donderdag 23 februari 2012

titel

Ik kom inspiratie tekort voor titels. Meestal weet ik wel wat onzinnige woorden te combineren, zodat het lijkt alsof ze over de inhoud van mijn blogs gaan. Maar ik heb nu zo ontzettend veel blogs geschreven (eerst op hyves, later op de vorige, en nu op deze) dat ik echt gewoon niet meer weet wat voor titels ik eraan moet geven. Een een beetje blog schijnt een titel te moeten hebben.
Dus als er mensen zijn die een betere titel weten voor mijn blogjes, roept u maar.

Ik kan waanzinnig genieten van een zuur harinkje. Lekker uit het potje vissen, en in kleine mootjes naar binnen schuiven. Heerlijk. Niet iets wat ik iedere week zou kopen, want dan gaat het zure me tegen staan. Maar zo eens in de 3 maanden, koop ik zo'n potje. Met dat potje deed ik tot mijn verbijstering 3 dagen.Ik heb serieus met mijn vork zitten priegelen tussen alle troep die ook in zo'n potje zit; uien, korrels en andersoortige zut, maar ik kan niet verder dan 3 haringen. Redelijk grote pot, passen makkelijk vier of vijf van die jongens in. Maar nee. 3 haringen maar. Het potje voorzichtig uit laten lekken, maar helaas, ook dat hielp niet om de rest van de vis tevoorschijn te krijgen. Er zitten dus maar 3 vissen in zo'n pot.
Het leven wordt duurder. Zelfs de zure haring.

Afgelopen weken ben ik veel bezig geweest met de routes leren die ik binnenkort zelfstandig moet gaan rijden. Dat gaat met veel vallen en opstaan, en de mentorchauffeur moet grijze haren van me krijgen. Niet dat ik slecht rij, integendeel. Maar wel dat ik soms nog erg eigenwijs linksaf wil, waar ik rechtsaf had gemoeten. Dat soort grappen. Maar het gaat beter. Gister kreeg ik de vraag of ik zondag een lijn wilde rijden. Ik denk in verband met ziekte van een collega. De mentorchauffeur, kon niet mee. Want die moet ook aan zijn vrije dagen komen. Even slikken. Het gaat om 1 lijn in die dienst. Een lijn die ik wel goed kan rijden. Nogmaals slikken. ...Jump... Ik doe het. Moet het uiteindelijk toch zelf doen, dus waarom niet vast de proef op de som nemen. Als het misgaat, kan ik altijd de passagiers vragen of ze me met woorden en niet met knuppels of messen willen waarschuwen als ik per ongeluk toch een beetje verkeerd rij.
Gaaf, dacht ik. En redelijk makkelijk. Maar vandaag een telefoontje. Een verandering in de dienst. Er komt een lijn bij. Die ik nog niet zo goed ken. Ja, op papier en met uitleg. Prima. Ik doe het maar gewoon. Het is zondag. Dus ik hoop rustig. Met een beetje goeie wil heel wat avonturen te vertellen.

Het stoppen met roken gaat voorspoedig. Vandaag was ik op de rookpoli, en ik vertelde de mevrouw over de effecten die de pillen op me hadden. Volgens haar waren dat waarschijnlijk gewoon afkickverschijnselen. Ik grinnikte, en wilde zeggen dat ik geen verslaafde junk ben. Nee dat klopt, ik ben een afkickende verslaafde junk. Hmm, zo had ik het nog niet bekeken. Ik vertelde ook dat ik wat gesmokkeld had. En nadat ik dat deed, toch maar weer de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid snoepjes tot me nam. Dat leek haar een goed plan.
Maar er is meer. Ik moest een blaastest doen. Kijken hoe goed mijn longen functioneren. Ik had van mezelf verwacht dat die wel in orde zou zijn. Maar het bleek dat ik bij de eerste 3 pogingen maar tot de helft van de vereiste hoeveelheid lucht kwam. En het woordje COPD viel. Te vroeg om dat te constateren. Ik heb ook een forse verkoudheid achter de rug. En bij poging nummer 4 haalde ik dus wel de vereiste hoeveelheid.
Over een kleine maand weer een longfunctie test doen. Als die weer zo slecht uitpakt, dan is nader onderzoek vereist.
Nu zit ik dus thuis. Te bedenken wat dat allemaal inhoudt. COPD. Of eigenlijk. Wat de consequenties ervan zouden zijn. Niet veel goeds. De motivatie tot stoppen is in elk geval gegroeid, in nog geen 5 minuten tijd van 100% naar 200%.
Geef toe dat er een mooie lijn inzit. Moeders rookt, krijgt longkanker en gaat dood. Ik rook, krijg COPD en... Hier moet ik stoppen. Want de diagnose is nog niet gesteld. First things first. Lekker aan het werk. Morgen, en volgende week.
Maar schrikken was het wel.
 En toen gaf het lieve mens me nog bemoedigend mee: "Ik vind ook dat je er niet goed uitziet". Nog geen uur later stond ik bij Willy thuis. Die me opgewekt begroette, en zei: "je ziet er goed uit, met al dat haar, en een paar kilo minder!!!".

Willy heeft mijn trompet keurig gerepareerd. Alleen in haar enthousiasme, heeft ze het bewijs dat ik mijn trompet ook wel eens schoonmaak, weggeveegd. Ik was namelijk niet zo heel erg secuur met het verwijderen van de resten zilverpoets. Dus die zaten er nog op. Extra handig: ik kon bewijzen dat ik mijn trompet poetste. Want de vegen zaten er nog op. Nu dus niet meer. En moet iedereen maar aannemen dat ik dat doe. Maar ik ben al lang en breed blij dat die lelijke deuk eruit is. En: petje af, want op de plek waar die deuk zat, is het niet heel eenvoudig om hem er uit te krijgen.
Weer even bij gekletst over het leven, en het wereldje van de (militaire) muziek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Worstenman, vrije dag en groene vingers.

Die titel klinkt als een clickbait. Want raar. Maar ja, verwacht u iets anders? De paasdagen komen er weer aan, en wederom ben ik glad verge...