donderdag 11 december 2025

Help, we hebben een boom!

We boom'eren lekker door. 
Zo net voor of net na Sinterklaas is ook de tijd dat de obligate kerstboom in huis gehaald wordt. 
Het is bijna traditie dat we dan met zijn tweetjes of drietjes naar een tuincentrum of kluswinkel gaan om daar het aanbod aan grondig onderzoek te onderwerpen. 
Ik heb veel vreemde ticks meegekregen, en een ervan is de kerstboom. 
Een kerstboom is voor mij pas een kerstboom als het een onooglijk exemplaar is. De spreekwoordelijke 'underdog'. 
Geen grandioos grote, met veel grandeur. Niet zo'n 2 meter hoog arrogant gevaarte waar ik me nietig bij voel in mijn eigen huiskamer. 
 Maar eerder een klein, dik exemplaar. (Tot een maand of 4 geleden kon ik nog zeggen dat dat bij mijn volromige lichaam paste, maar aangezien ik een slordige 20 kilo ben vergeten in de vaart van dit volk, moet ik zeggen dat ik nu eerder voor een slank en uitgeteerd exemplaar zou moeten gaan). 
Is de boom scheef, en heeft die vreemde, natuurlijk gevormde kale plekken? Hebben! 
Komt de piek er nagenoeg ondersteboven op te prijken? Dikke plus!
Is de beoogde boom rechts veel wijder dan links? Laad maar in!
Is de piek-kant breder dan de onderkant: helemaal mooi, we nemen hem mee!
Het boompje dat door iedereen achteloos aan de kant geschoven wordt, want niet hip genoeg? Kom maar. Ik wil hem wel. 
Ilse zag dat altijd met wat leedvermaak aan. Ik was een beetje de barmhartige samaritaan aan het kerstbomen-front. Hoe erger, hoe liever.
Elk jaar hadden we een kortlopende en amicaal verlopende discussie over een nep-boom. Of kunstboom. 
Want een nep-boom zou veel milieuvriendelijker zijn. En makkelijker. En goedkoper. Geen spoor van prikkende naalden die aan en in poes haar pootjes en Jente haar blote kakkies zouden blijven hangen. 
En zo kwamen er wel meer argumenten voorbij, die Ilse aanhaalde, om me toch over te halen om eens serieus over een nep-boom of kunst-boom na te denken. 
Mijn persoonlijke tegen-argument: die dingen zijn veel te perfect. Alsof de natuur een perfect gevormde kerstboom zou kunnen maken. En: maar ik ruik dan geen denneboom. Met een beetje goeie wil ruik ik niks, met wat pech moet zo'n nep-boom ook acclimatiseren, en de ranzige plasticlucht uit de Chinese fabriek uitdampen. 
De charme van mijn handen openhalen aan eigenwijze, veel te stugge en sterke naalden ga ik ook missen, want die plastic flapjes van een nep-boom die voor naalden door moeten gaan, zijn zacht als watten. En kunnen mijns inziens het gewicht van al die mooie ballen niet dragen. 
Er lijkt wél een verschil in al die plastic-fantastic kerstbomen. Er zijn kunst-bomen en er zijn nep-bomen. 
Een nep-boom is een boom waarbij je gelijk ziet dat het nep is. Het is té plastic-fantastic. Een soort van Marijke Helwegen of Patricia Paay. Het is overduidelijk nep, maar het ziet er van grote afstand nog aardig "echt" uit. 
Een kunst-boom, daar is moeite voor gedaan. Je weet dat het nep is, maar de techniek die gebruikt werd, is vele malen beter, moderner en duurzamer. 
De prijs is er ook naar. Een kunst-boom is vele malen duurder. Veel duurder dan een echte. Veel duurder dan een nep-boom. 
En dus opteerde ik altijd voor een echte boom. De lelijkste exemplaren, zoals ik ze blief, kosten 2 tientjes. En soms gaan ze, als je ze met kluit koopt, nog een extra jaartje mee. 
Dit jaar hadden we dezelfde, amicale discussie, maar in een vlaag van complete verstandsverbijstering, vergat ik om mijn meerdere malen herhaalde veto goed en duidelijk uit te spreken. Tel daarbij op dat Ilse van een vriendin een gratis nep-boom kon meenemen, in ruil voor een handgehaakte sjaal, en ik kwam thuis, en trof daar tot mijn onuitsprekelijke walging een nep-boom. 
Wél al voorzien van de lampjes. Dát was voor alle betrokkenen in huize Coster-van der Wal een goede zaak. 
Want lampjes in een echte boom, is al een aanslag op mijn volstrekt ontoereikende geduld. Dat is vragen om opengetrapte deuren, richting de straat weggeslingerde bomen, met de lampjes nog brandend, er waanzinnig wapperend achteraan. Bij een nep-boom zou ik dat geduld al niet eens op brengen en het ding zonder ceremonieël in de hens zetten. 
Maar goed. Er staat dus een walgelijk perfect gevormde nep-boom in de kamer. Precies afgemeten takjes, allemaal hetzelfde. 
Ik ga proberen eraan te wennen. Het helpt ook niet mee dat er in die boom een wanstaltig grote, witte eenhoorn hangt. Ik ben er helemaal voor om Jente te betrekken bij het versieren van het ding, maar haar perceptie van gezellig en kerstig, strookt niet helemaal met die van mij. Getuige dus die idioot grote eenhoorn die volgens Jente wél en volgens mij totaal niet iets met de geboorte van kindje Jezus te maken heeft. (Hoewel je zou kunnen beweren dat de hele uiterlijke opsmuk van kerst geen bliksem te maken heeft met de geboorte van kindje Jezus). 

Als puber weet je dit: een docent of autoriteit moet nooit tegen een giebelende puber zeggen dat hij moet stoppen met giebelen. Dat is een kardinale fout, die alleen maar leidt tot meer gegiebel, en erger: de slappe lach. 
Zo kreeg ik samen met een klasgenoot de slappe lach tijdens de Franse les. Waarom? Geen idee. Dat weet je als puber niet. Dat krijg je gewoon. Het begint met een blik, dan wat geborrel in je buik, en dat groeit uit tot een niet te stoppen lachbui.
De docent, had, als hij een goeie bui had, al volstrekt geen gevoel voor humor. Zelfs geen droge humor. Gewoon niet. Compleet afwezig bij die man. Hij was wel rustig, en kon goed uitleggen. Maar een grapje kwam gewoon simpelweg niet bij hem aan. Verliet ook nooit zijn mond. Ik vermoed dat de man een soort van gezichtsverlamming had, die zijn mondhoeken in een norse curve omlaag hield.
Dus WIJ kregen de slappe lach, en na herhaaldelijk waarschuwen, werd het alleen maar erger. Goh... 
IK werd daarom de klas uitgestuurd. Niet eens blijvend of permanent. Ik moest maar even afkoelen en tot rust komen, en als ik niet meer moest lachen, mocht ik terug komen. 
Na 10 minuten op de gang, dacht ik dat het wel over was. Ik pakte de deurklink, keek door de ruit naar binnen, zag mijn klasgenoot, voelde de lach alweer opborrelen en besloot heel verstandig: ik wacht nog even. 
Na nog eens 5 minuten, had ik echt het idee dat het wel klaar zou zijn.  Ik pakte de deurklink, keek door de ruit naar binnen, zag mijn klasgenoot, voelde de lach alweer opborrelen en besloot heel verstandig: ik wacht nog even. 
Na nog eens 10 minuten vond ik dat ik kalm genoeg was, ik pakte de deurklink, rukte de deur open, zag de hele klas verbaasd opkijken.... Ik haalde diep adem, schoot in een daverende lach, die het lokaal als een tornado binnendenderde, en sloot de deur maar weer. Kansloos. Kwam niet meer goed. 
Ik heb die les niet meer meegemaakt verder. Mijn klasgenoot nam mijn spullen mee. 
Dus ja. Ik weet al heel lang dat het compleet kansloos is om tegen een kind te zeggen dat hij of zij moet stoppen met lachen. 
En toch trap je erin. Inmiddels ben ik zelf vader van zo'n kind, en soms moet dat kind even snel iets doen. 
En ja.... Dan is ze aan het giebelen, en maak ik de stomme fout om te zeggen dat ze moet stoppen met lachen, en beginnen met.... Ik stop met praten. Kan mezelf wel een facepalm geven, al dan niet met een stoel in mijn smoel, maar het is te laat. Gillend van de slappe lach probeert Jente haar haren te borstelen en haar tanden te poetsen. 
L'histoire se répète, zouden ze in het Frans zeggen...

Over ons kind gesproken: ze zit sinds een goed anderhalf jaar op karate-les. En dat gaat niet helemaal van harte. Goddank heeft ze er wat vriendinnetjes opgescharreld, anders zou het helemaal lijden in last zijn. 
Ik vind het belangrijk dat ze op karate zit. Want ze leert er discipline, doorzetten. Ze leert er weerbaarheid, zelfverdediging en ik hoop ooit een ferme trap des doods uitdelen, voor als papa er niet is om haar eerbaarheid te verdedigen. 
Inmiddels heeft ze haar derde examen gehaald. Ze mag de groene slips aan de witte band dragen, ten teken van het feit dat ze in de afgelopen anderhalf jaar in elk geval iets van vorderingen laat zien. 
Voorafgaand aan dat examen meldde de meester dat als de kandidaat iemand onnodig blesseert, je meteen gezakt bent. 
In het geval van Jente vond ik die waarschuwing haast lachwekkend. 
Ik moet misschien toegeven dat Jente nooit echt tot de top zal horen van Nederland. Of Flevoland. Of Almere. Of Tussen de Vaarten. Of onze straat. Wel van ons huis, daarvan kan ik inmiddels voldoende voorbeelden aandragen, hoewel ik denk dat daar weinig karate bij kwam kijken. Wel veel lompheid en enthousiasme. 
Maar goed: tot nu toe maakt Jente vorderingen. Dusdanig dat ze elk half jaar een nieuw gekleurd slipje aan haar band krijgt. 
Mooi. 
Als vader vind ik dat ik bij dergelijke examens aanwezig moet zijn. Ten slotte ben ik degene die er als een ijzeren Hein aan vast houdt dat ze op karate blijft, om eerder genoemde redenen, en stoppen is voorlopig geen optie, in mijn beleving. En dus ben ik er. Want ik vind het belangrijk. Ik vind mijn kind sowieso belangrijk, maar iets waar ze met frisse tegenzin naartoe gaat, omdat ik vind dat het belangrijk is, is nog belangrijker. 
Maar ik zie ook wel hoezeer Jente een vlindertje is. Lief is. Bij elke trap die ze raak uitdeelt, bijna geschrokken "sorry" stamelt naar het "slachtoffer", die daar verder totaal geen nadelige gevolgen van ondervindt. En eerlijk gezegd: ook weinig onder de indruk is. 
En als haar slachtoffer op de grond ligt, en zij het volgens de regelen der kunst af moet maken (niet echt, maar voor de oefening) dan volgt er een vriendelijk aaitje, terwijl haar sparring-partner zonder blikken of blozen Jente heel casual naar een andere dimensie zou rossen. 
Maar ondanks dat ze misschien niet de meest sterke of getalenteerde karate-kid is, maakt ze wel vorderingen. En gaat ze toch, ondanks haar tegenzin vaak. Ze zet wel door. En leert er toch iets. En alleen dat al is iets waar ik trots op ben. 

Er zijn een paar periodes in het jaar waarin ik niks mag kopen. Dat is de periode voorafgaand aan mijn verjaardag en de periode voorafgaand aan het Sinterklaasfeest. Want dan worden we wellicht getrakteerd op dat wat op ons wensenlijstje staat. Jente's lijstje is een afschrikwekkend lange parade aan plastic tinnef waar je bekant ADHD van krijgt, als je het nog niet had. 
Maar gelukkig, staan er ook dingen op die ik als ouder toch wat waardevoller vind. Daarom kreeg ze niet alleen zo'n waanzinnig fluffy, batterijen gevoedde knuffel die ook nog kan praten, maar ook een leerzaam boek over kunst en een enorme doos aan lego. (En daarvan ben ik oprecht blij dat ze dat geweldig vindt. Dan is het niet alleen karate als opgedrongen hobby, maar ook lego als leuke bouw-activiteit, die we wél delen). Jente was schandelijk verwend door alle heilige Nicolazen. Maar ook ik werd gefeteerd op zaken die ik hebben wilde, en zaken waarvan ik niet wist dat ik ze hebben wilde. 
Van kweekbakken voor op ons domeintje, tot sfeervolle lego. Een boek uit mijn jeugd en een lichtbakje om op de hoedenplank van mijn auto te zetten, ten einde ermee te kunnen communiceren met irritant bumperklevende kontgaten. Hoe leuk allemaal. 
Wat ik niet kreeg, en begrijpelijk: een rugtas, en dat zit zo: 
Net als ten toen ik nog een agenda nodig had om de verplichtingen van 4 werkgevers te kunnen combineren, is het met een rugtas zo dat ik ongelooflijk pietluttig, mierenneukerig en veeleisend ben. 
Kwalitatief moet het klasse zijn. Niks zo 'shabby' als een goedkoop rafelend rugzakje om mijn eten en andere parafernalia die ik nodig heb onderweg, in mee te nemen. 
Ik had een mooie 'Eastpak'. Dat is goed spul. Geeft 30 jaar garantie op de levensduur. En het ziet er knap uit. 
Die heb ik nog steeds. Maar eigenlijk een maatje te klein. Alles wat ik er eventueel in mee zou willen nemen, past net niet. En als het er dan tóch in gepropt zit, gaat de rits net aan dicht, maar dan draagt het niet comfortabel meer. 
Voor mijn OR-werk kreeg ik een laptop, en die paste net aan al niet helemaal meer. 
Voor vakantie was die rugzak eigenlijk ook net aan te krap. Want mijn masker gaat niet in ruimbagage, die moet dicht bij mij zijn, dus in mijn handbagage. En nog een groot nadeel: het was maar 1 ruimte, die die rugzak had, en dat leverde altijd, hoe netjes ik ook pakte, aan het einde van de dag een niet door te komen chaos van doorelkaar geschudde zooi op. Snel even iets uit mijn rugzak pakken, was nagenoeg onmogelijk. 
Goed, dus al tijden aan het "zoeken" naar iets anders. Diverse andere rugzakken geprobeerd, en allemaal was het het nèt niet. Of helemaal niet. Irritant. Lelijk. Onhandig. 
Wachten dus maar tot (na) de verwennerijen van de heilige Nico. 
De heilige Nico verwende me wel, maar was zo verstandig om me geen rugzak aan te reiken. Had waarschijnlijk geen zin in mijn mierenneukerig gejengel als het net niet goed bleek te zijn. En terecht. 
Zwarte vrijdag duurt tegenwoordig bijna een maand lang, en dus kon ik met veel korting de rugzak bestellen waarvan ik zeker dacht te weten dat die mij zou bevallen. En ja, we weten allemaal dat Zwarte Vrijdag een Amerikaanse volksverlakkerij is waar je U tegen zegt, maar de korting was absoluut aanwezig. 
En het is een mooie rugtas geworden. Een met meerdere vakken, zodat ik alles netjes mee kan nemen. Zonder dat het een geprop wordt, dat op mijn rug niet meer lekker voelt. Zonder dat het een hysterisch gezoek wordt, als ik iets nodig heb, en dat uiteindelijk helemaal onderin, onder alle zooi terug weet te grabbelen, terwijl het bovenin "voor het grijpen" had moeten liggen. 
En nog rood ook. Wat wil ik nog meer: 

Ik ben aan het aftellen. 
Nog maar 6 dagen werken, verdeeld over 8 dagen en dan heb ik mijn welverdiende vakantie, die ik in de zomer eigenlijk niet had. Dan rust. Even geen werk. Geen werk-gerelateerd geneuzel of ruis, maar gewoon even niks. 
Voor nu eindigt mijn weekend, en begint het uwe. Ik wens eenieder een beste toe.










 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Help, we hebben een boom!

We boom'eren lekker door.  Zo net voor of net na Sinterklaas is ook de tijd dat de obligate kerstboom in huis gehaald wordt.  Het is bij...