zaterdag 20 oktober 2018

Update

Een reis met Jente is een avontuur op zich, want zo'n kinderbrein bedenkt op de meest onmogelijke momenten dingen die op de meest onmogelijke plekken per se gedaan moeten worden.
En dan moet je je als ouder niet afvragen waarom, want kinderlogica werkt op de een of andere manier niet zoals grotemensenlogica.
Maar we hebben het overleefd. We zijn afgelopen weekend naar mijn vader op het eiland Wight geweest.
Een leuke bijkomstigheid was dat we met de bus naar het vliegtuig werden gebracht, zodat Ilse en Jente konden zien wat papa zoal uitvoert op zijn niet-muzikale werk.
De vlucht zelf ging eigenlijk best goed. Bepakt en bezakt met heel veel kalm-houd-attributen voor onze dochter was er dus weinig meer aan de hand dan dat de start- en landingsbaan van het vliegveld van Southampton mij aan de korte kant lijkt, zelfs voor een cityhopper.
Het eiland is serieus een aanrader voor mensen die van rust houden. Maar ook van wonderschone dorpjes, met wonderschone gebouwen, en straatjes die zó smal zijn dat het al onwaarschijnlijk lijkt dat twee voetgangers elkaar kunnen passeren zonder elkaar te raken, laat staan een bus en een auto, maar ook dat gaat zonder noemenswaardige schade.

En los van de gezelligheid met "opa-Adje" was voor Ilse het hoogtepunt haar rendez-vouz met een paar aai-schuwe alpaca's. Nu we die dingen dus in hun volle glorie hebben gezien, hoop ik oprecht dat er een einde komt aan het telkens wederkerende gezeur om die beesten (want ohzoschattigdiemoetenwehebbenpastbestindetuinahhhhtoeeistochleukahhhhhh). Die dingen zijn gewoon te groot voor in onze voor- en/of achtertuin. En aangezien we al niet in staat zijn om de katten langer dan een nacht binnen te houden, ben ik heel bang dat die beesten dus ook door de buurt gaan zwerven op zoek naar een alpacabak of een robbertje vechten met de plaatselijke buurtalpaca.
Jente's hoogtepunt was steentjes gooien in het zeewater vanaf het strand. En dat deed ze met verve, tenzij het om een steen was ter grootte van iets dat ze eigenlijk zelf niet kon tillen. Dan moest papa eraan te pas komen om die steen de zee in te mieteren. Ach zolang ze het maar naar haar zin had.
Een herinnering kwam boven.
We stonden met een tent in de ardennen. Aan een vijver, het laatste lege plaatsje op de camping. Na een nacht stevig regenen, bleek ook waarom dat plekje leeg was: het vijvertje stroomde over, en al snel dreef de tent terug richting uitgang van de camping. En binnenin die tent dreven onze kleding en speelgoed. Kortom: pure horror.
Want een paar dagen later had ik nog steeds maar 1 droog setje kleren. Een trainingspak.
En omdat uiteraard het vijvertje weer binnen zijn oevers stond, en ons speelgoed ook van de nattigheid niet aan te pakken was, besloot ik dat het leuk zou zijn om platte steentjes over het water te laten stuiten.
In dat spelletje, vergat ik op een gegeven moment dat steentje los te laten op het moment dat dat moest, waarop ik mezelf met steentje en al die vijver in kwakte.
Tot zover dus mijn laatste droge kleding. Het was mijn zus die me het water uittrok, echter was daar mijn ellende nog niet over: mijn ma was wit-heet van woede. Niet zozeer van schrik dat ik bijna verzopen was, maar vooral vanwege die natte kleding. Links en rechts werd ik om de oren gemept.
Verder was het best een leuke vakantie, hoor.
En daar moest ik dus aan denken toen ik Jente met die steentjes bezig zag. Helemaal trots als een steen daadwerkelijk in het water verdween, en kirrend van pret wegracen als er een golf te dicht bij haar op het strand landde.
Omdat het einde strandseizoen was, en er dus honden op het strand waren toegestaan, was het in sommige gevallen extra goed opletten. "Nee, Jente-pop, laat die bruine steen maar liggen, die is lang niet zo prettig om in het water te gooien, als je denkt".

Bon-vivant die ik ben, lag mijn hoogtepunt in een bezoekje aan de Garlic-farm. Een groot bedrijf waar men knoflook teelt die in heel Europa gretig aftrek vindt. (En dus ook in Italie, Frankrijk en Spanje).
Maar vooral ook de winkel die erbij hoort. Een winkel waar men knoflook in letterlijk ontelbare bewerkingen te koop heeft.
Ik heb er diverse soorten knoflook-mayonaise gekocht. (Zwarte knoflook mayonaise, geroosterde knoflook mayonaise met limoen).
En geroosterde knoflook-jam. Misschien voor de niet-kenner letterlijk ongelooflijk lekker.
Knoflook zout, pasta, kaas en wat al niet meer.
Inmiddels ook al in de diverse gerechten gebruikt. Dus ik vrees dat ik de komende tijd niet zo denderend populair zal zijn bij mijn omgeving.

En dan komt er uiteraard in mijn blog weer een momentje waarop ik heel even blij mag zijn met mijn hobby: ik ben een jager-verzamelaar. Ik jaag op en verzamel miniaturen van het illustere merk Citroen, en in die hoedanigheid liep ik laatst een paar modellen tegen het digitale lijf van marktplaats.
Modellen die voor zover ik weet in het echt nooit verder zijn gekomen dan het prototype stadium, maar desalniettemin wel erg mooi zijn.
Modellen ook waar verzamelaars bereid zijn om hoge bedragen voor neer te leggen. En deze werden mij tegen heel lage bedragen verkocht. (Reden is evident: er zitten geen originele verpakkingen meer bij, waardoor het voor de luxere verzamelaar een reden is om er vanaf te zien: enerzijds vanwege de kans op transportschade, anderzijds omdat ze daarmee dus incompleet zijn, maar dat boeit mij weer niet, want ik zet ze toch zonder verpakking in de vitrine).

 Als Citroen dit op de markt had gebracht, weet ik zeker dat ik erin gereden had. Wat een fraaie lijnen, wat een prachtige auto's. Gelukkig ben ik een van de mazzelaars die er in elk geval van kan genieten in mijn vitrine.
Mijn eigen bolide is overigens hoe dan ook een fijn rij-ijzer. Hoewel ze gewoon een eigenwijze Franse bitch blijft, want sinds vanmorgen besloot ze dat de achterklep niet meer open wil.
En het gekke is: normaal gesproken is het alleen het achterruitje dat niet open wil bij die stations, maar bij mij moet dat per se andersom zijn. Dat achterruitje gaat zonder problemen open, maar de hele klep heeft er de brui aan gegeven. Waarschijnlijk gewoon het slotje dat stuk is. Welke achterlijke fabrikant maakt er nu in vredesnaam slotjes die kapot kunnen. Dat kan alleen maar Citroen zijn.
Maar ondanks dit soort onfrisse grappen, blijft het een genot om 's ochtends in te stappen, en inmiddels met deze kou, nog voor ik de straat uit ben, een warme auto te hebben met een veercomfort waar de gemiddelde VW-leaserijder (en ik vermoed dat 80% van Almere zoiets heeft, en dus totaal niet comfortabel door zijn wijk kan rijden in verband met de bijna onmenselijke hoeveelheid drempels in de straten (die dan weer zijn aangelegd omdat het blijkbaar te moeilijk is om in een woonwijk gewoon 30 te rijden voor sommige hufters)) zijn wenkbrauwen in zijn nek legt van jaloezie. Ik heb het overigens puur over het veercomfort, want qua uiterlijk.... Laat ik het erop houden dat smaken verschillen, en dat is maar goed ook, anders zou heel Nederland alleen maar in grijs leaseblik rijden.
En fin. Het is weekend, en dus moet ik morgen werken.
Maar vandaag heb ik samen met Ilse Jente even uitgelaten in het bos. Daar was het namelijk kabouterweek bij staatsbosbeheer, en dat resulteerde in een mooi voorgelezen verhaal door een plaatselijke oma, een mooie wandeltocht door het bos op zoek naar allemaal kabouters, en uiteraard mocht Jente na afloop een mooie kabouter knutselen.
Gezien het feit dat er nogal wat spijkers en lijm bij kwam kijken, gebeurde het merendeel van het knutselen door papa, en dat resultaat laat ik hier toch wel met enige trots zien. Gewoon omdat ik normaliter niet zo van het knutselen met poppenzooi ben. Jente heeft de laatste tijd nogal last van nachtmerries en monsters op haar kamer, en ik hoop dat deze kabouter inderdaad zoals wij haar vertelden, de monsters en nachtmerries wegjaagt, voor ze er last van heeft...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...