vrijdag 12 mei 2023

Uw onhandige buschauffeur.

Op mijn werk handelen we veel kisten af. Dat is onze primaire taak. De kleine kisten gaan vaak heel erg rap, en zijn een soort van afwisselend lopende band werk. Het afwisselende zit erin dat je nooit weet wat voor mensen nu weer denken dat ze een frisse neus kunnen halen tijdens een levensgevaarlijke wandeling naar de terminal (terwijl er heel erg groot, heel erg zichtbaar een bus pal naast de trap staat. Waar zou die toch voor zijn?), of al rokend naast een tankwagen kunnen wachten tot hun relatie van achter uit het vliegtuig is komen sjokken.
Of ouders die in de stromende regen hun amper op ons klimaat geklede baby vasthouden terwijl ze hun kinderwagen staan in te klappen, terwijl ik ze toch echt had gezegd dat ze dat bij de terminal moeten doen, juist vanwege de regen (en vanwege het feit dat zo'n kinderwagen ingeklapt meer ruimte in beslag neemt, en vanwege het feit dat de natuurkunde ons leert dat niet handig of zelfs maar veilig is om een uitgeklapte kinderwagen in een rijdende bus te plaatsen). Tot zover niks nieuws.
De grote kisten, staan sowieso verder weg, duren langer, en zijn omslachtiger.
Voor ons onhandiger, want waar we met de kleine kisten het makkelijk af kunnen omdat we snel contact hebben met de stewardessen boven, hebben de stewardessen van die grote kisten geen enkel benul van het feit dat wij er zijn, en wat hun werk dan precies inhoudt. En het kan ze simpelweg niet vaak heel veel schelen, is mijn idee.
Die passagiers verlaten hun toestel, en iedereen kan verrekken, hun werk zit erop.
Maakt niet echt uit, want meestal hebben die trappen een lint dat we kunnen spannen zodat de passagiersstroom effectief wordt gestopt en er dus geen mensen over het platform kunnen gaan struinen.
Dat zijn ook de vakantievluchten. En de passagiers zijn (vrij vaak) blij en opgewekt. Uitgerust en uitgelaten. Soms niet. Dan zijn ze aan het klagen, kreunen en steunen. Mopperen en schelden. Ik moet mijn bek dan een douw geven, om niet te zeggen dat ze nog een paar weken bij moeten boeken, omdat ze totaal niet uitgerust zijn. Of zo.
Hoe dan ook: bij 90% van die kisten hebben we ondersteuning van de busco's. Zij tellen, en houden in de gaten dat er niks mis kan gaan.
Soms niet, en dan maken we, indien aanwezig, dankbaar gebruik van die linten. En zijn die er ook niet: hopen op het beste.
Van de week hadden we dus zo'n grote kist. Uit Amerika geloof ik.
Ik was bus nummer 2 van de 6. En helaas waren de busco's bezet met andere vluchten. Maakt niet uit. Mijn collega voor me telde zijn hoeveelheid mensen uit, en vertrok. Voor hij vertrok, sloot hij de trap af. En deze keer niet met een lint, maar met de ijzeren poortjes waar die trap over beschikte. Behoorlijk effectief.
Ik reed voor, kwakte mijn deuren open en liep naar die trap toe. Met een achteloos gebaar wilde ik die poortjes openen. Seen-it-all-done-it-all. Ten slotte werk ik er geen 20 jaar, maar lang genoeg om een ervaren chauffeur te zijn.
Vriendelijk knikte ik de toch wat gelaten, en alles over zich heen laten komende passagiers toe. Misschien toch wat té achteloos want mijn vingers slipten los van die poortjes. En die bleven lekker stevig dicht.
Hmmm.
Nog maar eens proberen. Geen beweging in te krijgen.
Kut, daar gaat mijn aura van bekwame, vlotte en min of meer vriendelijke chauffeur.
Nog maar eens proberen.
Die kutpoortjes bleven dicht.
Gelukkig regende het niet, en de hilariteit op de trap sloeg toe, zeker toen ik hardop bekende dat ik geen flauw benul had hoe ik die poortjes open moest krijgen.
En mooi dat ik dus helemaal niemand zag van de afhandelmaatschappij. Echt niemand. Geen supervisor, geen belader. Niemand.
Uiteindelijk, na veel gesakker (en ik hoop maar dat de mensen in directe gehoorsafstand mijn binnensmondse gesakker niet hebben gehoord of hebben kunnen vertalen) zag ik uiteraard helemaal aan de andere kant van het toestel een afhandelaar lopen. Die geroepen. En precies de enige beweging die ik net niet helemaal goed had gedaan, of überhaupt maar bedacht had, moest het wezen.
En gingen die poortjes open, zo soepel als de binnenkant van een pas geschoren vrouwen-dij.
Die poortjes gingen open, en meteen openbaarde zich het volgende probleem: die poortjes gingen naar binnen open. Dus precies naar daar, waar alle reizigers, inmiddels behoorlijk opgepakt op elkaar stonden (want willen graag naar de terminal, dat begrijp ik). Dus moest ik die mensen naar boven verwijzen, waar eigenlijk ook geen ruimte meer was, en... Naja, de hilariteit werd er gelukkig niet minder om.

Ter versterking hebben we inmiddels een paar bussen gekregen van een in de regio opererend bedrijf. En dat zijn eigenlijk best heel fijn rijdende bussen. Er staat dan ook al dik 7 ton op de klok, dus goed ingereden.
Die bussen hebben operationeel gezien wel een paar nadelen: ze hebben buitenspiegels als ezelsoren. Dat zijn van die spiegels die voor en net iets naast de rechterkant van de bus uitsteken. Op een staaf van ongeveer 40 centimeter lang. Iets rechts van je bus, en voor je voorruit. Dat betekent dat je bij het draaien van bochten rekening moet houden met die extra 40 centimeter die uitsteekt. Dat betekent dat je rechts wat meer ruimte nodig hebt, die je dus links meer inneemt. Maar als je links die ruimte niet goed hebt ingeschat of kan nemen, loop je het reële risico dat je rechts je spiegel kwijt raakt aan het obstakel dat je had willen vermijden. Of andersom, dat je de linker zijwand van je bus achterlaat omdat je je spiegel rechts had willen redden van een fatale amputatie. En omdat Schiphol niet per se ontwikkeld is met het transport van mensen per bus in het achterhoofd (ten slotte is het een luchthaven en geen busstation), zijn er heel veel smalle kruipdoor-sluipdoor weggetjes, die voor bussen met een smallere spiegel-opzet al een uitdaging zijn, laat staan voor deze extra ingezette exemplaren.
En een ander nadeel, maar dat is helaas puur persoonlijk: de opstap naar de bestuurdersstoel. Die is hoger als ik gewend ben (en ik ben serieus een gewoontedier dus hier extreem in het nadeel).
Als ik achter het stuur wil plaats nemen, schat ik de hoogte steevast te laag in, en dat leidt tot nogal wat oncharmant gestruikel.
Als ik alleen ben, is dat geen probleem.
Maar uiteraard met reizigers in mijn bus krijgt zoiets een heel andere lading.
Staan al die mensen voor vertrek in mijn bus te wachten, stap ik in. En omdat ik de hoogte dus niet gewend ben, struikel ik achter het stuur met een enorm kabaal en misbaar. En jawel: daar gaat mijn imago als routinier.
Bij het uitstappen ook. Ik stap niet uit, ik stort neer. En soms kan ik dat middels "struikelhul" (een term van de weergaloze Kees van Kooten, die daarmee beschreef hoe hij het struikelen wilde verhullen) maskeren door van het struikelen een sprint naar buiten de bus te maken maar eigenlijk ziet dat er net zo bezopen uit als wanneer ik maar gewoon op mijn bek pleur.
Vaak ook niet.
Dan zien mensen een in het fel oranje geklede menselijke vorm door de cabine van de bus flitsen, met maaiende armen in een tot mislukken gedoemde poging om charmant overeind te blijven.
Met opperste verbijstering zien de mensen hun buschauffeur tot twee keer toe tijdens één rit volslagen lomp en onhandig doen bij het in- of uitstappen. En dan kom je er toch niet mee weg om te zeggen dat dit mijn eerste dag is.

Ach, omdat ik mezelf toch als sociaal apart beschouw, hou ik mezelf maar voor dat dit hoort bij het idee dat je als chauffeur je reizigers een vlotte, veilige en comfortabele rit moet geven. En omdat je met 30 kilometer per uur niet kan spreken van vlot, vervangen we dat maar voor vrolijk. Hebben die mensen iets dat ze nog lang zal heugen.

Dit geschreven hebbende heb ik dit weekend weekend. En omdat het moederdag is, hebben Jente en ik deze zaterdag een afspraak om samen te gaan shoppen. Eens zien of ik dat ook kan. Shoppen met een kind.
Ik wens eenieder een goed weekend toe.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje vrije herdenkingen.

1 mei geldt als de dag van de arbeid. In de rest van de wereld. De rest van de wereld herdenkt dan het feit dat bedrijven niet kunnen bestaa...