zondag 3 november 2019

Zomaar uit mijn leven gegrepen.

Ik zat in een stil, heeeeel steriel kamertje aan een bureautje, met een stapeltje lijsten die ik in moest vullen.
"Er zijn geen goede of foute antwoorden." Zo stond er geruststellend op elk voorblad. Ik kreeg een uur de tijd.
Uiteraard was ik met een goeie 25 minuten klaar. En vroeg aan de receptioniste of ik kon gaan roken.
En daarmee begon de intake. Na het roken uiteraard, want tegenwoordig zijn ziekenhuizen rookvrij en dus moest ik buiten roken.
Intake nummer 1. Want ik wordt pas aanstaande donderdag in het overleg met alle hoge piefen besproken, en dus is morgen intake gesprek nummer twee met een andere hoge pief.
Ik ga niet precies opschrijven wat er precies besproken is, maar waar de huisarts zei dat er wel 2 jaar voor zou staan, zei de psycholoog dat het misschien wel met 15 gesprekken opgelost was.
Oke. 2 jaar had me een enorme heuvel geleken, maar 15 gesprekken lijkt me dan weer iets te optimistisch. Maar goed, dat zeg ik als ras-realist.
De waarheid zal hopelijk ergens in het midden liggen.
Ik heb ooit in een verleden bij een heel andere therapeute gezegd dat ik haar collega (buiten defensie) een duinkonijn vond. Dat kon die betreffende dame niet waarderen. En ergens snap ik dat.
Uiteindelijk bleek wel dat zij goed om kon gaan met mijn toch wat buitenissige humor en mijn onvervalste lompheid.
Bij deze therapeute heb ik maar gelijk eerlijk aangegeven dat ik wel iemand nodig heb die sterk genoeg is om met mijn rauwe randjes om te gaan. Die me ook op mijn flikker durft te geven als dat zo uitkomt. Kortom: ik moet er vertrouwen in hebben, en me niet in hoeven houden omdat de hulpverlener een teer zieltje heeft. Die heb ik zelf namelijk al.
Ze kon dit waarderen, en vond dat er met mijn gevoel voor humor niks mis is.
Nou, dat is dan een mooie opsteker. In een depressie zitten en dan toch nog een goed functionerend gevoel voor humor hebben.
Ik lach me mijn ballen uit mijn broek. 

Ik ben zo iemand die continu kleine, doch belangrijke onderdelen van dagelijkse dingen kwijtraakt.
Zo kan het zijn dat ik hele strooptochten door het huis onderneem om een bitje te zoeken. Een zeer specifiek bitje dat past op de schroefjes waarmee modelautootjes op hun plaatje geschroefd zitten.
Of mijn tondeuse/trimmer.
Die is wat bewerkelijker. Want voor mijn hoofd heb ik een opzetkammetje nummer 1 (1 millimeter). En een opzetkammetje nummer 4 (dit is, het zal u niet verbazen, 4 millimeter). Deze laatste gebruik ik voor mijn baardje. En deze is echt van belang, want als mijn baard te lang wordt, past mijn masker niet meer goed en adem ik Ilse een permanent in het haar tijdens onze slaap.
Maar ook naar de lader van dit accu-aangedreven toestel leverde me vaak gefrustreerde zoektochten op.
Met als absolute dieptepunt afgelopen week.
Ik vond het weer eens tijd worden om mijn gezicht te ontdoen van de steeds bavianerige trekjes die erop zichtbaar werden. Ik merkte al dat het scheren wat stroever werd, en hoopte dat er nog net genoeg prik in zat om deze scheerbeurt af te maken.
Helaas.
En nog helaser: Het ding hapte zijn mesjes in mijn haar om met een pijnlijke klap tot stilstand te komen.
Hangend aan mijn haar.
In mijn hals.
Dat is zo godsgeniepig pijnlijk. Als je dat net niet verwacht, begin je vloeiend aan een ontzettend pijnlijke epileerbeurt waar een vrouw respect voor krijgt.
Vloekend en jammerend dat zelfs de apparaten in het huis erop uit zijn om mijn depressie alleen maar te vergroten (depressie en materiele tegenslag zijn geen denderend goede combinatie) rukte ik het ding los, en ging op zoek naar het snoer. En niet te vinden. Nergens. Op geen enkele logische plaats.
Val maar kapot, zo dacht ik en ik stofte de Bol.com app van mijn telefoon af, om een nieuwe tondeuze/trimmer te kopen. Klaar was ik met al die zelfstandig verdwijnende dingen. Dan maar een frisse, nieuwe.
Die arriveerde gisteren. En omdat elke tondeuse een beetje anders is, loop ik nu (op zondagochtend) met een klein, ongenood matje in mijn nek rond.
Dat moet dus nog even wennen.
En je raadt het al: met dat ik begon aan deze blog, ontwaarde ik tussen alle aan de computer gelieerde snoeren, een snoer dat er niet thuishoorde en er niet op aangesloten was.
 Jawel...
Het snoer van mijn vermaledijde tondeuse.
Waarom ik ooit besloot om mijn tondeuse ver van de badkamer (met spiegel) op te laden, zal ik echt niet kunnen achterhalen. Gewoon niet. Hetzelfde als dat je je telefoon in de koelkast legt, nadat je boodschappen hebt gedaan. Niet te herleiden beslissingen van een tijdelijk in ongerede geraakte frontale hersenkwab of zo.
Nu ja, je zal maar zonder zitten. Heb ik er nu twee.

Een poosje terug begon ons gezamelijke we-struinen-veiligsites-af-naar-leuke-nuttige-dingen-avontuur.
Hebben we veel leuke, goeie dingen vandaan, ook een paar teleurstellende dingen. Zaken van Vida-XL zijn zaken die je moet overslaan. Gewoon niet kopen. Ook niet omdat de prijs zo leuk is. Gewoon niet doen. Kwalitatief Uitermate Tragisch. Echt niet aan beginnen.
Maar we kochten meer op veiligsites. Een hele vrachtwagenlading aan slaapzakjes voor kinderen in vluchtelingenkampen. Een goed-doel-donatie-actie die geheel en al door Ilse opgezet werd, en afgerond.
Top. Toch, zo'n echtgenote?
De verlichting op onze bovenverdieping was ons al langer een doorn in het oog.
Niet alleen omdat de architect verzonnen had dat die verlichting niet tegen het plafond moest, maar tegen de wanden. Maar ook omdat de door ons geinstalleerde verlichting om de haverklap kaduuk ging.
Omdat met name de gang verstoken is van natuurlijk licht was het er al snel onhandig donker, zeker als dan ook nog eens blijkt dat de armatuurtjes lampjes vreten. Op een van deze veilingsites ontdekte Ilse hele lelijke, doch wel praktische ledpanelen.
Ja, lelijk, maar belangrijker: het was ons niet geheel duidelijk hoe deze dan geinstalleerd dienden te worden.
Omdat ik me door diverse zaken even niet echt op verlichting kon focussen, bleven die paneeltjes dus waar ze waren: in hun doos.
Maar gisteren was ik dus een dagje aan het sturen op het platform, en zag Ilse kans om een van die paneeltjes tegen het plafond te hangen. Keurig netjes weggewerkt met twee houten klosjes, een paar klodders kit, en zelfs een keurig nette kabelgoot.
Prachtig. En geheel niet in de stijl van 'help mijn vrouw is klusseres'.
Mateloos trots was ik. En bijzonder ingenomen met het feit dat onze overloop dus helder verlicht is. Het is net daglicht.
Maar alsof de voorzienigheid ons wilde bestraffen voor ons toch wat euforische gevoel:
Moe en (afge)mat zaten wij beneden nog even af te dieselen van een lange (werk/klus)dag. Jente lag al in haar bed, toen er boven een enorme klap klonk. Even vreesde ik voor een huilbui en een Jente die uit haar bed was geduveld. Maar het bleek dat het zo liefdevol en knap opgehangen paneel naar beneden was gelazerd.
Een van de verbindingen had geen stand gehouden, en die gaan we straks nog eens overdoen.

Vandaag dus een dag van relatieve rust. En wat is er leuker op een dag van relatieve rust om samen met mijn dochter kruidnoten te bakken?
Ten slotte is het weer die tijd van het jaar. En hoezeer ik ook mezelf ertoe moet gaan dwingen om iets leuks te gaan doen, denk ik dat het goed is om het te doen. Jente gaat er veel plezier van hebben, en ik denk dat het echt geen kwaad kan als ik los probeer te komen van die continu aanwezige zwarte wolk om me heen.

Dit alles geschreven hebbende, wens ik u allen een prettig weekend.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...