dinsdag 12 juni 2012

Vrolijke pastoor. Vriendelijke dokter

De processie. In Limburg een bekend fenomeen.
Daags voor de processie, is heel het dorp in rep en roer. De route die de processie gaat afleggen is bepaald en de bewoners langs de route krijgen een uitrij-, inrij- en parkeerverbod. De notabelen van de straat gaan de avond voor de feestelijkheden met veel lawaai de straat versieren. Er worden palen in de grond gezet, waaraan vlaggen komen te hangen. En met bloemen (verse, en van papier) en gekleurd zand worden enorme afbeeldingen op straat gekladderd. (Vaak in de hoop dat het niet gaat regenen, want zonde van het werk).
Als de processie dan begint, haalt de koster van de kerk wat beelden en andere parafernalia uit de mottenballen, wordt er een stoet geformeerd. De stamhoofden en dorpsoudsten moeten natuurlijk meelopen. De jeugdclub, de voetbalclub, de carnavalsclub, de schutterij en de fanfare lopen allemaal mee. En natuurlijk de pastoor onder een baldakijn en het kerkbestuur. Met hun meest vrome gezichten schrijden zij door de straten.
Dit alles uiteraard begeleidt door de fanfare die voor de gelegenheid gecomponeerde processie-marsen speelt.
Dit is geen lekker loop tempo van 116, maar zit eerder tegen de 80 aan. Loodzware marsen zijn dat.
Uiteraard, liggen al die versieringen op het wegdek, dus worden door alle vroom (dus stuurs) kijkende mannen aan gort getrapt.

Als die processie dan ontbonden werd, zette de tambour-maitre van de fanfare er flink de pas in. Tempo 120 richting de kroeg. Dat was ook altijd het ijkpunt. Zodra de muziek sneller ging, wist iedereen dat de processie afgelopen was, en dat de file rondom het dorp langzaamaan op zou lossen.

Deze feestelijke parade ben ik nergens anders in Nederland tegengekomen.
In Valkenburg doen ze dat ook. En speciaal voor het hospice is er een kleine aparte processie. Met wat minder notabelen.
Voor de gelegenheid werden er een paar bloemstukjes op de grond gegooid, alle bewoners werden met rolstoel en al buiten gezet, de dorpsharmonie kwam, zag, struikelde net niet en denderde voorbij en uiteraard meneer pastoor.
Meneer pastoor had blijkbaar de gewoonte om elke bewoner te zegenen. Een kruisje slaan vlak bij het hoofd van de betrokkene, die zelf ook een onnavolgbare beweging maakte met de handen.
Aan gekomen bij mijn moeder, zag de pastoor blijkbaar dat mijn ma niet van de kerk was. Dus hij wilde zijn zegening voor mijn moeder doen, onderbrak zichzelf wat schutterig, en van pure zenuwen barstte hij in een bulderende schaterlach uit. Die uitmondde in een slappe lach. Brullend van het lachen liep meneer pastoor verder. Alle vrome notabelen, en mijn moeder verward doch geamuseerd achterlatend.
Dit verhaal vertelde mijn ma. En ik ben stiekem heel benieuwd wat nu precies de aanleiding was voor meneer pastoor om zo brullend in de lach te schieten. Maar of dat ooit nog duidelijk wordt....

Vandaag was de scen-arts langs gekomen. Om te kijken of mijn moeder wel of niet voor euthanasie in aanmerking komt. Hij zal zijn verslag aan de huisarts geven. Voor wat betreft het deel van het gesprek waarbij ik aanwezig was, leek het me een heel vriendelijke en capabele man. Een gedeelte van het gesprek was ik er niet bij. Ik denk dat dat het gedeelte was waarin de arts mijn ma vroeg of haar wens tot euthanasie wel echt van zichzelf was. Of die niet door derden werd ingegeven, of opgedrongen.
Hiermee voelt mijn ma zich, en ik ook serieus genomen. Nu is er in elk geval naar haar geluisterd.
Maar hiermee komt de dood ook weer dichterbij. En alles wat daarbij komt kijken. Wellicht had meneer pastoor toch wat zegeningen moeten geven. Je weet tenslotte maar nooit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...