dinsdag 31 mei 2016

Een veelbewogen taptoe deeltje zoveel.

Normaal zou ik de titel "een veelbewogen taptoe" kunnen hanteren, maar aangezien we hoogstwaarschijnlijk minder meters hebben gemaakt dan in Rotterdam, zou dat niet helemaal correct zijn. In de Ahoy in Rotterdam moeten we meer meters maken om van de kleedruimte naar het square te komen, dan in Oslo, waar ons hotel letterlijk op rol-afstand van het square lag.

Eerst even over dat hotel. Het Radisson Blu hotel. Blijkbaar bedoelen ze daar iets moderns en hips mee (blu is namelijk volgens mij noch in het Engels, noch in het Nederlands een officieel bestaand woord), maar afgezien van de naam, was er weinig hip, en heel erg weinig modern aan dit hotel. Wellicht had het te maken met de staking of hadden wij gewoon pech, maar onze kamer was een prachtig voorbeeld van inefficient schoonmaak gedrag. Onder de TV (nee, ik ben geen Rob Geus, maar die tv stond nu eenmaal niet zo heel erg vast op zijn plek) lag een laag stof bijna dikker dan het matras waar we op lagen. De laag stof in de vensterbank was er ook één die langer dan 3 weken nodig had om te groeien. Terwijl we toch met enige regelmaat een dametje met een stofzuiger over onze verdieping zagen banjeren.
Ook de toiletrollen werden niet spontaan aangevuld, en toen ik de congierge om nieuwe vroeg, kwam er 3 kwartier later een wat sjaggerijnige vrouw naar onze kamer, die me twee rollen in mijn handen drukte, en bijna woedend weer vertrok. Klinkt het heel raar als ik zeg dat dat niet heel erg past bij de allure die het Radisson Blu wil uitstralen?  Stiekem vind ik dat nogal armoedig. Net als de bedbanken waar sommige collega's op moesten slapen (en, tot grote hilariteit van allen zonder pardon doorheen zakten. Afvallen, Gertjan, jij dikzak!)
Vergane Glorie. Het bier is in Noorwegen niet te betalen, maar als ik er een glas bier bestelde, dan kreeg ik een glas, waar vele scherven al uit gehapt waren. De panorama lift, gaf niet echt een solide gevoel: de "marmeren" bodem was gebarsten en gescheurd, en ook van de glazen wanden, leken mensen forse happen genomen te hebben.
Dat hotel lag met zijn achterste in een gedeelte van Oslo waar je als brave borst niet gezien moet willen worden. Drugsdealers en schimmige snuiters hielden zich daar op. En uiteraard heb ik mijn portie daar ook van meegekregen in de vorm van een zwerver die meende dat ik eerder moest stoppen dan mijn sigaret op was. Hij wilde mijn brandende sigaret zó graag hebben, dat hij hem uit mijn handen wilde graaien. Helaas voor hem was ik niet genegen om mijn verse, eerste ochtendpeuk los te laten, hetgeen erin resulteerde dat hij vloekend in het Noors (het klonk in elk geval niet heel erg blij, wat hij liep te koeterwalen) met verbrande fikken wegliep. Maar goed, dat was dan weer iets dat je het hotel niet echt kon aanrekenen.

Maar deed dat er werkelijk toe? Welnee. Het hotel was onze uitvalsbasis, want voor de rest van de week waren we bezig met wat potjes militair huppelen over het taptoeveld, of onderweg naar waar we ook naartoe moesten.

Oslo is een soort van Rotterdam, met een scheutje Utrecht, een snufje Almere, overgoten met een flinke portie Weert. En dat dan aan het water. Een boottocht over het Oslofjord is een aanrader, want de winkelstraten zijn er zoals in Weert, of Almere. Gewoon niet zo boeiend. Dezelfde zooi als in Nederland, maar dan met Noorse teksten en prijzen. Maar als je dat achter je laat, op een mooie houten boot, dan waan je je in het buitenland. Dat klopt ook wel aardig. Prachtige rotsige heuvels, met leuke huisjes aan het water. Flink wat om te bekijken. En Oslo is voorzien van veel vriendelijke mensen. En op zich prima eethuisjes, waar hamburger-bakken tot een kunst verheven is, in plaats van het lopende band werk van een niet nader te noemen Schots Specialiteiten Restaurant.

Zoals overal ter wereld had ik in Oslo ook wat moeite met drempels. Het is niet zo dat ik overdreven slof, maar richeltjes, drempels en oneffenheden in de weg lijken er allemaal op uit om mij oncharmant ter aarde te doen gaan. Ik heb het deze toer maar eens bijgehouden. Ik ben in totaal 9x bijna op mijn gezicht gevallen, en 1x helemaal.
De ingang, alwaar wij verplicht waren om ons te identificeren, kende zo'n richeltje. En zeker 7 van de 9 keer, donderde ik daar nogal lomp overheen, bijna letterlijk in de armen van de bewaking.
De keer dat ik echt op mijn gezicht ging, was in de zijgang. Om de een of andere reden had de organisatie besloten om daar vele lagen zacht en dik rubber neer te leggen.
De hel, want die lagen waren niet mooi opgestapeld. Waardoor je dus al moeite had met je evenwicht te bewaren, als je erin slaagde om er zonder vallen op te gaan staan.
Mijn voet tilde ik niet hoog genoeg op. In het pikkedonker was dat ook lastig inschatten (dit ter verdediging), maar ik schoof mijn voet dus niet OP die platen, maar ertussen. En dus zwaaide mijn bovenlijf met een rare beweging plat op de grond. Die dus gelukkig heel zacht was. Uiteraard was dat grappig. En vriendje PePe liep bulderend van het lachen achter me aan. Overigens de rest van het helaas talrijke publiek om me heen bulderden (heel terecht, overigens) ook van het lachen.

Een van mijn collegae heeft nogal hoogtevrees. En voor haar was de panorama lift een serieuze overwinning. Dat wil zeggen: met een paar biertjes op. En uiteraard gefilmd met behulp van Steve Jobs. De termen die op dat filmpje voorbij kwamen, en de algehele angst, waren niet voor herhaling vatbaar, maar wel uitermate komisch.
Toch vonden we dat als het met bier kon, het ook zonder bier kon. Dus hoppa, wij die lift weer in. Collega zo nuchter als maar kon, na een lange week taptoe.
En verrek: het ging best aardig. Jammer was wel dat er meer mensen waren die op dat moment die lift wilden hebben, want bijna elke etage stopte dat kreng. Niet echt goed voor een mooi, vloeiend filmpje.

Nadat we van onze boottocht terug waren, waren er twee (min of meer alfa) mannen die de weg terug wel wisten. Aangezien ik noch een alfa-man, noch behept ben met een goed richtingsgevoel, was het voor mij dus even kiezen wie ik ging volgen. Dat bleek collega GJ te zijn. En die had er ferm de pas in. Dat was geen wandelen meer, het was zelfs geen lopen. Nee, het was rennen. En toen we terug waren bij de taptoe-arena om te gaan eten, vond hij dat we niet met de lift omhoog moesten. Nee, het moest de trap worden. En met wat zachte aandrang duwde hij mij bij de lift vandaan, richting trap. Was gezond voor me.
Jaja, ik ben dan misschien een paar grammetjes te zwaar. HIJ zakte door zijn bed. En IK niet. Dat heeft misschien ook wel een beetje te maken met het feit dat hij op een wat gammele bedbank sliep, maar dat feit negeer ik maar gewoon even.

Als je militair-musicus bent, in een taptoe, sta je dus ook mooi te wezen bij de finale van die taptoe. En tenzij er heel erg uitdrukkelijk is gemeld dat je solo hebt, heb je geen solo. Iedereen doet hetzelfde. De kracht van de massa, zeg maar.
Omdat ik bij de laatste finale mijn marsenboekje niet goed klem had, was ik met mijn concentratie bezig met het goed vasthouden van mijn marsenboekje, en niet zozeer bij de dirigent die de inzet gaf voor het laatste stuk. Dit resulteerde in een inzet die een complete tel te vroeg was. En dus ook heel erg duidelijk te horen was. Heeeeeeel erg duidelijk. Toch jammer, want ik wil gewoon mijn werk goed afleveren, en dan is zo'n menselijke misser toch een misselijke smet op het blazoen. Kwalitatief uitermate Tegenvallend. Dus.
Uiteraard waren er meer deelnemers. Een Poolse band die echt een hele toffe show hadden, en dat ook echt heel erg goed konden brengen. (Een van hun bassisten lijkt angstwekkend veel op Shrek, en het was derhalve jammer dat ze geen filmmuziek van Shrek hadden geprogrammeerd). Een Zweedse band die een hele toffe medley hadden, en de Duitse Bundeswehr band die echt goed konden spelen, maar los daarvan ook ontzettend toffe collega's bleken. Veel mee gelachen, veel fijn mee samengespeeld.

In eerste instantie had ik niet echt veel zin in Oslo. Weer een week weg. Weg van thuis. Ik moet toegeven dat ik wat dat betreft gewoon een watje ben, want ik mis mijn meisjes dan gewoon. Zeker als ik allemaal filmpjes en foto's krijg toegestuurd.
Maar wat was het een toffe week. Goed georganiseerd, veel gezelligheid, veel lekker eten. En veel tijd om gewoon even op bed te liggen en eventjes niks te doen.

Op naar de volgende denk ik dan maar! Met frisse tegenzin vertrekken, en vol met leuke ervaringen weer thuis komen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...