zondag 23 juni 2013

Ik jeremiër alweer.

Jeremiëren.
Een prachtig woord. Zeg het eens hardop, en voel hoe het woord over je tong rolt.
Jeremiëren. Jeremiëren. (Het tikt lastiger dan dat het bekt, en dat komt door die twee puntjes op de e).
De betekenis ervan: mekkeren, jammeren, zeuren, mopperen. Maar geef toe: jeremiëren klinkt veel mooier.

Gisteren was ik op het verjaarspartijtje van de vader van Ilse. Dat kan gebeuren. En ik raakte in gesprek met diverse mensen die al dan niet leeftijdsgenoot waren.
En zo kwamen we op auto's, muziek, hedendaagse mode, en de bezuinigingen.

Wat auto's betreft heb ik een vrij duidelijke mening. Men neme de VAG groep. U weet wel: het merk dat onder andere auto's maakt voor het volk. Niet dat het gewone volk die auto's nog kan betalen, want voor een kleine volkswagen moet je tegenwoordig ook je hypotheek verhogen, maar dat even ter zijde.
Maken die mooie auto's? Nee, al jaren niet meer. De laatste echt mooie Volkswagen was de Scirocco uit de begin jaren '80. En wellicht de corrado nog, maar dat is al een twijfelgeval.
Tegenwoordig is het motto: hoe dieper je in de buidel tast, des te meer strekkende meters auto je krijgt. Maar ik zie serieus het verschil niet meer tussen een golf, een polo of een passat. Allemaal even standaard, allemaal even saai en flets, ondanks de hip ogende verlichting.
Audi evenzo.
Bij BMW heb ik hetzelfde. In de jaren 80 maakten die nog verschil tussen de 3, 5 en 7 serie. Tegenwoordig lijken al die apparaten op elkaar, dus onderscheidend is er geen een.
Zelfs bij mijn zo geliefde Citroen, begint de vervlakking en de eenheidsworsterij eerder regel dan uitzondering te worden.

In deze discussies laat ik me vaak (nogal theatraal) ontvallen dat ik te laat ben geboren. Dat alles voor mijn tijd toch mooier was.
Dit klopt trouwens: voor ik geboren was, deden overheden niet aan regeren. (Doen ze nu ook niet, met dat verschil dat we nu een crisis hebben).
Ergo: ik jammer. Ik jeremiëer.

Ik kan daarin ook overdrijven. Een collega vroeg zich af waarom bij 's lands grootste kruidenier die ook op de kleintjes let (tegenwoordig HAAAAAAMSTEREEEEEEEEEEEEN!!!!!) de potloden en de gummetjes niet te krijgen waren.
Dus ik begon een verhaal over pads en tabletten. Waarop musici tegenwoordig hun muziek inscannen. En vervolgens wordt die pad of tablet op de lessenaar gezet (met veel omhaal, want als het ding omsodemietert, is de eigenaar zijn partijen kwijt en een schadepost rijker). Middels een vingerbeweging kan men de bladzijden omslaan (de hele erge hippe vogel heeft er een voetpedaaltje bij, waardoor niet alleen hij, maar ook zijn plagende collegae er lol van hebben), en een aantekening schijnt ook bijzonder makkelijk te gaan.
Het nadeel: je moet verrekt goeie ogen hebben, ik ben inmiddels van de leeftijd dat mijn ogen dat niet meer zo goed kunnen zien.
Nog een nadeel: de charme van de ouderwetsche bladmuziek is weg. Geen wegwapperende blaadjes meer, geen blaadjes met koffiekringen of rare vouwen erin. Geen woest gezoek naar pagina 3 van een bepaald stuk, dat toch net niet meer op volgorde bleek te liggen.

Maar mijn collega, die zich dus afvroeg waarom hij geen gummetjes kon vinden, had een veel banaler reden om op zoek te zijn: niet om eventuele aantekeningen in zijn muziek uit te gummen, maar om vlekjes uit zijn bank te halen.
Let wel: ik gun de man zijn schone bank, maar ik had stiekem de hoop dat hij ook nog in zijn partijen schreef en gumde... ( Die hoop koester ik nog steeds, want ik heb hem niet gevraagd naar zijn pad of tablet gebruik).

Ergo: ik jeremiër alweer.

Afgelopen vrijdag had ik daar geen tijd voor.
Ik moest een paar signalen spelen voor onze koning en koningin. Een mooi paar trouwens. Echt leuke lui. Maar dat is niet het punt.
Voor ik die signalen moest spelen, stond ik als enige militair van de marechaussee op het podium bij het residentie orkest. En dat staan, duurde een kwartier of 3. Om me heen allemaal kindertjes die met het residentie orkest zouden spelen, en een hoop lawaai.
En toen mocht ik. Signaal reveille. Mijn eerste noot was hopeloos. Een kicks. In een split second (die op dat moment echt bezopen lang duurde) moest ik beslissen welke noot erop moest volgen. Want de noot die ik speelde, was niet de noot die ik moest spelen.
Op zoek naar een referentiepunt dus.
Pas achteraf voelde ik me een beetje schuldig. Moest er uiteraard ook wel om grijnzen. In mezelf. Want gedane zaken nemen geen keer enzo.

Maar tijd om mezelf te beklagen had ik uiteraard niet. Want the show must go on.


En zo zou ik de server van deze site kunnen afvullen met gejeremiër over allemaal rariteiten in mijn leven...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...