dinsdag 2 oktober 2018

Update

Het is nondepi ook niet eerlijk. Zet ik de afgelopen weken mijn beste beentje voor (letterlijk en figuurlijk) voor mijn beide werkgevers, krijg ik als extra beloning een griepje/verkoudheid om U tegen te zeggen.
Maar echt. Als ik degene tegenkom, die me dat heeft geflikt, zal die ervan lusten!
Alle holtes in mijn hoofd voelen aan alsof ze zijn afgevuld met pur-schuim, dat er alleen via mijn neus uit lijkt te kunnen komen. (Soms verdund, en heel erg plotseling, zodat je eigenlijk hoe dan ook te laat bent met wat voor lap je dan ook als zakdoek denkt te willen of kunnen gebruiken, soms in dikkere vorm, die zó agressief naar buiten komt, dat welke lap je dan ook voorhanden hebt, bij voorbaat al kansloos is, en je dus net zo goed geen zakdoek had kunnen pakken. Hé bah, wat een ranzig verhaal. Maar ja... Zo voelt het dus).
En dan ben ik er nog niet. Het is nu half 9 en ik ben al even wakker. Ik werd wakker met een huig die zo erg is opgezwollen dat praten even geen optie is. Laat staan slikken.
Ik heb dus blijkbaar, ondanks de cpap, enorm liggen snurken (ook dit ten gevolge van de infectie waarmee ik door een of andere onverlaat werd opgezadeld).
Zo erg, dat Ilse uit wanhoop maar beneden is gaan liggen.
En met een opgezwollen huig is niet alleen praten onmogelijk, maar ook slikken. Zie maar eens een bekertje dampende citrosan weg te klokken. Lukt niet. Om nog maar te zwijgen van het doorslikken van een paracetamol. Ik breek die dingen in 2, want om ze op te lossen in water, is voor mijn normaliter fijnbesnaarde smaakpapillen echt een te grote aanslag. Maar een halve paracetamol, die tegen een opgezwollen huig aankleeft, is toch ook een bijzondere vorm van zelfkastijding.
En als ik moet niezen, ben ik bang dat ik op weinig charmante wijze mijn huig in de niesrichting weg zie vliegen.
Mijn ogen doen alsof ze het doen, maar inmiddels heb ik de spellingcontrole van deze blog al tot wanhoop gedreven omdat de watervallen achter mijn ogen maken dat ik niet heel secuur type. 
En dan heb ik nog niet het gevoel dat ik het ergste gehad heb.

De taptoe in de Ahoy. Hij was er weer. En het is goed dat er sommige zaken in het leven gewoon niet veranderen. De leuke zaken niet (het bijkletsen met oude collega's, de kaartspelletjes tijdens het wachten, de grappen en grollen onderling), maar ook de niet leuke zaken niet. De welhaast stuitende krenterigheid van de Ahoy neemt bijna bizarre proporties aan, waarbij ik als enig pluspunt kan noemen dat de koffie in normale hoeveelheden geschonken werd én lekker was. Maar bestel er geen glaasje cola, want dat wat je krijgt voor je geld, is werkelijk om te janken.
Het eten in de Ahoy was over het algemeen erg lekker. Maar wat mij mateloos irriteert, is dat er dan een meisje van 17 voor mij gaat bepalen hoeveel ik mag eten. Kom op, voor de prijs die de Ahoy rekent voor een lunch of avondmaaltijd, zou iedereen onbeperkt moeten mogen vreten. Maar alles op de bon, en alles uitgemeten. Ja, dahaag. Hoppa, opscheppen met die lepel. En niet zo Zeeuws. Om 1700 uur een klein hapje eten, daarmee maak ik de avondshow niet meer mee, hoor.
Dus moest ik af en toe het opschep-meisje vermanend toespreken. 
En als pluspunt kan ik (sommige) beveiligers noemen. Die aan de buitendeur waren naar mijn mening erg aardig en vriendelijk. Die bij de binnendeuren en gangen, waren dat ook, maar wellicht een beetje té serieus.
Zo kon het gebeuren dat ik mijn militaire-muziek-carriere toch wel ongenadig lomp op het spel zette, en dat niet eens gewild.
De beveiligingsknul van tussendeur 1, wilde, ondanks het feit dat ik in ceremonieel tenue liep, met zwaard, bontmuts en trompet, mijn toegangsbandje zien. Mijn gezichtsuitdrukking moest boekdelen spreken, want de beveiliger zei haast verontschuldigend dat hij er toch echt, heus om moest vragen.
De beveiligingsknul van tussendeur 2, bij de trappen, die kende mij van gezicht, en ik riep hem reeds toe, dat ik niet mijn bandje ging opgraven. Ik loop ten slotte niet voor mijn lol in een dik wollen pak, met bontmuts, zwaard en trompet, richting het taptoeveld.
Uiteraard kwam op dat moment de stafdirigent militaire muziek de hoek om, die enkel grijnsde en zei:"Oh nee?"...
Kak, heb ik weer.

We gaan meemaken hoezeer ik in staat ben om deze verkoudheid/griep te weerstaan, en ik de komende week nog overeind blijf.
Het tikken van deze blog duurde naar verhouding erg lang, en dus kan ik tot mijn geruststelling vaststellen dat mijn huig inmiddels geslonken is naar wat minder overmatige proporties. Niet helemaal in oude staat, maar toch, al een beetje.
En de citrosan lijkt te helpen, want mijn hoofd voelt al minder vol dan eerst. Hoewel dit ook te maken zou kunnen hebben met het feit dat ik inmiddels anderhalve keukenrol weg-gesnoten heb.
Ik denk dat we de farmaceutische industrie wel heel blij maken, met de grosverpakkingen asprinedrinks en pillen. Om over keukenrol en zakdoeken maar te zwijgen.
Dus niet alleen een opgezwollen en bonkend hoofd, maar ook een schrale bovenlip.

We worstelen en komen boven.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...