maandag 25 augustus 2014

Vakantie en nieuwigheden.

Zoals zoveel mensen heb ik er in mijn leven geen gewoonte van gemaakt om op huwelijksreis te gaan. Ik maak er ook geen gewoonte van om te trouwen (hoewel mijn uitspraak dat je één, vooruit: twee keer trouwt in je leven toch echt wel profetisch bleek te zijn, met dank aan Reinier Sijpkens en mijn vrienden van DSWO).
De huwelijksreis zelf was al wel helemaal in kannen en kruiken, maar zoals dat in ons leven schijnt te gaan; dat ging niet helemaal door.
De barrelrace kwam te vervallen. Dus besloten we maar na het tournee door noord-Frankrijk, maar  een lekker weekje verwennerij te nemen in de Limousin (redelijk richting het zuiden van midden-Frankrijk) en in Normandie (dat is de westkust van dat land).

Tussen deze reizen in, besloot ik de buurman ter wille te zijn, en onze tuin van het onkruid te ontdoen. Dat daarbij één venijnige (ja, echt: het was er 1) brandnetel zijn eigen mening had, en mijn arm te grazen nam, nam ik maar voor lief. Inmiddels kijkt het zonnetje (welk zonnetje?) ons huisje weer in, en lijkt onze tuin, zittend achter het raam, en kijkende omhoog, een waar paradijsje. Als ik ga roken, zie ik uiteraard de ellende die onze tuin nu eenmaal is.

Maar goed, het werd tijd om de beesten bij hun respectievelijke verzorgers achter te laten, en eventjes onszelf te laten verwennen. De eerste plek was dus in de Limousin. Vlak bij het stadje Limoges, hadden wij een hotelletje geboekt, of een chambre d'hotes, bij een zeer vriendelijk Brabants echtpaar.
De eerste 600 kilometer reed ik, en de laatste 200 deed Ilse. Tijdens die laatste 200 kilometer maakte de tankmeter een wat desperate indruk. Boris, de volvo, lustte wel een slokje. De dorpjes die wij na de snelweg moesten doorkruisen hadden in enkele gevallen helemaal geen pomp, maar in de meeste andere gevallen zag de pomp er niet alleen onbemand, maar ook totaal onbruikbaar uit. Met samengeknepen billetjes wisten we ergens een plaatselijke Elan te vinden, die open was en waar benzine nog rijkelijk stroomde.

Na aankomst bij ons B&Beetje kregen we even de tijd om ons op te frissen, een wijntje weg te klokken en even te landen. Niks dan lof voor Theo en Von. Gezellige Brabanders die gastvrijheid tot een heel nieuw niveau brengen.
Een avondmaaltje om je vingers bij op te vreten. Voor mij vlees, en voor Ilse iets vegetarisch. En dat met een klasse als ware het een sterrenkok. Dit dus gedurende twee avonden. De tweede avond kregen we vis. Ook niet te versmaden. De omgeving van Limoges is prachtig. Het is dat ik niet van wandelen hou, anders waren we waarschijnlijk veel uit wandelen gegaan. Maar zonder hond, is er ook geen noodzaak tot wandelen, dus namen we de auto naar diverse bezienswaardigheden: Limoges, met naar het schijnt een station dat tot de 10 mooiste ter wereld behoort, en Oradour, dat door de SS werd afgeslacht in een waar moordpartijtje. Limoges staat bekend om zijn porselein, dus ik kon het niet laten om de souvenir-jagende-toerist uit te hangen en twee koffiekopjes te kopen. Met schotel.

Daarna reden we door naar Normandie. Ook hier niks dan lof voor onze gastheer en -dame. Ook zij zijn sterren in culinair plezier, en ook zij weten wat het fenomeen 'je ergens thuis voelen' betekent.
Normandie. Ook hier vele mooie dingen gezien in de omgeving. En ontzettend veel lol gehad met de gasten en de dieren van de B&B.  (De haan spande de kroon, want die liep letterlijk over de rode loper te paraderen met zijn prachtige veren).
Saint Malo, een oude piraten stad leent zich bij uitstek voor mooie wandelingen over de stadsmuur, en de weggetjes langs de kust, zijn vaak adembenemend. Caen, stad van Willem de Veroveraar leverde ons een keur aan lekkere chocolaatjes op, en we kwamen weer eens wat zwervers tegen. Die zien we hier in Tiel niet zoveel.

Toen we terugreden naar Nederland besloten we om de tolwegen maar eens te vermijden. Dat lijkt in eerste instantie heel erg leuk, en je komt door dorpjes waar je het bestaan niet van had kunnen vermoeden. (Alleen al vanwege het feit dat er ineens, out of the blue, een dorpje opdoemt). Maar.... Na een paar uur dit soort routes gereden te hebben, kreeg ik heel sterk het gevoel dat we zigzaggend van oost naar west, nauwelijks in noordelijke richting opschoten. En Normandie-Tiel is een kleine 5 uur als je over de snelwegen gaat, dus als je dat niet doet, ben je de volgende dag nog niet thuis.

Bij thuiskomst viel me ineens op dat er een nieuwigheidje is. Heel hip: een emmer koud water over je hoofd flikkeren, als steunbetuiging aan de stichting ALS. Oja, de echte steun is natuurlijk dat je geld doneert, maar dit doe je dus nadat je eerst die emmer koud water boven je hoofd hebt omgekeerd.
Dan ben je dus een held. Een natte held. Als je dat gedaan hebt, mag je anderen nomineren. Die moeten dan binnen een x-aantal uren ook een emmer koud water over hun hoofd gooien, want anders...
Nu ben ik nog niet genomineerd, en ik denk te weten hoe dat komt. Men zal mij terecht inschatten als iemand die zulks niet doet. Ik vind het namelijk helemaal niet prettig als ik een ultimatum krijg in de trant van: jij-moet-een-emmer-water-over-je-kop-gieten-en-als-je-dat-niet-doet-dan-krijgt-Pietje-bier/wijn/vreten-van-je-en-oja-doneer-ook-wat-geld-aan-stichting-zus-en-zo.
Ik pas dus inderdaad. De herfst komt eraan (die is er al) en dan word ik vanzelf wel nat. Sommige mensen maken er echter wel een hele show van, en dat is dan wel leuk om te zien.

Het nieuwe seizoen is bijna begonnen, en binnenkort begint er voor mij ook weer iets wat ik al heel lang niet gedaan heb: naar school gaan. Hoewel ik nog geen rooster gezien heb, denk ik dat ik een heel lekker druk jaar ga krijgen.
Morgen de eerste leerlingen.
Eens kijken of er nog een beetje geoefend is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...