zaterdag 5 november 2016

Zwarte Piet en Stemapparaat-Gate.

Thuis ben ik heel alleen. Eenzaam zelfs.
Ik sta namelijk nogal alleen als het gaat om Zwarte Piet. Die hoort bij Sinterklaas, en zeg nu zelf: roet-veeg-piet, dat klinkt toch niet?
Mijn hang naar tradities, is nu eenmaal een wezenlijk deel van mezelf, en ik ben dus ook tegen het zomaar veranderen van iets dat mooi is.
Mensen die zich daardoor aangevallen voelen: heel jammer, leer ermee leven. De keren dat ik voor rooie, vuurtoren, goudvis of bietenkop werd uitgemaakt, zijn niet meer op de handen van 16,5 miljoen mensen te tellen, en dat het hele jaar door, en niet alleen rond Sinterklaas. Ook discriminatie, ook pesterij. Lekker belangrijk, ben ik hard van geworden.
Dat mijn Sinterklaasfeest er één moet zijn, met de bijbehorende attributen en figuren, heeft voor mij totaal niks met racisme te maken. Totaal niks met slavernij of wat voor abjecte redenen de tegenstanders van Zwarte Piet ook wensen op te hoesten.

Maar goed, zoals gezegd: ik sta er alleen in, want Ilse is fervent tegenstander van Zwarte Piet. Dat wordt nog een uitdaging, en voor mijn geestesoog speelt de volgende scene zich af:

Jente is zichzelf helemaal blij aan het volproppen met marsepijn, pepernoten en chocoladeletters, terwijl ze ondertussen cadeautje na cadeautje uit de verpakking scheurt.
Ilse en ik zitten elkaar vinnig aan te staren, want ik zing alle liedjes waarin een Zwarte Piet voorkomt, terwijl Ilse er continu ROETVEEGPIET doorheen brult.
Jente probeert ons blij te laten zien hoe snel ze pakje nummer 54 openscheurde (ingepakt met ZWARTE PIETEN pakpapier) terwijl Ilse mij woedend aankijkt als ik Jente fijntjes wijs op die vrolijke, gezellige Zwarte Piet.
Ilse roept Jente bij zich om haar ROETVEEGPIET te leren uitspreken, terwijl papa al weken geleden erin geslaagd is om Jente Zwarte Piet te laten zeggen... En zo knagen Ilse en ik ons door dat heerlijke avondje heen.

In de discussies die nu inmiddels al het hele jaar door plaatsvinden, is echter al heel lang geen enkele ruimte meer voor over-en-weer begrip. De tegenstanders komen niet veel verder dan als blinde uilskuikens roepen dat voorstanders racisten zijn. En de voorstanders komen niet veel verder dan het ronddelen van domme plaatjes van domme sites. En daarmee geven ze de tegenstanders dan ook wel weer een beetje gelijk. Eigenlijk.
En aangezien argumenteren aan beide zijden niet echt tot de mogelijkheden lijkt te behoren, meng ik me maar niet meer in die discussie. Want zelfs als je een redelijk antwoord geeft, of een open vraag stelt, krijg je al snel te horen dat je een racist bent, zonder dat er werkelijk een open en prettige discussie mogelijk is. Laat maar dan.

Een van de wat meer prominente tegenstanders (ik ga haar naam niet noemen) vindt iedere blanke een racist, en zelfs als mensen vriendelijk goedemorgen tegen haar zeggen, dan is ze boos. Zij zou bij de SGP of de 50+ partij prima op haar plek zitten, want zij is boos. En net als de 50+ partij heeft zij boosheid tot kunst verheven.
Prima. Wees boos, maar val mij er vooral niet mee lastig.
Maar ze komt ook voortdurend in het nieuws met haar gejank. En haar boosheid. Ik probeer dan altijd weg te zappen. Beter negeren (ja, ik zeg negeren als in: doen alsof ze niet bestaat, voor ik straks een proces aan mijn broek krijg) dan reageren. 

Wat ik wel buitengewoon hilarisch vind, is dat de voorstanders van Zwarte Piet werkelijk álle opgeboerde uitspraken van deze jankjuffrouw delen, analyseren en nog eens delen, en nog eens quoten en nog eens herhalen.
KIJK NU EENS WAT ZE ZEGT!!!!11!1!one!11 HET LAND UIT MET DAT KRENG. We willen dat ze geen podium meer krijgt voor haar blarentrekkende verhalen.
En wat doen ze dus: ze delen alles wat deze jankjuf zegt... Dat vind ik hoogst komisch.
Negeer het mens dan gewoon. Als niemand er meer op reageert, houdt ze vanzelf haar smoel.
En onder het motto van: Negatieve aandacht is óók aandacht, zal deze jankjuf alleen nog maar meer gaan zwetsen, zwammen en janken. En zo houden voor- en tegenstanders elkaar lekker aan het werk...

In Limburg is een heusche rel ontstaan nadat een recensent zich verbaasde over het gebruik van stemapparaatjes tijdens een concours. En hij noemde dit: "Technische Doping".
Deze discussie bleef gelukkig wat meer open, hoewel de voorstanders van het gebruik van deze apparaatjes veelvuldig hun gevoel voor decorum verloren, en begonnen te mauwen dat er niet over gesproken moest worden. Het was "SBS-journalistiek", of "Sensatiezoekerij".

In het verleden werd er nog wel eens geklaagd over het feit dat rijke verenigingen die op concours gingen, vaak voor vele duizenden euro's aan beroepsmusici inhuurden. Hele secties uit niet nader te noemen professionele orkesten, verdienden op deze manier hun vakantie in een 8 sterren hotel bij elkaar. Deze rijke verenigingen zetten dat beroepspersoneel gewoon op de ledenlijst, en er moest verder maar niets over gezegd worden.
Deze praktijk bestaat tegenwoordig nog steeds.

De stunt om stemapparaatjes aan instrumenten te hangen, is een nieuwe. En zelf beroepstrompettist zijnde, vind ik het verbijsterend dat een dirigent (die ook conservatorium heeft gedaan, denk ik zomaar) dit steunt, en toelaat. Het zit je namelijk alleen maar in de weg. (Stemmen met apparaat kan nuttig zijn, maar tijdens een concert, moet je luisteren naar de muziek om je heen, en hoe jouw noten daar in moeten passen. Als je alles op een digitaal kastje gaat doen, ben je niet meer met het concert bezig, en ben je jezelf dus tegen aan het werken).  Deze mening wordt overigens en gelukkig door veel van mijn collega's gedeeld.
Echter, in één wel zeer bizar geval niet. En die wil ik er ter leering ende vermaeck wel even uitlichten.
Deze dame heeft net als ik een conservatorium diploma. Sterker nog: zij heeft verder geleerd, en heeft dus niet alleen haar bachelor, maar ook haar master diploma in de muziek.
Zij zei naar aanleiding van de recensie: nou, dan gaan we ook onze triggers maar niet meer gebruiken.
(Voor de leek: een trigger is een mechanisme om de valse noten die er nu eenmaal op een koperinstrument zitten, te corrigeren. Een koperinstrument is nu eenmaal een compromis).
Mijn wenkbrauwen, die toch al erg hoog op mijn voorhoofd stonden vanwege alle malle reacties, flikkerden nu bijna van mijn voorhoofd af van verbijstering.
Een beroepsmusicus met nota bene een masterdiploma (die heeft dus niet 4, maar 6 jaar op muziek in het algemeen en haar instrument in het bijzonder geleerd) die zoiets durft te roepen? Die zou wat mij betreft geen snabbel meer moeten krijgen, haar diploma's inleveren, of op zijn minst het schoolgeld van al die jaren terug moeten eisen. Die heeft werkelijk niks geleerd of begrepen over stemmen, intonatie, samenspelen en muziekmaken.

Even los van wat we daar met zijn allen van vinden: waar eindigt het gebruik van hulpmiddelen...
Het begon met inhuren van beroepsmusici, en nu zijn we dus bij het (m.i. nutteloze) gebruik van stemapparaten.
Ik denk dat de volgende stap in-ear metronooms zijn. Want luisteren naar je omgeving en je medemusici hoeft niet meer, vanwege het stemapparaat. En voor een vereniging financieel wel lekker, want met een stemapparaat en metronoom op instrument en lessenaar kun je de dirigent wel afschaffen.
Een andere opmerking die gemaakt werd: op zo'n concours, staan alle neuzen dezelfde kant op, en wil de vereniging pieken.
Juist. Dus als argeloze bezoeker van een normaal concert van je vereniging, krijg je een vereniging die niet per definitie wil pieken? Dan betaal je dus een kaartje voor een vereniging die niet met de neuzen dezelfde kant opstaan. Lijkt me toch een domper. Dat zal dan uiteraard wel niet zo zijn, maar het argument en sich slaat natuurlijk nergens op.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...