zondag 9 april 2017

Geleuter.


Ik ben een roker. Das al jaren zo, en vele stoppogingen verder en ik rook nog steeds.
Binnen roken, sinds ik Ilse in mijn leven toeliet, is niet meer aan de orde, dat vindt madam vies en nu met Jente erbij heb ik zelf ook niet echt de nijging om haar eens even mee te doen feesten in mijn verslaving. 
Nu ben ik van nature wat laks aangelegd, en dit wetende, vond ik het een wijs plan om in elk geval iets van een asbak in mijn tuin te hebben staan.
Maar ja. Zoals ik reeds stelde: ik ben wat laks. Dus die asbak raakte overvol, de wind kreeg er grip op, dus die asbak kletterde op de grond en peuken waaiden weg.
Zonder Jente, in het tuintje in Tiel, was dat geen heel erg groot probleem. Laat gaan, laat gaan. De honden en katten vreten die peuken toch niet, en dat huisje zou toch gesloopt gaan worden.
In Rotterdam werd het al wat lastiger, want dat was een balkonnetje, en je wil niet dat dat balkonnetje tot een soort van asserige, met peuken bedekte ellende wordt. Een leeg kratje bier bracht uitkomst.
Hoewel: bij de verhuizing van Rotterdam naar Almere moest dat kratje dus wél terug naar de winkel. Al die flessen leeg pulken en omspoelen was een ranzig klusje.
Iets om in Almere niet meer te doen.
In Almere kreeg ik een heuse asbak. Een zware asbak. Van zwaar porcelijn. (Wat is de spelling van porselijn? Bij alle lettercombinaties krijg ik een rood lijntje onder het woord, dat aangeeft dat de spelling niet klopt). De deksel heeft de eerste vorst niet overleefd, en het ding is nauwelijks groter dan mijn mondholte, dus twee keer roken en het ding zit vol.
Ik kreeg ook een tuinhaard. En de roker in mij werd blij. Want die paar peuken, fikken wel mee als ik het ding aan maak.
En inderdaad, ik gebruik het ding dus erg weinig. Want zeker de afgelopen winter, was het niet dusdanig lekker weer buiten, dat ik eens lekker wat planken hout zou verfikken. Maar wel makkelijk om mijn peuken in te schieten.
Vandaag was zo'n lekkere dag dat het zonnetje scheen en de deuren lekker open kunnen. Jente naar buiten, en verrek: gelijk op die tuinhaard af, waar ik dus het hele najaar en de hele winter mijn peuken in heb geschoten.
Toch maar leeghalen. Een hele emmer vol peuken eruit.
Ranzig!
Ran-zig.
Goor!!! De hele winter aan vocht, vermengd met asresten, volgezogen en half afgefikte filters. Verkleefd met Joost-mag-weten-wat, te smerig om aan te pakken. Dat dus ook maar niet gedaan, ik ben wel goed, maar niet helemaal gek. Zelfs door de tuinhandschoenen heen, voelde ik de glibberige narigheid door het "leer" heen komen.
En het leek zo'n praktische asbak....
Nadat ik het ding leeg had, meteen de restanten van mijn huisvlijt erin geflikkerd om de boel eens goed op te stoken.
Mijn huisvlijt is wat kasten betreft even klaar.
Dit issem dan, in vol ornaat, en al helemaal gevuld met mijn Citroën-gerelateerde hobby zooi. En omdat de foto uit een wat ongemakkelijke hoek genomen is, lijkt het alsof hij al helemaal vol staat, niets is minder waar, er is nog plaats voor ongelooflijk veel modelletjes, typeplaatjes, en andere spulletjes.
Ik ben erg trots op dit resultaat, moet ik zeggen. Want nog niet zo heel lang geleden, zou ik dit niet hebben gekund, of gedaan. En nu doe ik het zomaar eventjes. Ook hier weer niet foutloos, maar omdat ik al doende leer, heb ik veel onvolkomenheden (zonder te vloeken!!) toch op een zeer listige manier weten weg te werken. Er zijn zelfs stukjes van madame Jeanette terecht gekomen in en op mijn kast. En het staat echt heel mooi. (Kijk maar even naar de deurtjes).
Een onvolkomenheid is echter totaal aan mijn onoplettendheid in de winkel te danken. En dat kwam weer doordat ik in de winkel afgeleid werd door het winkelwagentje waarmee ik mezelf had opgezadeld.
Ik had namelijk een plank van 240 centimeter nodig, en had er een gehaald van 120 centimeter. Nogal een verschil. Maar het winkelwagentje dat ik bij me had, had de stuurwielen aan de achterkant zitten. En op zich is dat niet zo heel erg, ware het niet dat die stuurwielen niet bijster goed werkten, en ik mezelf daardoor bij kans ernstig zou verwonden, als ik mijn aandacht niet compleet bij het sturen legde.
En dus niet bij de stellingen waarin het door mij begeerde hout lag. Stom.
 Hoewel, zonder te vloeken... De Gamma (en ik neem aan alle andere bouwmarkten ook) gebruikt stickers met barcodes om de prijzen te scannen. En om de maten er nog eens op te zetten. Die stickers plakken met een heel erg weerbarstig goedje. Dat goedje plakt namelijk niet alleen aan hout en papier, maar gaat helemaal in het hout zitten. En fatsoenlijk lostrekken, kun je dus gewoon vergeten.
Dat werkte wel heel even op mijn frustratie-spieren. Sakkerend pakte ik uiteindelijk maar een plamuurmes om die helse papiertjes van mijn kast te schrapen. En zelfs met een ultra scherp plamuurmes wisten die stickers het nog zo bont te maken, dat ik bijna die hele kast met inhoud in de hens had willen steken.
Maar hij staat.
En dat heeft even iets langer geduurd dan ik wilde, want er moest nog een auto naar de sloop.

Daar gaat ze dan. Een ontluisterend beeld. Verdrietig. Maar in ruil voor alle geld die ik in haar stak voor onderhoud, in ruil voor alle tlc die ik haar gaf, deed ze dat wat ze moest doen toen het nodig was: mij en mijn gezin beschermen toen het misging. De sloop bood 125 euro voor "het wrak". Maar vriendje Bram wist beter. Samen hebben we alle onderdelen die nog iets waard waren verkocht. En dat leverde toch iets meer op. Plus nog 95 euro voor de overblijfselen. Madame Jeanette leeft voort in een aantal andere C5'en, een Berlingo en zelfs een Peugeot, heb ik begrepen. (En dus ook in mijn kast). Blij dat ik naar Bram geluisterd heb, die me soms temperde als ik te snel ging, die me een schop gaf als ik te langzaam was en die me van begin tot eind heel veel zorgen uit handen nam.
En wellicht komt er later weer zo'n luxe auto voor in de plaats.

Wandelen met Jente.
"De cursus geduld oefenen voor beginners, is een halve dag uitgesteld".
Jente in de auto, tasje met lekkertjes en drinken mee en gaan. Uitstappen en lopen maar.
Lopen, maar dan wel om de andere stap stil staan, want er moet in iets geprikt worden. Er moet iets opgepakt worden. Er moet iets bekeken worden.
"Laat maar liggen liefje, dat is een steen".
"Kom maar poppetje, we gaan verder" (als we al 5 minuten hebben staan wachten omdat Jente per se een graspolletje op het pad uit haar hoofd moet leren).
"Bahhhh AFBLIJVEN!!!! Dat is POEP". Waarop ze stralend papegaait dat het POEP is.
Bijna struikelend over haar omdat ze ineens besluit de andere kant op te lopen.
Haar op mijn nek zetten omdat -"papa dagen"- madammetje eventjes te moe is, maar na 10 passen alweer -"zelf mopen"- neerzetten. 
Haar oprapen, want uit boosheid omdat ik haar bij die distels wegtrok, ging ze maar op de grond liggen huilen.
Maar aan de andere kant: alles is nieuw. Alles moet onderzocht worden. En de verbijstering en pret die ze heeft door alle nieuwe dingen, en alle bekende dingen is simpelweg prachtig.
"Kijk is even". En dan wijst ze naar een afgeknapte boom.
"Googol". Als er een vogel uitbreid zijn lokroep laat horen.
"Spinnetje". Tegen alle mieren, kevers, torren, spinnetjes en andere insecten die we tegenkomen.
Na krap een uurtje zijn we afgemat. Wij, Ilse en ik dus. Jente heeft op zich niet echt heel veel last van vermoeidheid.
Ze is wel heel zelfstandig, en ergens vind ik dat jammer. Ik had de hoop om hand in hand met mijn dochter lekker te kunnen wandelen. Maar hand in hand lopen, is niet echt aan haar besteed.
Maar af en toe wel. "Handje geven". Klinkt het dan. En dan wil ze toch -zij het heeeeel even- aan de hand meelopen.
Mooi.
Ik heb een mooie dochter.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Worstenman, vrije dag en groene vingers.

Die titel klinkt als een clickbait. Want raar. Maar ja, verwacht u iets anders? De paasdagen komen er weer aan, en wederom ben ik glad verge...