vrijdag 11 december 2015

Over Radiomannetjes, etudes, dikke koppen en Jente

Toen ik 1,5 jaar geleden vol trots verkondigde dat ik met een heusch etudeboek bezig was, kon ik me niet voorstellen dat er uberhaupt enige interesse was. Waarom zouden mensen mijn liedjes kopen, als er al zoveel op de markt is?
Maar goed, ruim een jaar geleden had ik er 18 klaar (in mijn geheugen staat 19, wellicht heb ik die zelf ooit erbij gefantaseerd, of ben ik ergens vergeten en nummertje boven te kalken), en wist ik niet zo goed hoe nu verder.
Want ja, als je die dingen wil verkopen, kun je niet aankomen met een stapeltje kopietjes van een handgeschreven blaadje en bovendien: met mijn handschrift is niet zozeer de etude de uitdaging, alswel het lezen ervan.
Michiel wist raad, en die nam mijn pakketje geklieder mee. Het zou wel goedkomen.
Inmiddels ben ik verhuisd, heb ik 2 of 3 auto's versleten (laat het er 2 geweest zijn) een paar Weihnachtsoratoria gespeeld, ben ik naar Wenen op en neer gereden, en zijn er ettelijke liters water langs de haven van Rotterdam gestroomd.
Tot er ineens out of the blue een boekje voor mijn neus lag. 18 etudes van Marnix Coster. Met een foto van mij, en mijn naam erboven. Bijna klaar om verzonden te worden naar 2 (dat kan beter!) geinteresseerde collegae/trompettisten.

Tja.

Ik moet bekennen: er zijn ook heel wat liters water langs de Rotterdamse haven gestroomd zonder dat ik ook maar 1 seconde dacht aan dat stapeltje geklieder met een vulpen.
Tot ik dus dat telefoontje kreeg over de prijs van papier, van dikte van papier, van glanzend papier of juist niet. En hoe en wat en geniet of gebonden of gelijmd.
Waarom ik het zelf niet allemaal uitgeef en doe? Dat is heel simpel: ik kan totaal niet omgaan met muzieknotatieprogramma's en heb ook totaal niet de interesse om dat te leren. Ik schrijf sneller mijn stukjes met de hand en een vulpen dan dat ik moet leren om te gaan met weerbarstige, onduidelijke software. Die ook nog eens duur is -nee-want-gekraakt-dus-gratis-maar-je-kunt-dan-wel-niet-alles-opslaan-of-doen-maar-dan-moet-je-met-dit.... ja daaaaahaaaag, ik doe het wel handmatig. Los daarvan heb ik totaal geen interesse in het hele uitgeefproces. Dus als iemand anders dat wil doen: prima. En als die iemand anders daar dan voor zijn werk (want mijn handschrift ontcijferen is werken) ook een paar stuivers verdient, best.

Maar nu het er is: ben ik best wel een beetje trots. De lessen aan het conservatorium blijken toch niet voor niks. En niet alleen trots, ik ontdek dat ik het schrijven van deze dingen ook gewoon ontzettend leuk vind. Uitdagingen verzinnen en uitschrijven. Dat is gewoon tof. Zó tof, dat ik begonnen ben aan deeltje twee.


Uit het nieuws: Giel Beelen onderbreekt een live optreden van een jongensband, want het zou vals zijn.
Deze jongensband is ontstaan bij een van de vele """"talenten"""shows, en daarna door media (waaronder Giel Beelen) gehyped. Natuurlijk weten bijna alle beroepsmusici dat muziekmaken meer is dan op het juiste moment je keeltje openzetten en ongeveer de juiste toon kraaien. Maar Giel Beelen vond het vals, en slecht.
Giel Beelen, die ooit riep:"Fuck het cynisme". Die valt nu wel even hard door de mand. Want wat voor treurige, grafcynicus ben je als je een band die je eerst hyped en in de picture zet, uitnodigt, om ze vervolgens tot zwijgen te brengen, omdat ze niet aan het professionele level zullen kunnen voldoen? Dus voortaan is het: Fuck het cynisme, fuck Giel Beelen.
Ik vind dit alles hoogst komisch. De ironie ervan is om van te smullen.

De laatste tijd heb ik een beetje uitgevonden hoe ik mijn telefoon kan gebruiken voor wat gekkigheidjes. Zo heb ik ontdekt dat als ik de videocamera gebruik, dat ik best bruikbare opnames kan maken. Bruikbaar als in: snel, of geinig. Want echt goeie kwaliteit biedt mijnheer Apple niet. Ook niet voor een toestel dat nieuw 600 euro of meer moet kosten, en waarvan ik als argeloze consument verwacht dat het dan super is. Maar een paar geintjes met de door mij zo geliefde piccolotrompet, dat kan wel. Vooral omdat de overspraak op het microfoontje zo groot is, dat het bij hele hoge passages klinkt alsof er in de juiste toonsoort een telefoon rinkelt. En op een van de locaties waar ik regelmatig opneem, staat een oude grote trom, van een zwarte pietenband. En die dan vol in beeld hebben als ik wat kerstmuziek sta te hompen. Prachtig toch. Wat wel jammer is, is dat die camera wel redelijk natuurgetrouw weergeeft wat er in de lens verschijnt. En daar wordt opa niet vrolijk van. God, wat ben ik lelijk als ik speel. Mijn nek lijkt te verdwijnen, mijn hoofd zwelt op en wordt rood, en.... Naja. Het is een wonder dat Ilse uberhaupt wat in me zag ooit... Maar goed, het gaat om het geluid, en niet om het beeld. Denk ik. Hoop ik... Wat ik serieuzer wil opnemen, daarvoor maak ik gebruik van de door Ilse op mijn verjaardag gegeven Zoom recorder, die ik op de Iphone kan aansluiten. Dan is de opnamekwaliteit ineens een stuk beter. Maar dan neem ik wat serieuzere etudes op, waarvan ik vind dat ze door meer mensen gespeeld zouden moeten worden. Of gewoon omdat etudes een ondergewaardeerde manier van muziekmaken zijn geworden.
Ik ga dit weekend in met kerstmuziek, met weihnachtsen, harmoniemeuk en magnificats. Lekker de piccolo uitlaten. Dat vindt ze leuk.

Jente is een karaktertje, en begint al serieus boos te worden als ze haar zinnetje niet krijgt. Dan trekt ze haar lippen naar binnen, haar schoudertjes komen omhoog, haar hoofdje wordt rood en vervolgens begint ze te bleren. Maar ons Jente meisje is ook zo gruwelijk lekker. Met die bolle wangetjes, en die kromme beentjes (had ik ook als kind, en dat had ik zelfs vrij lang als kind. Toen de dokter dit kwam bekijken werd ik uit bed gehaald, en razend van woede, stampte ik al plassend in mijn blote kont door de kamer, achterna gezeten door en op handen en knieen voortkruipende dokter, die toch echt naar mijn malle waggeltje moest kijken.) en haar waanzinnig lieve lachje. Eten doet ze als geen ander. Alles schuift dat gekke kind naar binnen. Van kabeljauw, tot spinazie met ei en voor een hele mandarijn draait ze haar hand niet om. (Dat doe ik). Het enige waar ze echt minder mee lijkt te hebben, is banaan. Ik kan wel juichen. Nu al delen we dezelfde aversies. Dus straks is het alleen nog moeders die in haar eentje een tros bananen weg moet werken, want Jente en haar vader zitten bij de visboer aan een verse haring te knagen.

Met dit prachtige beeld wens ik u allen een prettig weekend.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...