zaterdag 7 februari 2015

Nesteldrang, en lucky number 7

De babykamer is lang het domein van Ilse geweest. Dat kwam denk ik omdat ik het allemaal nogal ver-van-mijn-bed vond allemaal.
Dus de inrichting en zo is allemaal een beetje buiten mij om geweest. Op de voor mij zo typische manier gaf ik te kennen dat 'het wel best is zo'.
Vandaag ontkwam ik er niet aan om me toch langer dan 5 minuten in de babykamer op te houden. Want er moest een gordijnrails opgehangen worden. (Waarom was me een raadsel, er hangen prachtige luxaflex). En er moesten allemaal kunstige, knusse bordjes tegen de muur. Want dat staat zo gezellig. Twee planken in de muur, en een of andere zachte, pluchen mobiel in het plafond, zodat het wurm straks tijdens het verschonen wat leuks heeft om naar te kijken.
Ergo; werken met mijn kadaver voor het wurm.
Met minder dan 7 weken te gaan mag het ook wel eens tijd worden dat ik mezelf vertrouwd maak met alle inhoud van die kamer, want het staat nogal lullig als ik de baby moet verschonen, nog niet weet waar de luiers staan, en dus een rompertje om de kinderbilletjes wikkel en totaal niet snap (of door heb dat) waarom het blijft lekken.
Om de een of andere reden, is het nu al een stuk werkelijker. Ik word vader, en verrek: ik begin er lol en zin in te krijgen. Ik durf al voorzichtig te fantaseren over de dingen die we gaan meemaken, alle grappen en grollen die ik ga uithalen met haar. Of zou dat een door de moeder getriggerde nesteldrang zijn?

Dat vertrouwd worden, begon vanmorgen al. Op verzoek van Ilse ging ik toch maar eens proberen om de kinderwagen in de achterbak van de auto te flikkeren. Om dat lompe ding het huis uit te krijgen, is al geen sinecure, maar dan moet het ding dus nog ingeklapt worden en in de achterbak geflikkerd worden.
Dat inklappen lukte best aardig, nadat we per toeval de juiste knopjes beroerden. Het flikkeren in de achterbak, lukte gewoon niet. Eerst linksom, dan rechtsom en uiteindelijk overdwars ging het ding er in. Ik had expres de meeste troep gewoon niet uit mijn auto gehaald, want als we met kind op pad gaan, gaat er meer mee dan alleen die kinderwagen, dus het moest allemaal passen. Passen deed het wel, maar makkelijk was het niet.

Maar ja... Ik zag vanmorgen een auto op marktplaats, waar ik interesse in had. En omdat ik toch een vrij weekend had, dacht ik zo maar dat het geen kwaad kon om even te gaan kijken. Ten slotte, dat bedrijf zit om de hoek, en redelijk dichtbij de supermarkt, dus op weg naar de boodschappen kon er best even een tussenstop gemaakt worden bij het betreffende garagebedrijf. Ik belde de lieve man, half en half verwachtend dat ik een aanbetaling moest doen voor de proefrit. Dat hoefde niet, en dat geeft de burger moed. De auto stond klaar (niet eens achterin, maar gewoon makkelijk te verplaatsen), en we mochten een ritje maken. Het gaat hier om een Ford Mondeo, die flink jonger is dan de volvo, iets meer luxe heeft, veel meer veiligheid en een grote achterklep, zodat ik die vermaledijde kinderwagen al bijna niet meer hoef in te klappen, maar gewoon met kind en al achterin kan sodemieteren, en dan lust die bak nog veel meer. Het ritje verliep in alle rust. Stille motor, soepele motor, geen dingen gevonden die tegen stonden. Zelfs Ilse, die eigenlijk geen andere auto wilde, was positief over dit slagschip. Want een slagschip is het, zelfs als je bedenkt dat het geen stationwagen is, maar een hatchback.
Dat is dan auto nummer 7. Lucky number 7. En omdat Ilse vindt dat een auto een naam moet hebben, hebben we hem (dank Michiel) Winston Churchill genoemd. Het moest namelijk een sjieke naam zijn. De afkorting ervan is WC, en dat slaat dan waarschijnlijk weer op mijn neiging om een auto langzaam maar zeker dicht te laten slibben met allemaal rotzooi. Van CD's tot half afgekloven restanten.
Dat probeer ik te voorkomen. En dan uiteraard het verbod om er in te roken, want de kleine... Dus nu overal naar buiten verbannen...
Toen Ilse akkoord ging met deze auto, stond ik in eerste instantie met mijn mond vol tanden. Wekenlang verzette ze zich tegen een andere auto, en nu ineens, na een zeer positieve proefrit, bij een vriendelijke baas, ging ze zelfs niet morrend akkoord, nee, het was een volmondig ja. Blijkbaar ziet ook zij in dat een veilige en praktische auto toch meerwaarde heeft, om nog maar te zwijgen over het overschot aan trekkracht dat net even lekkerder is om de caravan te trekken dan haar Saxootje.

En dus, een andere auto rijker, maakte ik me op om nog wat klusjes te klaren in de babykamer. Ik blijf me verbazen over het boren in zogenaamd betonnen muren. Wederom met dank aan Michiel had ik deze keer wel de juiste pluggen, en kon ik de plankjes mooi stevig in de muur schroeven. Dat wil zeggen: nadat ik de betonnen resten tussen mijn tanden vandaan peuterde, want dat broze spul vloog letterlijk de muur uit, en om de een of andere reden linea recta mijn (inademende) mond in. Ook lekker, als je de rest van de dag zit te knarsetanden.

Morgen de Volvo leeghalen. Voor het laatst. Of eigenlijk: voor het eerst... Deze keer zonder weemoed. Want hoe fijn de volvo ook rijdt, het is nooit mijn auto geworden. Van de BMW en de Berlingo had ik echt spijt dat ik ze wegdeed. Maar de rest... Ik hoop dat lucky number 7 me weer datzelfde plezier gaat geven.
Ik denk het wel.
En als ik dat gedaan heb, eens kijken of het me lukt om een deur te vernielen door er een kattenluikje in te maken. Ik hou wel een beetje mijn hart vast voor die gekke beesten, maar net als met kinderen: ooit moet je ze de wijde wereld insturen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...