maandag 24 augustus 2020

Over een Varken, een 205 en vooruit: een Berlingo.

Dju, het is geen zaterdag en geen zondag. Mijn voornemen om weer terug te gaan naar weekendse blogs is nu al weer onhaalbaar gebleken.
En dat is de schuld van een Citroën.
Dit is het verhaal van hoe een Peugeotje 205 (ff googlen voor de jonge lezer, dit waren in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw de stadsrakkertjes van dit Franse concern, en eigenlijk best leuk) de saxo voorlopig van de eeuwige snelwegen redde.

Het verhaal begint in mei ergens, of april. Toen Ilse besloot de grote slee te vervangen voor weer een klein stadsautootje. En een eisenlijst die ze had. Er moest toch wel airco inzitten. En het mocht niet teveel kosten.
Dat werd een goeie zoektocht, en zowaar: we vonden een Saxootje met 5 deuren (handiger dan Jente via de opgeklapte voorstoel achterin proppen), centrale vergrendeling met afstandsbediening (lekker als je met volle armen aankomt, Jente onder appèl moet houden, en dat je dus ook niet nog eens met een sleutel moet stoeien) én een volledig functionerende airco. (Hemels in de helse hitte van de zomer).
Het autootje reed prima, en doorstond mijn toch wel wat gebrekkige aankoopkeuring, en aldus vertrokken wij blij naar huis.

Die blijdschap was van weinig lange duur, want we constateerden dat de garagist van de vorige eigenaar ernstig goed was in het schrijven van gepeperde facturen, maar dat het geleverde werk dat op die facturen stond, qua kwaliteit niet in verhouding stond met de prijs. Als het al was uitgevoerd.
Want na een paar maanden werd de saxo door de ANWB thuis afgeleverd, en dat was dat.
Dat was dat, want Ilses geld voor een andere auto was op, en mijn liefde voor deze kleine, leuke, charmante auto was niet getaand, integendeel: ik vond eigenlijk dat ze gewoon de weg weer op moest.
Omdat ik nu eenmaal lid ben van enkele Citroen clubjes/facebookgroepjes, deponeerde ik daar mijn dilemma, en in naast het feit dat er gelukkig mensen wilden meedenken in opties om de auto op de weg te krijgen en houden, waren er ook reacties van mensen die onze billy (zo heet de saxo) al helemaal in stukken aan het hakken waren, omdat er heus wel onderdelen waren die mooi op hun auto zouden passen.
Deed een beetje aasgierend aan.
Maar goed, we gingen eerst op vakantie, om daarna de opties (die van prijs varieerden van 50 euro en een bosje konthaar voor de auto bij verkoop, tot ver in de 2000 euro voor een complete revisie) eens goed te overdenken.
Intussen waren er twee kerels die ons gemijmer hadden gevolgd en kippenvel kregen van alle mensen die in gedachten al met een snijbrander de saxo aan het opdelen waren. Laat ik ze Sjoerd en René noemen, zo heten ze namelijk ook.
Sjoerd en René namen contact op, want ze vonden dat die saxo gewoon in ons bezit moest blijven, en gewoon moest gaan rijden. En vol bravoure begonnen we met het plannen van de klus.
Van beide heren kreeg ik een boodschappenlijstje mee: koppelingsset, distributieset, flink wat sappen, en als bij toeval slaagde Sjoerd erin om bijna letterlijk voor een bosje konthaar een vervangend motorblok te regelen. En bijna lukte het ons daadwerkelijk om de week erop te beginnen, ware het niet dat de onderdelen anderhalve week later pas geleverd zouden worden, en we dus pas afgelopen zaterdag konden beginnen. 

Dat beginnen had nogal wat voeten in aarde, want Billy moest natuurlijk van Almere naar Zuid Holland. En kon dat niet meer op eigen kracht. Auto-ambulance huren. Sjoerd wilde best wel komen vanuit Brabant om voor auto-ambulance-chauffeur te spelen, aangezien wij geen van beiden een aanhanger-rijbewijs hebben, maar dat zou voor mij toch echt wel de laatste oplossing zijn. Dat zou een beetje belachelijk worden. Gelukkig vond ik een collega (laat ik hem Ronald noemen, want zo heet hij ook. Gouden gast) bereid om zijn vrije zaterdagochtend te versjteren met het transporteren van Billy.
Door het rare deur-beleid van autoradam, konden we helaas pas ver na de gereserveerde huurtijd vertrekken, en ik moest van Ilse haar aandeel in deze hele operatie nog vermelden: zij heeft de auto, toen die op de ambulance stond hoogst persoonlijk, als een heuse sjor-koningin vast gesjord. Met sjorbanden dus.
Na een langdurige, doch gezellige en vooral veilig en verantwoord uitgevoerde rit, konden we dan eindelijk gaan beginnen.
Het demonteren van de motor ging nog wel aardig. ik denk dat we ongeveer 3 kwartier hebben lopen knoesten aan dat ding, en toen hing die in de takel. Wat waren we trots. En schoon. En blij.

Dat duurde niet heel lang. Want toen we de motoren naast elkaar hielden, bleek dat Citroën wel zei dat de motoren hetzelfde waren volgens kenteken en motorcode, maar dat dat ook alleen maar in theorie zo is. De praktijk was heel anders, veel weerbarstiger en veeeeeel frustrerender.
Wat volgde waren uren hard zwoegen, veel vloeken, totale verbijstering die grensde aan hondsdolheid, meerdere malen complete verslagenheid en regelrechte doodswensen aan Citroën in het algemeen en de Saxo in het bijzonder. 

We hebben het inlaatspruitstuk moeten customizen, omdat de injectoren anders niet zouden passen. Die pasten toch al niet, dus die hebben we ook moeten aanpassen. En dat heeft ongeveer de hele dag geduurd.
We hebben zitten worstelen met de passing van de motor op de versnellingsbak. Die leek niet te passen. Alles stelde die Saxo in het werk om maar niet gerepareerd te worden. Ze smeet ons brakke sensoren toe, krokant geworden bouten, en veel, heel veel ellende met de koeling.
Voor elk probleem dat opgelost werd, wist dat "varken" er 2 of 3 op te hoesten, puur en alleen om ons te kwellen.
Tegen elke stap verzette Billy zich hevig.
Het kreng.

Gelukkig was er ook tijd om elkaar op te peppen met vrolijke verhalen. Verhalen over een Berlingo, die als ze niet gesloopt zou zijn, nu in een gesloten inrichting zou zitten. Verhalen over een Xsara die zo geniaal goed rijdt, dat het voelt alsof je in een 6 cylinder rond rijdt. (Dit kan ik overigens geheel beamen, ik heb in de betreffende Xsara gereden, en het is een godenvervoermiddel. Zo ongelooflijk goed afgesteld dat het lijkt alsof je in een van de meest luxe en dure auto's ter wereld rijdt, zo verfijnd en krachtig. Daar zijn heel wat uren in gaan zitten, en je kunt stellen dat je gek bent om zoveel tijd en geld in een wegwerp-auto als een Xsara te steken, ik vind het getuigen van grote klasse dat je het doet).
We hebben regelmatig in een scheur gelegen over elkaars gekke verhalen. Kortom: ouwe jongens krentenbrood. Een soort van technisch hengstenbal. Heel eventjes onderbroken door een pizza. Want ja. We waren al glad vergeten te lunchen. En op een gegeven moment was ik in staat om een stevige hap uit Sjoerd of René zijn billen te nemen. Zo hongerig was ik.

Maar om 2400 uur waren we moe gestreden. Het laatste stukje: de thermostaat wilde maar niet aangesloten worden. Ik keek op, en zag 2 lijkbleke koppen van vermoeidheid. En ik denk dat er in totaal 3 lijkbleke koppen van vermoeidheid stonden. Eigenlijk toch maar twee, want het hoofd van Sjoerd zat onder de zwarte vlekken van het slijpen aan het inlaatspruitstuk. Een soort van rijst-met-krenten-hond.
Na alle gevechten, na alle verzet, na alle smerige kolerestreken die de Saxo ons lapte, en die we allemaal hadden weten op te lossen, bleek het een lullige thermostaat te zijn die ons die zaterdag de das om deed. Zo optimistisch als we waren dat ik in de avond met de saxo naar huis zou rijden, zo kapot waren we tegen middernacht.
Besloten werd dat ik bij Sjoerd zou crashen, met OV naar huis zou gaan en we komende week dat laatste stukje zouden doen.
Ik had het genoegen dat ik heel even in Sjoerds auto mocht rijden (de hierboven al genoemde beul van een Xsara). En dat was maar goed ook, want tijdens die rit ging het licht naast me ineens keihard aan.
"Hey pik, morgen is van de Ven open, we gaan gewoon daar om 10 uur staan, en we slopen alle thermostaathuizen uit alle Citroens en Peugeots die we kunnen vinden". Dus René gevraagd of dat kan, en of hij het zag zitten. En hoppa.
Slapen, wakker worden, koffie erin slingeren en volgas naar van de Ven.
Daar aangekomen, bleek het onderdeel dat we nodig hadden, te zitten in een oud, al deels uit elkaar getrokken Peugeootje 205 te zitten. Die had dat stukje thermostaat er nog inzitten dat wij nodig hadden.
Vol blijdschap, goede moed en vaart gingen we terug naar René, rosten het onderdeel erin, afbouwen en klaar. Even de boel opruimen, en met gepaste en verzorgde rijstijl (andere motor moet wel weer even ingereden worden, samen met de nieuwe koppeling) naar Almere. Doodmoe was ik.

Er blijven een paar puntjes ter verbetering. Zo waren we in de gauwigheid vergeten om een pakking te proppen bij de thermostaat. Die lekt dus nog steeds, maar niet meer zo heftig als eerst, en dat is snel opgelost. Gaan we deze week naar kijken. Ook zijn er een stappenmotor die de ombouw niet wenste te overleven, en dus zorgt voor een schommelend toerental, en nog een klein sensortje niet helemaal fris meer. Ook makkelijk te vervangen.
Maar we hebben gewonnen. 

Wat me het meest is bijgebleven is de aanhoudende humor, vasthoudendheid, de onbaatzuchtigheid van een 3-tal mensen om ons bij te staan, en het bloemrijke en creatieve taalgebruik en naamgeving voor de auto. Ik heb er ook veel van geleerd.
Ik moet zeggen dat er in elk geval 3 mensen zijn die nog aan het bijkomen zijn van alle smerige truckjes en rotstreken die Billy "het varken"de Saxo op ons bord kledderde.
Maar het was een machtig mooi weekend. En als deze week voorbij is, en ik de thermostaat definitief gefikst heb, zal Ilse het saxootje weer mogen rijden.
We gaan binnenkort ook wat offertes opvragen voor het grotere laswerk, want ik heb eigenmachtig besloten dat deze Saxo mag blijven. Liefst tot ze de oldtimerstatus bereikt. Want een Saxo met 5 deuren, werkende airco en een afstandbediening, is behoorlijk zeldzaam. En ze ziet er nog prima uit.
Is dat bezopen? Ja, waarschijnlijk wel. Is dat liefde voor het merk? Zeker weten. Een man mag een hobby hebben. En dat ik de vrouw er mobiel mee hou, is mooi meegenomen.

Goed, dit was hem weer.
Sjoerd, René, Ronald (en vooruit: sjor(band)koningin Ilse) Bedankt. Dat de karma maar zo mag terugkeren dat ik iets moois terug kan doen, met de talenten en kennis die ik heb.

Dit geschreven hebbende: is natuurlijk de werkweek weer begonnen, dus ik wens alle strijders op welk front dan ook een goede werkweek toe.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...