dinsdag 11 augustus 2015

Over de was en over vooruitgang.

Een zomer waarin je geen vakantie plant, is natuurlijk een zomer van thuis zijn. En om meer dan 1 reden kan dat eigenlijk niet zoveel kwaad.
Jente is nog erg jong, en dus heel gevoelig voor prikkels. Ikzelf moest het een en ander wennen en aanpassen in mijn leven, en ook dat doe ik eigenlijk liever thuis in mijn eigen bed dan ergens in de caravan.
Dus zitten we lekker thuis te relaxen, met zo her en der een dagje uit.

Dat thuis zijn, heeft als voor of nadeel dat ik me ook actief bezig hou met dingen rondom en in het huis. Zo heb ik de berging achtergelaten alsof er een bom ontplofte, want we gingen de tent op marktplaats zetten. De animo ervoor is onderweldigend. (Koop dat ding nu, lieve lezers, het is echt een mooie tent, maar hij neemt teveel ruimte in in de berging).
En ik hou me bezig met de was.

Als Ilse kleding koopt, moet ik toegeven: in 99 van de 100 gevallen staat het haar beeldig. Voor zover mijn mening als min of meer geinteresseerde daadwerkelijk van waarde is, ik vind 99 van de 100 dingen bij haar prima staan.
Maar vrouwenkleding heeft 1 groot nadeel: als het om hun lijven zit, is het prima en ziet het er charmant en smaakvol uit (ten minste in het geval van Ilse, als ik op straat kijk, zie ik vaak dingen waarvan ik me beter niet kan afvragen waar het te koop is en vooral waarom), maar als het uit de wasmachine komt, is het een kluwen van onduidelijke lappen, waar ik kop noch staart aan kan ontdekken. Lapje links, strookje rechts, ritsje zus en klittenbandje zo. Ik kan vaak niet eens zien of ik het kledingstuk wel rechtop hou, en of het niet toevallig binnenstebuiten zit.
Kortom: bij het opvouwen van de was, doe ik maar wat. Ik probeer de kleding in min of meer rechte vlakken in het vierkant op te vouwen, zodat mijn onzekerheid met betrekking tot het betreffende stukje stof niet te duidelijk is.
Vervolgens komt het opbergen ervan. Dat heb ik opgegeven.
Bij mijn kleding is het heel duidelijk: een broek is een broek en een shirt is een shirt. Maar aangekomen bij de stapel van Ilse, moet ik al snel bekennen: ik onthou het simpelweg niet. En dat komt omdat ik geen flauw benul had van wát ik aan het opvouwen was. Dus kan ik ook niet bepalen of het een jurkje, een rok, een shirt een blouse of een combinatie van dat alles, of gewoon iets heel anders, waarvan ik het bestaan zelfs in mijn donkerste dromen niet had kunnen vermoeden.

Bij Jente is het een beetje hetzelfde.
Er zijn rompertjes.
Er zijn shirtjes
Er zijn rokjes
Er zijn broekjes
En er zijn combinaties van bovenstaande.
Vooral de zogenaamde overslagrompertjes zijn een aanslag op mijn gemoed. Die moet ik namelijk om Jente heen wikkelen, zodat ik geen dingen over haar hoofdje hoef te sjorren. En op zich vindt ze dat fijner. Maar daar zitten dan weer op de meest rare plaatsen drukknopen, om het ding dicht te houden. Soms vind ik die kutknoopjes in één keer. Meestal moet ik zoeken, en moet ik bekennen: dicht is dicht, en als er 1 knoopje ontbreekt: het zij zo. 
Of van die jurkjes, met meerdere laagjes, waarin in de onderkant ook een rompertje zit. Ik heb het al eens gepresteerd om dat ding ondersteboven over haar hoofdje te sjorren. Uiteraard geheel tegen madams zin. En toen het eindelijk voor mijn gevoel op zijn plek zat, ontdekte ik die knoopjes, die zo erg lijken op de sluiting beneden van een rompertje.... Dus dat kreng weer over haar hoofdje uit (nog grotere woedebui bij Jente) even binnenstebuiten en ondersteboven draaien en klaar.
En net als je denkt: Hehe... Papa bezweet, maar het kind heeft ten minste schone kleren aan..... *Kwaaaarkkkkkaaaaahhhh*  en dan landt er een lading kinderkots om U tegen te zeggen over haar schone jurk-romper-shirt-achtig-broekje. En het enige schone is een shirt-achtig-jurk-broek-rompertje die niet over haar hoofd moet maar juist van onder af......

Gesproken over Jente:
Ze ontwikkelt. Ze groeit. Als ik in de ochtend op tijd ben, en zij is net wakker, dan kom ik haar kamertje op en dan ligt ze (meestal overdwars) al naar me te lachen. Eerst heel ingetogen, maar naarmate ik verder haar deur open doe en binnenkom gaat haar glimlach over in een gulle grijns tot grote lach. Ze strekt al kirrend haar armpjes uit en ik pak haar op. Dan hebben we even een geluksmomentje samen.
Als we al wakker zijn, begint haar onrust. We leggen haar op haar rug, en zelf rolt ze op haar buik. Soms schrikt ze daarvan en barst ze in tranen uit. Vaak niet, en is ze wat in de rondte aan het tijgeren. Echt vooruitkomen doet ze nog niet, maar dat komt.

Ik slaap steeds beter. Hoewel... Dat is onzin. Maar dat apparaat doet wel kleine wondertjes, stap voor stap.
Als ik het masker heb vastgesnoerd, en het apparaat begint te pompen, val ik al rap in slaap. Ik heb niet het gevoel dat ik diep slaap, want meestal "voel" ik wel dat ik iets op mijn hoofd heb, en ook bij het draaien in mijn slaap, merk ik wel degelijk dat ik een masker op heb.
Maar het wakker worden, neemt steeds minder tijd in beslag.
Ik voel me steeds minder verrot in de ochtend, en dat heeft zijn weerslag op de vorige alinea. Ik geniet steeds meer van Jente, en begin ook steeds minder moeite te hebben met haar onpeilbare huilbuien omdat haar tandjes doorkomen.
Dus wat dat aangaat: vooruitgang. Ik zal nog wel meer moeten wennen aan mijn Darth Vader look, maar ik voel me wel al stukken beter.



2 opmerkingen:

  1. Lees je blogs altijd met veel plezier....kijk weer uit naar de volgende, je hebt talent....érrug leuk....en dat terwijl ik heeeelemaal geen lezer ben.

    BeantwoordenVerwijderen

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...