dinsdag 23 augustus 2011

Bussen en Katten.

Het was een rustige zondagavond. Ik reed op lijntje 3 naar de Apenheul. Net het lastige punt in het centrum voorbij (van die paaltjes, waar je krap aan met je bus doorheen kan, en het is goed opletten, anders dan rij je die paaltjes om, en heb je schade (en schande)), toen mijn hart even stilstond. Een enorme klap en een hoop gerinkel galmde door de bus. Mijn eerste reactie: o KUT. Paaltjes geraakt. Maar dit kon niet, want op het moment van de klap, was ik die paaltjes al lang en breed voorbij. En toch lag de ruit van de achterdeur aan scherven door de bus. Nog een keer KUT. Kan zo'n ruit spontaan springen? Ja, dat kan. Maar die bussen zijn vrij nieuw. Een behulpzame, lieve oude dame, zei dat er jongens zaten. Hmm, dat klopt, die zaten er. Het interne communicatie systeem deed het niet. Dus uiteindelijk met veel vijfen en zessen, kreeg ik de verkeersleiding aan de telefoon. Zaken prima geregeld. Maar mijn overhemd was klam van het zweet. Uiteindelijk een schade formulier ingevuld waarop ik aangaf dat het of vandalisme was, of spontane ruitbreuk.
Vandaag moest ik een lijntje rijden, waar het CBR een halte aan heeft. Dat is mooi. Want dan komt er weer zo'n roedeltje opgeschoten pubers me vragen of ik naar het CBR ga. Het zweet klotst ze in de oksels, en de angstmeur is eerder de bus in dan zijzelf. Als ze eenmaal zitten, komen de onvermijdelijke theorieboeken boven water. Vanmiddag was dat een zenuwachtig meisje, die mij vroeg of ik haar een beetje kon overhoren. Dus een heel klein praktisch theorietoetsje met haar gedaan. Als het aan mij lag, was ze geslaagd. Ik hoop het. Ze wist alle antwoorden, en kon goed inschatten waar het gevaar kwam, en wat ik zou moeten doen. Leuk is dat. 

Claus is inmiddels weer meer ingeburgerd. Hij loopt heerlijk voor mijn voeten als ik in de keuken aan de slag ga, en kan zich (weliswaar heel lui) heerlijk overgeven aan het spelen met zijn speeltjes. Gisternacht voor het eerst een nacht, waarin hij niet al kwekkend kennis gaf van zijn eenzaamheid. Hij begint eraan te wennen dat hij de enige kater is in huis. Ik moet zeggen: ik had nooit veel met katten. Ik vond ze leuk. Maar met deze kat, heb ik toch best veel schik. Hij is blij als ik thuiskom (hoewel, IK moet me wel netjes bij HEM melden), en het is toch best fijn dat er iemand is als ik thuiskom, van een dag werken, die tegen me aan komt schurken, en begint te spinnen als ik achter zijn oren kriebel. Als iemand mij een jaar geleden had verteld dat ik een kat zou nemen, had ik hem vierkant uitgelachen. Ik denk dat velen mij nu zullen uitlachen, maar dat boeit niet, want IK heb Claus. Over de naam zelf, ben ik nog niet uit. Enerzijds is het makkelijk voor het dier en voor mezelf om de naam te houden. Anderzijds vind ik Claus niet bepaald een geschikte naam voor een kat. Weet niet waarom. Misschien moet ik hem gewoon C4 noemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...