woensdag 26 oktober 2016

Een verloren deksel en een aanranding.

Het is een middag als alle andere dinsdagmiddagen. Ik stap mijn auto uit, en loop naar het gebouw waar ik lesgeef.
Het nieuwe beheer van dat dorpshuis is inmiddels een stuk professioneler, en boden me aan om me uitleg te geven over de kassa, zodat ik zelf mijn koffie aan kan slaan. Dat is toch goud?
Hoe dan ook, de leerlingen kwamen (ik heb er weer twee die examen-kandidaat zijn, en die hadden goed geoefend, en deden hun toonladders net niet helemaal zonder fouten. Een fis in een toonladder van bes, klinkt toch op zijn zachtst gezegd wat apart) en na 4 exemplaren had ik even een korte peukstop.
Naast het gebouw staan wat bomen. Aalst is ten slotte geen uit beton opgetrokken middel-grote stad, maar nog een klein, authentiek dorpje.
Ik kan daarvan genieten. Oude, traditionele woninkjes. Kleine, smalle straatjes. En men kent elkaar er nog, en mij inmiddels ook.
Hoe dan ook: ik stap naar buiten, steek mijn peuk op en loop een beetje heen en weer om warm te blijven. (Het wordt ten slotte alweer herfst, en dus is het buiten roken veel minder lekker dan wanneer je lekker in het zonnetje op een terras zit. De niet rokert heeft zich daar nogal op verkeken, geloof ik).
Mijn oog valt op een van die bomen. En vooral om wat er ín die boom hangt. Een groot blauw ding. Op een meter of zes hoog.
Ik kijk beter, en zie dat het om een flinke deksel gaat van een vuilcontainer.
Verbaasd kijk ik nog eens, gewoon om zeker te weten dat mijn ogen me niet bedriegen, maar het is echt. Er hangt dus op zes meter hoogte een deksel van een vuilcontainer in een boom.
Dat zijn normaal zaken die je alleen ziet in gebieden waar orkanen of tornado's het huishouden doen.
En dan liggen er om zo'n boom dus allemaal andere resten ook.
Maar dit was gewoon een containerdeksel, zonder container die maar een beetje eenzaam hing te hangen op een dikke tak.
Ik heb oprecht respect voor de vandaal die dat ding zo hoog in die boom heeft weten te keilen. Ik stel me zo voor dat er een half dronken, pezige bullebak iemands container omtrapte (daar heb ik dan geen respect voor, want andermans bezit vernielen doe je niet, tenzij je een minderwaardige halfprimaat bent), de deksel lostrok, en vervolgens dat ding met een zwierige maai van zijn op varkenshammen lijkende armen die boom in slingerde.
En vervolgens sta ik me er dus over te verbazen.

Of Aalst werd in de nacht van maandag op dinsdag getroffen door een micro-tornado. Iedereen sliep, en door de vleugelslag van een van de vogels van de plaatselijke duivenmelker ontstond er een piepklein tornadootje. Dat vloog de duiventil uit, won iets aan kracht, botste tegen de vuilcontainer aan, en nam en passant dat deksel mee.
Het tornadootje, nu wat verzwaard door die deksel, maakte een boog, vloog tegen de bewuste boom aan, verloor zijn kracht, en verdween in het grote donkere niets, met achterlating van die deksel.

In beide gevallen vraag ik me af, of de eigenaar al weet dat de deksel van zijn geliefde vuilbak in een boom is geeindigd. En zo ja, of hij net zo verbijsterd is als ik. En of hij zich ook afvraagt wat er in vredesnaam gebeurd is.


Wij zijn in het bezit van een luier-emmer. Daarin deponeren wij de vol geplaste of gepoepte luiers. Het ding is gelukkig afsluitbaar, want voordat we die emmer moeten legen, zijn we een week verder en inmiddels weet ik uit ervaring wat voor goddeloze meur de opbrengst van een week kan verspreiden.
Maar om de emmer te legen, moet je even door je knieën, die emmer openen, het zakje lossnijden (snel dichtknopen, anders sterft je neus af), het nieuwe zakje prepareren en de emmer weer dichtdoen.
Dit wat vieze klusje wachtte mij vanmiddag toen ik Jente's luier verschoonde. Soms stel ik het uit, in de hoop dat de overvolle emmer die éne extra luier nog wel zal accepteren. Maar goed. Even mans wezen dan maar.
Ik zette Jente op de grond, en ging op mijn hurken zitten, om deze wansmakelijke doch broodnodige handelingen te gaan verrichten, maar voor ik goed en wel de luier-emmer open had, voelde ik een koud handje in mijn bilspleet verdwijnen.
Als door een wesp gestoken, draaide ik me om, waarbij ik Jente meesleepte in de beweging. Jente hield zich namelijk met haar linkerhand aan mijn broekband vast, zodat ze nog dieper kon toetasten zonder haar evenwicht te verliezen.
Terwijl ze haar handje terugtrok, sprak zij trots:"Hoppa-keeee", en keek me stralend aan.
Juist. Nou kom je bij het verschonen van een luier bij een baby op plaatsen waar een volwassen vrouw terecht van zou gaan krijsen, maar dat een baby, pardon: dreumes, ook wel eens opgewekt bij papa aan en in zijn bilspleet zou gaan graven, is nieuw voor me.
Mijn gewicht is op zich voor mij geen echt issue, maar het is stiekem toch wel fijn te weten dat een broek waar ik eerst geen riem voor nodig heb, nu wel echt een riem nodig heeft. Want de ruimte begint wel erg groot te worden.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...