dirigent twee totaal verschillende karakters zijn.
De tempo's die de man nam, waren wellicht haalbaar voor het koor, maar een factor 10 te langzaam. Inzetten aangeven deed hij wel, maar ook weer zo onnavolgbaar, dat er niet uit op te maken was, welk tempo hij wilde doen.
De gebaren en bewegingen die hij maakte, hadden niet misstaan bij de auditierondes van So You Think You Can Dance. Ze misstonden wel bij het optreden dat hij met ons wilde verzorgen.
Bij dit optreden was ik echter ook niet helemaal foutloos. Omdat er eerst nog een 3 uur durende repetitie aan vooraf ging (!) had ik besloten om mijn pak (nieuw!!! Dus passend) mee te nemen.
Ik trok mijn pak uit de kast, graaide mijn witte overhemd erbij, ritste de tas dicht, en ging goedgemutst op weg.
Na de repetitie vertrokken we naar een pizzeria in de buurt om een heerlijke spareribs schotel te gaan eten. Buiten zorgde een sukkel voor een heuse verkeersopstopping. De man had zijn auto wel geparkeerd en afgesloten. Echter hij was vergeten om de auto op de handrem te zetten. Bij het minste zuchtje wind, zakte die auto de rijbaan op. Dat leverde een mooi klankspel van diverse claxons op.
Eenmaal ons buikje rond gegeten was het snel tijd om ons om te kleden.
Broek aan. Overhemd aan. Had ik nu echt zoveel gegeten, dat in minder dan 3 maanden tijd mijn overhemd al niet meer over mijn armen paste? En hoe kwam het dat die knoopjes zo gruwelijk strak stonden, sterker nog, dat ik de bovenste knopen niet eens meer dicht kreeg? En die taille lijntjes, dat had ik ook nog nooit eerder gezien bij mijn overhemden. Ik wist helemaal niet dat Ilse ook overhemden had. Hoewel: dat heet dan blouse. Mijn verwarring leidde tot grote hilariteit in de kleedkamer. Terecht, het zag er niet uit. Gelukkig wist ik het een beetje te camoufleren door mijn jasje over mijn witte t-shirt te dragen. Ik hoop dat het niet opviel.
Een weekje eerder: een leuke cantatedienst werd ruw verstoord door mijn doorgaans perfect werkende trompet. Een mooie aria met een bas. Lekker fris tempo. Bijna een walsje. Wat jammer dat tijdens dat duet de ventielen van mijn trompet voorkeur gaven aan een langzamer tempo.
Het kostte me een hele regel aan noten vooraleer ik mijn trompet te kennen had kunnen geven dat hij echt MIJN tempo moest hebben. Gelukkig was de dirigent clever genoeg om me een perfecte inzet te geven, waardoor alleen mijn schaamtevolle rode hoofd uiting gaf aan het feit dat er misschien wel iets mis was gegaan.
Ik oefen thuis wel eens. Altijd met studiedemper, want hoezeer de buurman ook een aardige man is, zijn vrouw draait nog wel eens nachtdiensten in het ziekenhuis, en ik ben de laatste die haar van haar broodnodige slaap wil beroven.
Gezeten in de comfortabele burostoel, begin ik met wat opwarmdingen en etudes en verder leuk speelmateriaal.
Ik moet er goed om denken de deur dicht te doen, want poes Colette vindt dat het uitstekende moment om eens stevig te komen knuffelen. Normaal doet ze dat al meer dan Claus, maar als ik trompet speel, dan moet er bijna agressief geknuffeld worden. Er moet dan over mijn schouders worden geklauterd, tegen mijn trompet geduwd worden, en als zelfs dat niet helpt, dan kiest ze ervoor om zitting te houden op mijn hoofd. Ik snap niet zo goed waarom ze uitgerekend dan de aandachtshoer moet spelen. Zou ze mijn trompetspel niet mooi vinden?
Uiteraard wist ik me te beheersen. Want een signaal taptoe is een serieuze aangelegenheid. De nabestaanden, en de overledenen hebben het recht op een mooi, ingetogen signaal. En dat doe ik graag. Dus deze, voor een koraal hilarische misser heb ik uitgebannen.
Een paar weken later.
De dirigent heeft op zijn zachtst gezegd nog nooit naar een opname van het stuk geluisterd dat hij met zijn koor, en het ingehuurde orkest wilde spelen. Een lang, omstandig, onnavolgbaar en wazig cv heeft de man. Dat moet indruk maken. Maar afgaande op de huidige prestaties, zou ik bijna denken dat de persoon van de cv en de dirigent twee totaal verschillende karakters zijn.
De tempo's die de man nam, waren wellicht haalbaar voor het koor, maar een factor 10 te langzaam. Inzetten aangeven deed hij wel, maar ook weer zo onnavolgbaar, dat er niet uit op te maken was, welk tempo hij wilde doen.
De gebaren en bewegingen die hij maakte, hadden niet misstaan bij de auditierondes van So You Think You Can Dance. Ze misstonden wel bij het optreden dat hij met ons wilde verzorgen.
Bij dit optreden was ik echter ook niet helemaal foutloos. Omdat er eerst nog een 3 uur durende repetitie aan vooraf ging (!) had ik besloten om mijn pak (nieuw!!! Dus passend) mee te nemen.
Ik trok mijn pak uit de kast, graaide mijn witte overhemd erbij, ritste de tas dicht, en ging goedgemutst op weg.
Na de repetitie vertrokken we naar een pizzeria in de buurt om een heerlijke spareribs schotel te gaan eten. Buiten zorgde een sukkel voor een heuse verkeersopstopping. De man had zijn auto wel geparkeerd en afgesloten. Echter hij was vergeten om de auto op de handrem te zetten. Bij het minste zuchtje wind, zakte die auto de rijbaan op. Dat leverde een mooi klankspel van diverse claxons op.
Eenmaal ons buikje rond gegeten was het snel tijd om ons om te kleden.
Broek aan. Overhemd aan. Had ik nu echt zoveel gegeten, dat in minder dan 3 maanden tijd mijn overhemd al niet meer over mijn armen paste? En hoe kwam het dat die knoopjes zo gruwelijk strak stonden, sterker nog, dat ik de bovenste knopen niet eens meer dicht kreeg? En die taille lijntjes, dat had ik ook nog nooit eerder gezien bij mijn overhemden. Ik wist helemaal niet dat Ilse ook overhemden had. Hoewel: dat heet dan blouse. Mijn verwarring leidde tot grote hilariteit in de kleedkamer. Terecht, het zag er niet uit. Gelukkig wist ik het een beetje te camoufleren door mijn jasje over mijn witte t-shirt te dragen. Ik hoop dat het niet opviel.
Een weekje eerder: een leuke cantatedienst werd ruw verstoord door mijn doorgaans perfect werkende trompet. Een mooie aria met een bas. Lekker fris tempo. Bijna een walsje. Wat jammer dat tijdens dat duet de ventielen van mijn trompet voorkeur gaven aan een langzamer tempo.
Het kostte me een hele regel aan noten vooraleer ik mijn trompet te kennen had kunnen geven dat hij echt MIJN tempo moest hebben. Gelukkig was de dirigent clever genoeg om me een perfecte inzet te geven, waardoor alleen mijn schaamtevolle rode hoofd uiting gaf aan het feit dat er misschien wel iets mis was gegaan.
Ik oefen thuis wel eens. Altijd met studiedemper, want hoezeer de buurman ook een aardige man is, zijn vrouw draait nog wel eens nachtdiensten in het ziekenhuis, en ik ben de laatste die haar van haar broodnodige slaap wil beroven.
Gezeten in de comfortabele burostoel, begin ik met wat opwarmdingen en etudes en verder leuk speelmateriaal.
Ik moet er goed om denken de deur dicht te doen, want poes Colette vindt dat het uitstekende moment om eens stevig te komen knuffelen. Normaal doet ze dat al meer dan Claus, maar als ik trompet speel, dan moet er bijna agressief geknuffeld worden. Er moet dan over mijn schouders worden geklauterd, tegen mijn trompet geduwd worden, en als zelfs dat niet helpt, dan kiest ze ervoor om zitting te houden op mijn hoofd. Ik snap niet zo goed waarom ze uitgerekend dan de aandachtshoer moet spelen. Zou ze mijn trompetspel niet mooi vinden?
dinsdag 5 november 2013
Belachelijke milieu maatregelen...
Vroeger (ja, soms is vroeger alles beter) had de Albert Heijn bij de kassa van die kleine plastic tasjes liggen. Zodat ik geen grote tas hoefde te kopen om mijn broodjes en mijn bakje kip-kerrie salade in te doen.
Dat is verdwenen. Ist VERBOTEN!!! Want dat zou slecht zijn voor het milieu.
Het resultaat daarvan is dat de verkopen van die grote tassen toeneemt, en die grote tassen zijn van dikker materiaal gemaakt, dus per definitie vervuilender.
Wat schetst mijn verbazing: als ik 4 broodjes wil kopen, heeft diezelfde albert heyn ze per 2 voorverpakt. En wordt ik dus gedwongen om 2 van die zogenaamd vervuilende zakjes plastic mee te nemen. Mijn verbazing wordt nog groter als ik vraag om 4 broodjes in 1 zakje te doen. Dan worden er op onsubtiele wijze 2 zakjes stuk gescheurd, en krijg ik een nieuw zakje om 4 broodjes heen. Dan hebben die vier broodjes dus 3 zakjes gekost. Niemand die daar moeilijk over doet. Als ze bij 1 van die zakjes wat voorzichtiger waren, had het maar 1 zakje gekost.
Maar een klein plastic tasje voor 4 broodjes en 1 bakje kip-kerrie salade is verboden, want vervuilend.
Een vishandel ergens in den lande gaat zijn vissen niet meer in plastic zakjes meegeven. Want vervuilend. Een loffelijk streven. Maar.... Ik ben een nogal impulsieve consument. Ik besluit vlak voor het lesgeven om even een harinkie mee te nemen. Of een portie kibbeling. Ik zie het al gebeuren: ik moet mijn hand ophouden en dan wordt daar een kledder remouladesaus en een portie hete kibbelingen in gestort. En nu nog zien dat ik in de auto kom, weg kan rijden zonder op te schakelen of te sturen, het verenigingsgebouw openen, en dat allemaal zonder mijn kibbelingen of saus te morsen.
Ondertussen had ik ook een broodje haring besteld, en die is in mijn trompettas beland. Het broodje heb ik wel kunnen terugvinden, de haring niet. Wel nog een paar uitjes, die in mijn mondstukken mapje zijn belandt. Na een paar dagen begint die tas te meuren als de poorten van de hel (quote van Kluun, bedankt voor deze majesteitelijke vergelijking), en jawel, onder de stapel dempers vind ik dan toch mijn haring terug. Helaas is de geur in mijn nieuwe tas getrokken, dus die kan ik weg donderen.
Hoewel: het kan ook grappig zijn: de visboer fileert even een harinkje, hengelt hem door een bakje gesnipperde uien, en gooit hem zo over naar de klant. Degene die het ding met zijn mond weet te vangen, krijgt hem gratis.
Okee, ik geef toe: ik ridiculiseer het een en ander.
Maar: gezien het feit dat Nederland afval gescheiden inzamelt, waardoor recyclen van plastic zakjes een redelijk eenvoudige taak moet zijn, denk ik dat dit soort maatregelen een beetje consumentje pesten is.
Of is het misschien stiekem zo dat wij wel gescheiden aanbieden, maar dat het uiteindelijk toch gewoon op de grote hoop belandt?
Als veel anderen doen wij hier grote boodschappen in het weekend. En daarvoor hebben wij grote tassen, die we vaker gebruiken. Maar als ik tussendoor iets wil kopen, dan heb ik die niet bij me. Mijn auto is al een afschrikwekkende vuilnisbelt (overigens: aanrader voor iedereen, zelfs de meest hongerige junk durft niet in mijn auto in te breken, zo vreselijk is dat ding na een maand of 2), dus ruimte voor een paar plastic tassen is er niet. En als die er zou zijn, zou ik ze niet meer terugvinden. Als ik dus bij de visboer kom, en ik had mijn eigen zakjes moeten meenemen, dan moet ik helaas met het water in mijn mond, de zaak onverrichter zake verlaten. En dat zou toch zonde zijn.
Een andere rare vorm van het schoner willen maken van de omgeving: de stad Utrecht wil per 2015 de stad afsluiten voor dieselauto's van 15 jaar en ouder.
Ilse, mijn onvolprezen aanstaande, heeft tegen die tijd een saxo op diesel van 15 jaar oud. Maar ik wil kleiner en goedkoper rijden. Dus ik koop eenzelfde saxo op diesel, maar die komt uit 2001. Zelfde motor, zelfde verbruik, zelfde uitstoot. Mijn auto mag de stad wel in, en die van Ilse niet.
Fabrikanten doen namelijk iets langer als een jaar met een modelletje auto. Dus die grens is nauwelijks met droge ogen te handhaven.
En in dit geval: Er zijn autofabrikanten die al heel erg lang geleden in staat waren om motoren te ontwikkelen die 1/100 reden. Maar dat werd door de brandstofproducenten tegengehouden. Men moest wel verkopen.
Dat is niet meer van deze tijd. Gewoon weer uit het stof trekken, die motoren. Dat is een betere maatregel dan mensen bewust op kosten jagen.
Ik heb absoluut hart voor de natuur. Maar bovenstaande maatregelen kosten de mensen klauwen vol geld, zijn te belachelijk voor woorden, en hebben totaal geen effect.
Daar moeten betere alternatieven voor te verzinnen zijn.
Dat is verdwenen. Ist VERBOTEN!!! Want dat zou slecht zijn voor het milieu.
Het resultaat daarvan is dat de verkopen van die grote tassen toeneemt, en die grote tassen zijn van dikker materiaal gemaakt, dus per definitie vervuilender.
Wat schetst mijn verbazing: als ik 4 broodjes wil kopen, heeft diezelfde albert heyn ze per 2 voorverpakt. En wordt ik dus gedwongen om 2 van die zogenaamd vervuilende zakjes plastic mee te nemen. Mijn verbazing wordt nog groter als ik vraag om 4 broodjes in 1 zakje te doen. Dan worden er op onsubtiele wijze 2 zakjes stuk gescheurd, en krijg ik een nieuw zakje om 4 broodjes heen. Dan hebben die vier broodjes dus 3 zakjes gekost. Niemand die daar moeilijk over doet. Als ze bij 1 van die zakjes wat voorzichtiger waren, had het maar 1 zakje gekost.
Maar een klein plastic tasje voor 4 broodjes en 1 bakje kip-kerrie salade is verboden, want vervuilend.
Een vishandel ergens in den lande gaat zijn vissen niet meer in plastic zakjes meegeven. Want vervuilend. Een loffelijk streven. Maar.... Ik ben een nogal impulsieve consument. Ik besluit vlak voor het lesgeven om even een harinkie mee te nemen. Of een portie kibbeling. Ik zie het al gebeuren: ik moet mijn hand ophouden en dan wordt daar een kledder remouladesaus en een portie hete kibbelingen in gestort. En nu nog zien dat ik in de auto kom, weg kan rijden zonder op te schakelen of te sturen, het verenigingsgebouw openen, en dat allemaal zonder mijn kibbelingen of saus te morsen.
Ondertussen had ik ook een broodje haring besteld, en die is in mijn trompettas beland. Het broodje heb ik wel kunnen terugvinden, de haring niet. Wel nog een paar uitjes, die in mijn mondstukken mapje zijn belandt. Na een paar dagen begint die tas te meuren als de poorten van de hel (quote van Kluun, bedankt voor deze majesteitelijke vergelijking), en jawel, onder de stapel dempers vind ik dan toch mijn haring terug. Helaas is de geur in mijn nieuwe tas getrokken, dus die kan ik weg donderen.
Hoewel: het kan ook grappig zijn: de visboer fileert even een harinkje, hengelt hem door een bakje gesnipperde uien, en gooit hem zo over naar de klant. Degene die het ding met zijn mond weet te vangen, krijgt hem gratis.
Okee, ik geef toe: ik ridiculiseer het een en ander.
Maar: gezien het feit dat Nederland afval gescheiden inzamelt, waardoor recyclen van plastic zakjes een redelijk eenvoudige taak moet zijn, denk ik dat dit soort maatregelen een beetje consumentje pesten is.
Of is het misschien stiekem zo dat wij wel gescheiden aanbieden, maar dat het uiteindelijk toch gewoon op de grote hoop belandt?
Als veel anderen doen wij hier grote boodschappen in het weekend. En daarvoor hebben wij grote tassen, die we vaker gebruiken. Maar als ik tussendoor iets wil kopen, dan heb ik die niet bij me. Mijn auto is al een afschrikwekkende vuilnisbelt (overigens: aanrader voor iedereen, zelfs de meest hongerige junk durft niet in mijn auto in te breken, zo vreselijk is dat ding na een maand of 2), dus ruimte voor een paar plastic tassen is er niet. En als die er zou zijn, zou ik ze niet meer terugvinden. Als ik dus bij de visboer kom, en ik had mijn eigen zakjes moeten meenemen, dan moet ik helaas met het water in mijn mond, de zaak onverrichter zake verlaten. En dat zou toch zonde zijn.
Een andere rare vorm van het schoner willen maken van de omgeving: de stad Utrecht wil per 2015 de stad afsluiten voor dieselauto's van 15 jaar en ouder.
Ilse, mijn onvolprezen aanstaande, heeft tegen die tijd een saxo op diesel van 15 jaar oud. Maar ik wil kleiner en goedkoper rijden. Dus ik koop eenzelfde saxo op diesel, maar die komt uit 2001. Zelfde motor, zelfde verbruik, zelfde uitstoot. Mijn auto mag de stad wel in, en die van Ilse niet.
Fabrikanten doen namelijk iets langer als een jaar met een modelletje auto. Dus die grens is nauwelijks met droge ogen te handhaven.
En in dit geval: Er zijn autofabrikanten die al heel erg lang geleden in staat waren om motoren te ontwikkelen die 1/100 reden. Maar dat werd door de brandstofproducenten tegengehouden. Men moest wel verkopen.
Dat is niet meer van deze tijd. Gewoon weer uit het stof trekken, die motoren. Dat is een betere maatregel dan mensen bewust op kosten jagen.
Ik heb absoluut hart voor de natuur. Maar bovenstaande maatregelen kosten de mensen klauwen vol geld, zijn te belachelijk voor woorden, en hebben totaal geen effect.
Daar moeten betere alternatieven voor te verzinnen zijn.
zaterdag 19 oktober 2013
Een dagje make-up en Zwarte Piet.
Deze middag zouden wij naar een verjaardag gaan. Een verjaardag van het zoontje van een vriendin van Ilse. En om die feestelijke reden, ging Ilse in het mooi en ik in het normaal. En voor Ilse is in het mooi met allemaal smeersels, veegsels en stiftsels aan haar gezicht.
Ik vind oprecht dat Ilse een mooie dame is. Puur. Want ze heeft zo weinig van die troep op. Zeg maar zelden. En dat vind ik mooi.
Dus ik liet me (een weinig subtiel) ontvallen dat ze er voor een vogelverschrikker nog best mooi uitzag. Waarna ik meteen eraan toevoegde dat ik haar naturel veel mooierder vind.
Uiteraard moest de onmin over mijn oprechte mening via de social media verkondigd worden.
En uiteraard waren het hoofdzakelijk vrouwen die mij in het ongelijk stelden. Dat het prachtig was.
Juist.
En allemaal gingen die dames voorbij aan het feit dat mijn expliciete belediging in wezen een compliment is. Puur natuur is het mooiste. Al die plamuur heeft mijn meisje niet nodig.
Als ik aan al die cosmetica dingen denk die in de winkel voorradig zijn, vraag ik mezelf wel eens af of Nederlandse vrouwen dan echt zo lelijk zijn, dat ze dat moeten afdekken. Want anders verberg je je gezicht toch niet onder lagen faundeesjun, maskaaraa, lipglos, aaiiilaaiiner en weet ik veel wat voor meuk nog meer? Echte schoonheid moet je niet afdekken, die moet je koesteren.
Over make-up gesproken: Zwarte Piet.
De politiek correcten en de makkelijk beledigden hebben het voor elkaar. De VN gaat zich bemoeien met ons Oud-Hollandsche Sinterklaasfeest.
Hebben die azijnpissers nou werkelijk niks beters te doen? Moet zuurverdiend belastinggeld verspild worden aan een nonsens onderzoek door de VN? De wereld zucht onder een crisis. In het midden oosten wordt gifgas gebruikt tegen ongewapende burgers, hongersnoden liggen op de loer, maar er moet per se een punt gemaakt worden over een friggin' kinderfeestje.
Ik heb in mijn late puberjaren (16-18) een paar sinterklaas feestjes georganiseerd voor kinderen uit vluchtelingen gezinnen. Daar waren nogal wat zwarte en gekleurde mensen bij. Voor de gelegenheid had ik een paar klasgenootjes geronseld die zich ook wel even wilden laten schminken, en even wat gek doen voor die kinderen.
En het is bijna onvoorstelbaar in dit land van klaag maar raak, maar NIEMAND in die hele zaal voelde zich beledigd. NIEMAND!!! Zowel kinderen als ouders vonden het maar een gek feest. Maar er was vrolijkheid. Er werden snoepjes rondgedeeld. En kinderen kregen een kadootje. Maar niemand voelde zich gediscrimineerd. Niemand riep daar dat het een rascistische wandaad was.
(Overigens: de enige die zich beledigd had kunnen voelen daar, was een oude man uit Afghanistan die ik begroette met Achmak, in plaats van Akay (en de spelling weet ik echt niet). Het eerste betekent gek, en het tweede betekent meneer. En ik bedoelde natuurlijk het tweede, maar zei het eerste. De man schoot in een daverende lach, en zijn dochter legde uit, dat ik hem uitschold voor gek, in plaats van meneer. Dat was dan mijn eerste en enige poging tot converseren in het Afghaans).
Dus als een stel vluchtelingen zich al niet aangevallen voelt door zoiets overduidelijk onschuldigs als een kinderfeestje, waarom zouden een paar groenlinkserige politiek kotsenswaardige correctelingen zich er dan aan moeten storen? Omdat het mogelijk om een neger zou KUNNEN gaan? Die zich mogelijk ten gunste van kinderen een beetje gek aanstelt?
Alsjeblieft zeg.
Ik zei het al eerder: het is een stukje cultuurgoed. En voor de mensen die er zo vreselijk tegen zijn: lees je in. Doe onderzoek. Maar negeer de achtergronden niet. Want dat is makkelijk. Zwarte Piet was niet zomaar een slaaf. Hij was een vrijgekochte slaaf. Maar dat komt in het kader van oeverloos zeiken niet zo goed te pas, dus dat slaan we maar lekker over.
Blijf van ons cultuurgoed af. Daar hebben we steeds minder van, en als we om wille van die politieke correctheid ook dit nog gaan afpakken, dan bevinden we ons in een staat van ontbinding, daar moet je niet aan willen.
Overigens: sommige mensen die heel erg voor Zwarte Piet zijn, geven blijk van erg weinig opleiding. Zonder zich te storen aan grammaticale regels, menen zij dus wél allemaal rascistische onzin op het net te kunnen knallen. Uiteraard distantieer ik me daar volledig van.
zaterdag 12 oktober 2013
Lesgeven
Zoals veel van mijn oud-studiegenoten, en collega's geef ook ik les. In de afgelopen jaren heb ik bij diverse verenigingen en muziekscholen les gegeven, maar ook privé-leerlingen van divers pluimage heb ik onder mijn hoede gehad.
Wat voor mij als docent centraal staat, is dat leerlingen leren spelen, en plezier hebben in het leren. En het musiceren.
Maar ook een stukje discipline. Discipline is niet zozeer het hakken op het oefenen dat leerlingen wel of niet doen. Want dat werkt contra-productief. Ik heb zo mijn eigen maniertjes om leerlingen te laten oefenen. Meestal brom ik eens wat goedmoedig. Of ik zeg onomwonden dat ik koffie ga drinken, en dat ze maar in de les moeten oefenen.
Tijdens het lesgeven kom je de meest gekke dingen tegen.
Ik was nog een jonge docent. Student zelfs nog. En ik gaf les bij een vereniging in den lande. De dirigent van die vereniging was "een zelfbeleerde man, die voor de professionals niet onderdeed". Ik citeer hier de secretaris van de club, die mij aanstelde. Ik moest van deze dirigent dan ook lesgeven uit: "atjoendee". Want daar had de oude dirigent zoveel succes mee. Ik was nog niet zo ervaren en stond nog niet zo sterk in mijn schoenen dat ik rechtstreeks durfde te zeggen dat ik niet uit welke opgelegde methode dan ook wilde lesgeven, en dat ik liever lesgaf uit methodes waar ik wél heil in zag.
Dus dit deed ik stiekem. En met succes, want op een enkeling na, presteerden mijn leerlingen prima.
En die ene die dat niet deed (ze oefende niet, en had weinig talent) leverde me uiteindelijk ook de meeste problemen op. Want haar broer, een trombonist met een bijpassend grote bek, maar ook hier weer zonder talent, en een iets te kort lontje, negeerde tijdens een groepsles alle fatsoensnormen, kwam tegen mij aan staan rijen en in een poging tot intimidatie brieste hij dat hij het een schande vond dat zijn zusje niet vooruit ging. Luisteren naar wat ik te melden had, deed hij niet.
De 'zelfbeleerde' oude baas, vroeg naar de lesmethode, hoorde dat dat niet de door hem verafgoodde 'atjoendee' was, en liet mij spoorslags ontslaan. Dat de rest van mijn leerlingen daar echter veel beter speelden dan die van hem, liet hem siberisch.
Was ik in die tijd de beste docent? Welnee. Als student die totaal geen pedagogische vakken kreeg, en het dus zelf uit moest zoeken, had ik weinig ervaring en weinig in te brengen.
Een van mijn docenten zei ooit eens:"Beginnende docenten en dirigenten, zouden eigenlijk hun leerlingen en orkesten moeten betalen, in plaats van omgekeerd. Want ze hebben nog geen ervaring, en zullen het sneller verkloten dan iemand die ervaren is". Ergens heeft hij wel een punt. Hoewel ik heilig overtuigd ben van het feit dat ik ook toen geen slechte docent was. Nog niet zo goed als dat ik nu ben, en zeker nog niet zo ervaren.
Muziekmaken. Iedereen moet het kunnen, en de mogelijkheid krijgen. Zo ook het meisje van nog geen acht jaar zonder voortanden, met gedragsstoornis. Ik kwam pas achter die gedragsstoornis, toen ze in een vlaag van boosheid om een mislukt nootje, haar trompet door de ramen smeet. De ouders hadden mij uit schroom niet ingelicht. Dus ik was er totaal niet op verdacht geweest. Gewoon goedmoedig brommend gaf ik wat aanwijzingen, die het spelen voor haar wat gemakkelijker zouden maken, om die vervolgens in haar schriftje op te schrijven. Tijdens dat schrijven, was ik dus heel even niet direct met het meisje bezig, toen ik letterlijk van schrik met mijn pen dwars door haar schriftje prikte, omdat ik zo vreselijk schrok van het lawaai. En een trompet die woedend door de ramen wordt gesmeten, maakt veel lawaai. Nog geen halve minuut later staat moeders in het lokaal, haar spruit links en rechts om de oren te meppen. En tegen mij, verontschuldigend:"Sorry, ze heeft een gedragsprobleempje"....
Ja, dat is wel duidelijk... En ik had dit graag wat eerder geweten. Dik kans dat ik dan die onschuldige trompet en die onschuldige ruit had kunnen redden.
Sommige leerlingen die je aanneemt, zijn van een ander kaliber. Dan gaat het om volwassenen. Die het spelen weer oppakken, of met wat lastige problemen zitten. Soms gaat het om wat speeltechnische makkes die best 'eenvoudig' op te lossen zijn. Soms is het wat minder eenvoudig.
Een van die leerlingen is een wat oudere man. Die hard zijn best doet. Letterlijk, want hij speelt alsof iedereen in een straal van 20 kilometer hardhorend is.
Soms probeer ik hem te onderbreken. Toen ik hem vroeg of hij mijn gebrul (want uiteindelijk moet ik brullen om me verstaanbaar te maken) niet hoorde, antwoordde hij monter van wel.
Dat is het moment dat ik toch wel onbedaarlijk in de lach schiet.
Je bent alleen met je docent in een ruimte, je hoort tijdens je spelen je docent bulderen, om over je heen te komen, en je komt niet op het idee, dat het gebulder wel eens tegen jou gericht zou kunnen zijn.
Kijkende onder alle stoelen en tafels kwamen we samen tot de conclusie dat het inderdaad zo was dat ik mijn geroep aan mijn leerling gericht had.
Of die keer dat een leerling vanwege dierendag zijn konijn mee had genomen. Uiteraard ontsnapte het beest tijdens de les, en konden we de rest van de les rennend achter een konijn aan. Uiteindelijk vonden het het totaal in paniek geraakte dier op het toilet terug.
Een enkele keer zit het gewoon echt niet mee. Ik had ooit een leerling die net naar de middelbare school was. Een manneke die van gegoede familie was, waar veel oud (of nieuw) geld zat. Twee hard werkende ouders met inkomens waar een gemiddeld derde wereldland op zou kunnen overleven. Maar ja, wel met banen van 0700-2400.
Het kind zelf wist dat het rijk was, en ook dat het wel talent had. Ik had daar als docent zo mijn eigen ideeen over, maar goed, stimuleren deed ik hoe dan ook wel. Uiteraard tot het moment dat hij koeltjes vertelde dat ik wel een vrijwilliger moest zijn, want in zijn belevingswereld waren de mensen die hij na school ontmoette vrijwilligers die graag iets met kinderen deden.
Een beetje jammer was ook wel dat het kind niet zozeer niet wilde oefenen, hij kon gewoonweg niet.
Op maandag moest hij na school naar hockey, op dinsdag naar huiswerkbegeleiding, op woensdag naar bijspijkerlessen, (want gymnasium was toch wel een beetje te hoog gegrepen, maar ja de ouders vonden toch maar dat gymnasium was toch wel het minste) op donderdag moest hij naar scouting, op vrijdag muziekles, de zaterdag was voor polo en huiswerk, en zondag werd er met familie dingen ondernomen.
Ergo: ik kreeg heel sterk het gevoel dat de ouders zonder blikken of blozen bijna 1000 euro per jaar uitgaven aan de diverse hobbies voor hun spruit, omdat ze simpelweg niet thuis waren. Dat er in al die hobbies, maar zeker in muziek ook een beetje zelfstudie werd verwacht, kwam niet in ze op. Het was gewoon een dure, maar leuke buiten(na)schoolse opvang. Toen ik dat eens bij die ouders aankaartte, kreeg ik te horen dat dat hun zaak was. Prima. Maar niet met mij als docent. Ik heb wel betere dingen te doen, dan mijn tijd te steken in iemand die geen enkele interesse heeft in een mooie hobby als trompettist. Tot mijn verbazing liep het mannetje het volgende seizoen rond bij de pianodocent. Die mij al snel vertelde dat het mannetje nooit oefende...
Maar de 'negatieve' leerlingen zijn uitzonderingen. Over het algemeen heb ik hele toffe leerlingen. Ze hebben niet allemaal talent. En soms moet ik een beetje op ze mopperen. Want heus: niet alle leerlingen oefenen altijd. Maar meestal krijg ik ze met een grap en een grol wel weer aan het werk. En leer ik ze hoe gaaf het is, als ze beter gaan spelen. Dat ze ook gavere muziek kunnen maken. En dan krijg ik vreselijk veel energie van lesgeven.
Als een leerling na lang prutsen een bepaalde moeilijkheid heeft overwonnen.
Als een leerling, met minder aanleg, keihard oefent, en toch acceptabel weet te spelen.
Als een leerling met te weinig motivatie ineens wel weer hard gaat oefenen, en tot mooie prestaties in staat is.
Als ik voor een collega in mag vallen, en allemaal nieuwe truckjes uitleg aan leerlingen. Niet omdat die truckjes echt nieuw zijn, maar omdat ik ze net even anders uitleg.
Dan is lesgeven echt superleuk.
En daar doe ik het voor.
Wat voor mij als docent centraal staat, is dat leerlingen leren spelen, en plezier hebben in het leren. En het musiceren.
Maar ook een stukje discipline. Discipline is niet zozeer het hakken op het oefenen dat leerlingen wel of niet doen. Want dat werkt contra-productief. Ik heb zo mijn eigen maniertjes om leerlingen te laten oefenen. Meestal brom ik eens wat goedmoedig. Of ik zeg onomwonden dat ik koffie ga drinken, en dat ze maar in de les moeten oefenen.
Tijdens het lesgeven kom je de meest gekke dingen tegen.
Ik was nog een jonge docent. Student zelfs nog. En ik gaf les bij een vereniging in den lande. De dirigent van die vereniging was "een zelfbeleerde man, die voor de professionals niet onderdeed". Ik citeer hier de secretaris van de club, die mij aanstelde. Ik moest van deze dirigent dan ook lesgeven uit: "atjoendee". Want daar had de oude dirigent zoveel succes mee. Ik was nog niet zo ervaren en stond nog niet zo sterk in mijn schoenen dat ik rechtstreeks durfde te zeggen dat ik niet uit welke opgelegde methode dan ook wilde lesgeven, en dat ik liever lesgaf uit methodes waar ik wél heil in zag.
Dus dit deed ik stiekem. En met succes, want op een enkeling na, presteerden mijn leerlingen prima.
En die ene die dat niet deed (ze oefende niet, en had weinig talent) leverde me uiteindelijk ook de meeste problemen op. Want haar broer, een trombonist met een bijpassend grote bek, maar ook hier weer zonder talent, en een iets te kort lontje, negeerde tijdens een groepsles alle fatsoensnormen, kwam tegen mij aan staan rijen en in een poging tot intimidatie brieste hij dat hij het een schande vond dat zijn zusje niet vooruit ging. Luisteren naar wat ik te melden had, deed hij niet.
De 'zelfbeleerde' oude baas, vroeg naar de lesmethode, hoorde dat dat niet de door hem verafgoodde 'atjoendee' was, en liet mij spoorslags ontslaan. Dat de rest van mijn leerlingen daar echter veel beter speelden dan die van hem, liet hem siberisch.
Was ik in die tijd de beste docent? Welnee. Als student die totaal geen pedagogische vakken kreeg, en het dus zelf uit moest zoeken, had ik weinig ervaring en weinig in te brengen.
Een van mijn docenten zei ooit eens:"Beginnende docenten en dirigenten, zouden eigenlijk hun leerlingen en orkesten moeten betalen, in plaats van omgekeerd. Want ze hebben nog geen ervaring, en zullen het sneller verkloten dan iemand die ervaren is". Ergens heeft hij wel een punt. Hoewel ik heilig overtuigd ben van het feit dat ik ook toen geen slechte docent was. Nog niet zo goed als dat ik nu ben, en zeker nog niet zo ervaren.
Muziekmaken. Iedereen moet het kunnen, en de mogelijkheid krijgen. Zo ook het meisje van nog geen acht jaar zonder voortanden, met gedragsstoornis. Ik kwam pas achter die gedragsstoornis, toen ze in een vlaag van boosheid om een mislukt nootje, haar trompet door de ramen smeet. De ouders hadden mij uit schroom niet ingelicht. Dus ik was er totaal niet op verdacht geweest. Gewoon goedmoedig brommend gaf ik wat aanwijzingen, die het spelen voor haar wat gemakkelijker zouden maken, om die vervolgens in haar schriftje op te schrijven. Tijdens dat schrijven, was ik dus heel even niet direct met het meisje bezig, toen ik letterlijk van schrik met mijn pen dwars door haar schriftje prikte, omdat ik zo vreselijk schrok van het lawaai. En een trompet die woedend door de ramen wordt gesmeten, maakt veel lawaai. Nog geen halve minuut later staat moeders in het lokaal, haar spruit links en rechts om de oren te meppen. En tegen mij, verontschuldigend:"Sorry, ze heeft een gedragsprobleempje"....
Ja, dat is wel duidelijk... En ik had dit graag wat eerder geweten. Dik kans dat ik dan die onschuldige trompet en die onschuldige ruit had kunnen redden.
Sommige leerlingen die je aanneemt, zijn van een ander kaliber. Dan gaat het om volwassenen. Die het spelen weer oppakken, of met wat lastige problemen zitten. Soms gaat het om wat speeltechnische makkes die best 'eenvoudig' op te lossen zijn. Soms is het wat minder eenvoudig.
Een van die leerlingen is een wat oudere man. Die hard zijn best doet. Letterlijk, want hij speelt alsof iedereen in een straal van 20 kilometer hardhorend is.
Soms probeer ik hem te onderbreken. Toen ik hem vroeg of hij mijn gebrul (want uiteindelijk moet ik brullen om me verstaanbaar te maken) niet hoorde, antwoordde hij monter van wel.
Dat is het moment dat ik toch wel onbedaarlijk in de lach schiet.
Je bent alleen met je docent in een ruimte, je hoort tijdens je spelen je docent bulderen, om over je heen te komen, en je komt niet op het idee, dat het gebulder wel eens tegen jou gericht zou kunnen zijn.
Kijkende onder alle stoelen en tafels kwamen we samen tot de conclusie dat het inderdaad zo was dat ik mijn geroep aan mijn leerling gericht had.
Of die keer dat een leerling vanwege dierendag zijn konijn mee had genomen. Uiteraard ontsnapte het beest tijdens de les, en konden we de rest van de les rennend achter een konijn aan. Uiteindelijk vonden het het totaal in paniek geraakte dier op het toilet terug.
Een enkele keer zit het gewoon echt niet mee. Ik had ooit een leerling die net naar de middelbare school was. Een manneke die van gegoede familie was, waar veel oud (of nieuw) geld zat. Twee hard werkende ouders met inkomens waar een gemiddeld derde wereldland op zou kunnen overleven. Maar ja, wel met banen van 0700-2400.
Het kind zelf wist dat het rijk was, en ook dat het wel talent had. Ik had daar als docent zo mijn eigen ideeen over, maar goed, stimuleren deed ik hoe dan ook wel. Uiteraard tot het moment dat hij koeltjes vertelde dat ik wel een vrijwilliger moest zijn, want in zijn belevingswereld waren de mensen die hij na school ontmoette vrijwilligers die graag iets met kinderen deden.
Een beetje jammer was ook wel dat het kind niet zozeer niet wilde oefenen, hij kon gewoonweg niet.
Op maandag moest hij na school naar hockey, op dinsdag naar huiswerkbegeleiding, op woensdag naar bijspijkerlessen, (want gymnasium was toch wel een beetje te hoog gegrepen, maar ja de ouders vonden toch maar dat gymnasium was toch wel het minste) op donderdag moest hij naar scouting, op vrijdag muziekles, de zaterdag was voor polo en huiswerk, en zondag werd er met familie dingen ondernomen.
Ergo: ik kreeg heel sterk het gevoel dat de ouders zonder blikken of blozen bijna 1000 euro per jaar uitgaven aan de diverse hobbies voor hun spruit, omdat ze simpelweg niet thuis waren. Dat er in al die hobbies, maar zeker in muziek ook een beetje zelfstudie werd verwacht, kwam niet in ze op. Het was gewoon een dure, maar leuke buiten(na)schoolse opvang. Toen ik dat eens bij die ouders aankaartte, kreeg ik te horen dat dat hun zaak was. Prima. Maar niet met mij als docent. Ik heb wel betere dingen te doen, dan mijn tijd te steken in iemand die geen enkele interesse heeft in een mooie hobby als trompettist. Tot mijn verbazing liep het mannetje het volgende seizoen rond bij de pianodocent. Die mij al snel vertelde dat het mannetje nooit oefende...
Maar de 'negatieve' leerlingen zijn uitzonderingen. Over het algemeen heb ik hele toffe leerlingen. Ze hebben niet allemaal talent. En soms moet ik een beetje op ze mopperen. Want heus: niet alle leerlingen oefenen altijd. Maar meestal krijg ik ze met een grap en een grol wel weer aan het werk. En leer ik ze hoe gaaf het is, als ze beter gaan spelen. Dat ze ook gavere muziek kunnen maken. En dan krijg ik vreselijk veel energie van lesgeven.
Als een leerling na lang prutsen een bepaalde moeilijkheid heeft overwonnen.
Als een leerling, met minder aanleg, keihard oefent, en toch acceptabel weet te spelen.
Als een leerling met te weinig motivatie ineens wel weer hard gaat oefenen, en tot mooie prestaties in staat is.
Als ik voor een collega in mag vallen, en allemaal nieuwe truckjes uitleg aan leerlingen. Niet omdat die truckjes echt nieuw zijn, maar omdat ik ze net even anders uitleg.
Dan is lesgeven echt superleuk.
En daar doe ik het voor.
dinsdag 8 oktober 2013
Echte liefde...
Over liefde gesproken.
Ilse heeft dagelijks haar dr. Phil momentje. Meestal ligt ze dan te slapen. Als ik thuis ben, vind ik het soms leuk om naar die gekke Amerikanen te kijken, meestal doe ik wat nuttigs. Piepers jassen of zo.
Gisteren viel het programma wel op. Er was namelijk een koppeltje dat ook wilde trouwen in de toekomst.
De man in kwestie was nog erg jong. Een jaar of 16, 17. De vrouw in kwestie was wat minder jong. Een jaar of 30.
Een echte cougar dus.
Deze arme vrouw kreeg de hoon van schoonfamilie, dr. Phil en het publiek over zich heen. En stond op het punt om voor 15 jaar de bak in te gaan, vanwege het feit dat ze zwanger was geworden van haar hete jonge hengst.
Met stijgende verbazing keek ik naar het gesprek dat volgde met de jongeman. Dr. Phil leek heel respecterend om te gaan met de hete hengst, maar het tegendeel was waar. Alles wat de jongen antwoordde, werd van tafel geveegd, want hij was nog geen 18, en dus wist hij niet wat het begrip: "wederzijdse instemming" zou kunnen betekenen.
Voor een psycholoog vind ik dit een curieuze houding. Laat die jongen antwoorden op je vragen, maar ga niet vervolgens al zijn antwoorden van tafel vegen met als argument dat hij te jong is, en de gevolgen niet kan overzien.
Bizar, en 'only in America': de jongeman mag met zijn 15 jaar wel in een auto rijden. De keuzes die hij achter het stuur maakt, kunnen levens veranderen, en verwoesten. Dus een dergelijk grote verantwoordelijkheid mag hij dragen, maar als het op vriendinnetjes aankomt, zou hij onmondig moeten zijn? Raar hoor.
Bovendien: ik zou deze gozer als ik dr. Phil was een dikke high-five geven. Hij slaagt erin om letterlijk het op een oude fiets te leren. En dan ook nog eens een exemplaar dat er niet geheel onappetijtelijk uitziet.
Laat die knul toch leren. Is het raar dat hij op een dergelijke oude vrouw valt (is 30 dan echt oud? Welnee, zelfs voor een 16-17 jarige niet)? Welnee. Zal dit zijn laatste vriendin zijn? Zeker niet. Hij leert ervan, en gaat door met zijn leven.
Is die vrouw raar? Jazeker! Maar welke vrouw van 30 zou er niet een jonge hitsige hengst willen, die haar bespringt wanneer het maar kan.
En let wel: met wederzijdse instemming. Zijn leeftijd is geen reden om hem onbekwaam te maken. En als hij het nu niet weet, is hij zwakzinnig, en moet hij opgenomen worden.
Deze vrouw komt er vanzelf wel achter dat een 'relatie' met een dergelijk jong manneke geen lang leven beschoren is. Ook zij zal er van leren.
Dr. Phil had een manier voor de vrouw om uit de gevangenis te blijven. Wauw. Te gek. En vooral voor dat koppel erg prettig. Want stel je voor: hun liefde is echt. Dan kunnen ze best twee jaar wachten. En vervolgens is hij 18, ze treden in het huwelijk, fokken nog meer kindjes en leven nog lang en (on)gelukkig.
In dit geval is het zo vreselijk mierenneukerig om over die leeftijd te zeuren. Ze doen het toch wel. En om dan met maar liefst 15 jaar gevangenisstraf te dreigen is eerlijk gezegd naar verhouding van de daad (die dus wel met wederzijdse instemming was) absurd.
Maar ja, ook dat kan alleen maar in Amerika...
Raar land.
Ilse heeft dagelijks haar dr. Phil momentje. Meestal ligt ze dan te slapen. Als ik thuis ben, vind ik het soms leuk om naar die gekke Amerikanen te kijken, meestal doe ik wat nuttigs. Piepers jassen of zo.
Gisteren viel het programma wel op. Er was namelijk een koppeltje dat ook wilde trouwen in de toekomst.
De man in kwestie was nog erg jong. Een jaar of 16, 17. De vrouw in kwestie was wat minder jong. Een jaar of 30.
Een echte cougar dus.
Deze arme vrouw kreeg de hoon van schoonfamilie, dr. Phil en het publiek over zich heen. En stond op het punt om voor 15 jaar de bak in te gaan, vanwege het feit dat ze zwanger was geworden van haar hete jonge hengst.
Met stijgende verbazing keek ik naar het gesprek dat volgde met de jongeman. Dr. Phil leek heel respecterend om te gaan met de hete hengst, maar het tegendeel was waar. Alles wat de jongen antwoordde, werd van tafel geveegd, want hij was nog geen 18, en dus wist hij niet wat het begrip: "wederzijdse instemming" zou kunnen betekenen.
Voor een psycholoog vind ik dit een curieuze houding. Laat die jongen antwoorden op je vragen, maar ga niet vervolgens al zijn antwoorden van tafel vegen met als argument dat hij te jong is, en de gevolgen niet kan overzien.
Bizar, en 'only in America': de jongeman mag met zijn 15 jaar wel in een auto rijden. De keuzes die hij achter het stuur maakt, kunnen levens veranderen, en verwoesten. Dus een dergelijk grote verantwoordelijkheid mag hij dragen, maar als het op vriendinnetjes aankomt, zou hij onmondig moeten zijn? Raar hoor.
Bovendien: ik zou deze gozer als ik dr. Phil was een dikke high-five geven. Hij slaagt erin om letterlijk het op een oude fiets te leren. En dan ook nog eens een exemplaar dat er niet geheel onappetijtelijk uitziet.
Laat die knul toch leren. Is het raar dat hij op een dergelijke oude vrouw valt (is 30 dan echt oud? Welnee, zelfs voor een 16-17 jarige niet)? Welnee. Zal dit zijn laatste vriendin zijn? Zeker niet. Hij leert ervan, en gaat door met zijn leven.
Is die vrouw raar? Jazeker! Maar welke vrouw van 30 zou er niet een jonge hitsige hengst willen, die haar bespringt wanneer het maar kan.
En let wel: met wederzijdse instemming. Zijn leeftijd is geen reden om hem onbekwaam te maken. En als hij het nu niet weet, is hij zwakzinnig, en moet hij opgenomen worden.
Deze vrouw komt er vanzelf wel achter dat een 'relatie' met een dergelijk jong manneke geen lang leven beschoren is. Ook zij zal er van leren.
Dr. Phil had een manier voor de vrouw om uit de gevangenis te blijven. Wauw. Te gek. En vooral voor dat koppel erg prettig. Want stel je voor: hun liefde is echt. Dan kunnen ze best twee jaar wachten. En vervolgens is hij 18, ze treden in het huwelijk, fokken nog meer kindjes en leven nog lang en (on)gelukkig.
In dit geval is het zo vreselijk mierenneukerig om over die leeftijd te zeuren. Ze doen het toch wel. En om dan met maar liefst 15 jaar gevangenisstraf te dreigen is eerlijk gezegd naar verhouding van de daad (die dus wel met wederzijdse instemming was) absurd.
Maar ja, ook dat kan alleen maar in Amerika...
Raar land.
vrijdag 4 oktober 2013
Ik ga trouwen??!!
Overweldigend en hartverwarmend. De reacties op mijn voorgenomen huwelijk met Ilse.
Uiteraard wist ik al wat langer van te voren dat het er eens van moest komen. Dus al voor de zomer had ik stiekem contact met Marie-José, om een ring te laten ontwerpen, en maken.
Ik moest echter wel een goeie smoes hebben om zomaar even een paar honderd kilometer te rijden. Die 'smoes' werd me door Nando aangeleverd. Ik ging namelijk heel gezellig BBQ'en bij hem en zijn vriendin. En laat hij nu toevallig om de hoek wonen van Atelje Esbe. Dus kon ik mooi even langsgaan om de ring op te halen, als ik toch lekker ging smikkelen in het zuidelijkste puntje van het land.
Het duurde even. Want de zomer is alweer geruime tijd achter de rug. Ik had met een paar mensen overlegd.
Bijvoorbeeld de dirigent van DSWO. Die zei, niet ten onrechte:"Je kunt een paar reacties krijgen: enerzijds dat het publiek het niet snapt. Je vriendin zingt een liedje over een hoer, en jij vraagt haar ten huwelijk. Ilse kan in ongeloof uitbarsten en je van het podium aflachen of schoppen.".
Dus dat idee heb ik laten varen.
Er was in Frankrijk 1 heel erg goed moment. Ik stond wat te orakelen tegen de vriendengroep, bedacht me dat dit hét moment was, en gelijk viel me in dat ik de ring niet in mijn zak had. En om nu op mijn knieeen te gaan, om vervolgens schutterig overeind te komen en met het schaamrood op mijn kaken te moeten bekennen dat ik de ring vergeten was, gaat me een paar straten te ver. Ik heb ook mijn trots.
Dus zo verschoof het allemaal wat naar de achtergrond. Wel kreeg ik regelmatig de vraag van Ilse of en wanneer ik haar ten huwelijk ging vragen.
Dat leidde bij mij dan weer tot net-niet-helemaal-binnenpretjes.
Van de week was het weer raak.
"Lief, wanneer ga je me ten huwelijk vragen?"
Dus ik liep naar mijn trompettas, alwaar ik de ring opgeborgen had, en pakte het doosje met ring eruit.
"Nou je het zegt, ik heb hier toevallig een ring, wil je met me trouwen?"
De ring: een mooie prijs, ex reiskosten.
De blik op het gezicht van Ilse, na mijn wat nonchalant uitgevoerde aanzoek: FUCKING PRICLESS!
En voor de rest hoop ik dat we bijtijds mastercard hebben.
Rest nog: de bruidsschat. We zijn er nog niet over uit of dat ik de ouders van Ilse moet betalen. Mijn voorstel was een sixpack heineken en een kratje sinaasappels. Ten slotte is ze al gebruikt.
Aan de andere kant: een vrouw komt meestal met een bruidsschat. Dus dat de ouders van Ilse mij (of mijn familie) een mooi potje geld geven.
Voor beide visies valt wat te zeggen.
Gastenlijsten. Wie wil ik wel, wie niet. Ik moet getuigen hebben. Dus mensen die getuigen zijn dat ik de wettige echtgenoot word van Ilse, en vice versa. Wie?
Naja, het hele circus moet dus opgestart worden.
Oja: ik ben NIET in voor een vrijgezellenfeest als ik:
1) Onmatig moet zuipen
2) verkleed moet gaan in een denigrerend, mensonterend pak. Of beter: als ik verkleed moet gaan.
3) naar een bananenbar of andersoortige uitspanning waar vrouwen van divers, maar in elk geval licht allooi rond lopen, die tegen betaling betast, en gebatst mogen worden, moet gaan.
In andere voorkomende gevallen graag overleggen. Een avondje uit eten, en na afloop gezellig in een leuk café lopen jammeren dat ik voor de laatste keer als vrij man rondloop, vind ik dan wel weer aangenaam.
Alle gekheid op een stokje. Een collega zei dat het wel jammer was dat mijn moeder dit niet meer kon meemaken.
En daarmee zette hij even een pas op de woelige plaats. Want ja. Het is jammer dat mijn moeder dit niet mee kan maken.
Aan de andere kant moet ik realistisch zijn. Als mijn moeder nog geleefd had, was de kans bijzonder groot dat ze nog minder mens was, dan ze was. En dan had ze nauwelijks iets mee gekregen van het hele feest.
Maar toch. Jammer dat ze het niet meer meemaakt. Hoezeer ik ook meen te denken dat ze het met de keuze wel eens was geweest. Verdrietig. Maar er zullen vast nog meer momenten volgen waarvan ik denk: Goh, daar had mijn moeder bij moeten zijn. Maar misschien moet ik daar ook niet al te veel aan denken.
Ik denk dat ik een stukje bruidstaart de hemel inschiet. Of van die bruidssuikers. Die komen hoger.
Met maar 4 of 5 betrokken familieleden is de hoeveelheid familie aan deze kant van de bruiloft aan de magere kant.
De voorgenoemde familieleden zijn betrokken, en maken kwalitatief goed, wat er kwantitatief ontbreekt.
Dus ik ga trouwen. Ik ben verloofd. Dat klinkt toch een beetje apart. Ik ben verloofd. Ik ben verloofd. Ik ben verloofd.
Ok... Goed. Mooie nieuwe stap in het leven. Gevierd in aanwezigheid van vriendjes, vriendinnetjes, familie, met geestrijk vocht en lekkere versnaperingen.
Ergens in de voorzomer. Op een mooie zonnige dag. Zo stel ik me dat voor.
Uiteraard wist ik al wat langer van te voren dat het er eens van moest komen. Dus al voor de zomer had ik stiekem contact met Marie-José, om een ring te laten ontwerpen, en maken.
Ik moest echter wel een goeie smoes hebben om zomaar even een paar honderd kilometer te rijden. Die 'smoes' werd me door Nando aangeleverd. Ik ging namelijk heel gezellig BBQ'en bij hem en zijn vriendin. En laat hij nu toevallig om de hoek wonen van Atelje Esbe. Dus kon ik mooi even langsgaan om de ring op te halen, als ik toch lekker ging smikkelen in het zuidelijkste puntje van het land.
Het duurde even. Want de zomer is alweer geruime tijd achter de rug. Ik had met een paar mensen overlegd.
Bijvoorbeeld de dirigent van DSWO. Die zei, niet ten onrechte:"Je kunt een paar reacties krijgen: enerzijds dat het publiek het niet snapt. Je vriendin zingt een liedje over een hoer, en jij vraagt haar ten huwelijk. Ilse kan in ongeloof uitbarsten en je van het podium aflachen of schoppen.".
Dus dat idee heb ik laten varen.
Er was in Frankrijk 1 heel erg goed moment. Ik stond wat te orakelen tegen de vriendengroep, bedacht me dat dit hét moment was, en gelijk viel me in dat ik de ring niet in mijn zak had. En om nu op mijn knieeen te gaan, om vervolgens schutterig overeind te komen en met het schaamrood op mijn kaken te moeten bekennen dat ik de ring vergeten was, gaat me een paar straten te ver. Ik heb ook mijn trots.
Dus zo verschoof het allemaal wat naar de achtergrond. Wel kreeg ik regelmatig de vraag van Ilse of en wanneer ik haar ten huwelijk ging vragen.
Dat leidde bij mij dan weer tot net-niet-helemaal-binnenpretjes.
Van de week was het weer raak.
"Lief, wanneer ga je me ten huwelijk vragen?"
Dus ik liep naar mijn trompettas, alwaar ik de ring opgeborgen had, en pakte het doosje met ring eruit.
"Nou je het zegt, ik heb hier toevallig een ring, wil je met me trouwen?"
De ring: een mooie prijs, ex reiskosten.
De blik op het gezicht van Ilse, na mijn wat nonchalant uitgevoerde aanzoek: FUCKING PRICLESS!
En voor de rest hoop ik dat we bijtijds mastercard hebben.
Rest nog: de bruidsschat. We zijn er nog niet over uit of dat ik de ouders van Ilse moet betalen. Mijn voorstel was een sixpack heineken en een kratje sinaasappels. Ten slotte is ze al gebruikt.
Aan de andere kant: een vrouw komt meestal met een bruidsschat. Dus dat de ouders van Ilse mij (of mijn familie) een mooi potje geld geven.
Voor beide visies valt wat te zeggen.
Gastenlijsten. Wie wil ik wel, wie niet. Ik moet getuigen hebben. Dus mensen die getuigen zijn dat ik de wettige echtgenoot word van Ilse, en vice versa. Wie?
Naja, het hele circus moet dus opgestart worden.
Oja: ik ben NIET in voor een vrijgezellenfeest als ik:
1) Onmatig moet zuipen
2) verkleed moet gaan in een denigrerend, mensonterend pak. Of beter: als ik verkleed moet gaan.
3) naar een bananenbar of andersoortige uitspanning waar vrouwen van divers, maar in elk geval licht allooi rond lopen, die tegen betaling betast, en gebatst mogen worden, moet gaan.
In andere voorkomende gevallen graag overleggen. Een avondje uit eten, en na afloop gezellig in een leuk café lopen jammeren dat ik voor de laatste keer als vrij man rondloop, vind ik dan wel weer aangenaam.
Alle gekheid op een stokje. Een collega zei dat het wel jammer was dat mijn moeder dit niet meer kon meemaken.
En daarmee zette hij even een pas op de woelige plaats. Want ja. Het is jammer dat mijn moeder dit niet mee kan maken.
Aan de andere kant moet ik realistisch zijn. Als mijn moeder nog geleefd had, was de kans bijzonder groot dat ze nog minder mens was, dan ze was. En dan had ze nauwelijks iets mee gekregen van het hele feest.
Maar toch. Jammer dat ze het niet meer meemaakt. Hoezeer ik ook meen te denken dat ze het met de keuze wel eens was geweest. Verdrietig. Maar er zullen vast nog meer momenten volgen waarvan ik denk: Goh, daar had mijn moeder bij moeten zijn. Maar misschien moet ik daar ook niet al te veel aan denken.
Ik denk dat ik een stukje bruidstaart de hemel inschiet. Of van die bruidssuikers. Die komen hoger.
Met maar 4 of 5 betrokken familieleden is de hoeveelheid familie aan deze kant van de bruiloft aan de magere kant.
De voorgenoemde familieleden zijn betrokken, en maken kwalitatief goed, wat er kwantitatief ontbreekt.
Dus ik ga trouwen. Ik ben verloofd. Dat klinkt toch een beetje apart. Ik ben verloofd. Ik ben verloofd. Ik ben verloofd.
Ok... Goed. Mooie nieuwe stap in het leven. Gevierd in aanwezigheid van vriendjes, vriendinnetjes, familie, met geestrijk vocht en lekkere versnaperingen.
Ergens in de voorzomer. Op een mooie zonnige dag. Zo stel ik me dat voor.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Koos Hobbyloos?
Met enige regelmaat loop ik te huilstruiken over het feit dat ik met mijn 44 jaar nog steeds geen hobby gevonden lijk te hebben. Dat wat ik...
-
Het marsenboekje. Een lullig plastic ding, met hetzij marsen erin, hetzij koralen. Een beetje afhankelijk van het soort dienst dat we moeten...
-
Het reizen met de trein begint me steeds beter te bevallen. Niet in de laatste plaats omdat ik minder geld via de benzinetank zie verdampen...
-
Ik schrijf vaak over pareltjes van het platform. Dat kan positief en negatief zijn. De negatieve pareltjes, noem ik dus ook cynisch "pa...