maandag 6 mei 2013

Een verhaal van Claus en een van mezelf.

Wat een klote-ochtend! Ik had ook al nattigheid moeten voelen, toen Marnix de blauwe doos weer klaar zette in de kamer. Maar ja, toen hij er vervolgens niks mee deed, was ik het weer vergeten. Volgende keer vlucht ik op tijd naar boven, naar een plek waar hij me niet vinden kan.
Maar goed, das nu te laat. Helaas.
Hij greep me na een paar uur vast, bij mijn nek, (de lafbek, want zo kan ik mijn nagels niet in zijn poten slaan) en propte me zonder veel plichtplegingen in die blauwe doos.
Om me vervolgens te vervoeren naar een man aan wie ik een gruwelijke tyfus-hekel heb: de dierenarts. Terwijl hij weet dat ik de pest heb aan die man. Die zogenaamd vrolijke, vriendelijke vent, die mijn hele lijf betast, bevoelt, beknijpt en bekijkt.
Heel de tijd heb ik lopen mauwen, grommen en blazen, maar niemand die zich er wat van aantrekt.
Nee, er moesten vieze druppels in mijn neus, en een heel pijnlijke spuit in mijn nek.
En alsof dat nog niet erg genoeg was, ging Marnix nog allemaal overbodige vragen stellen aan die etterbak. Ziet hij nu echt niet dat die dierenarts mij alleen maar wil pesten?
Dus om mijn woede goed duidelijk te maken, wachtte ik mijn kans af, en toen Marnix' aandacht verslapte haalde ik uit, en zette mijn nagels eens goed in zijn hand. Net goed!
En toen we weer thuis waren, dacht hij het goed te kunnen maken met brokjes. De lamlul.




 Toen ik afstudeerde, was ik in staat om het trompetconcert van Chaines te spelen. Maar ook talloze andere mooie werken passeerden de revue. Solo concerten, orkestliteratuur, al dan niet met orkest gespeeld.
Maar nooit ben ik voorbereid op wat ik in het latere leven zou gaan doen: signalen spelen. Let wel: dit is niet het enige werk dat ik bij de kapel doe, maar wel een zeer belangrijk stukje werk.
Tijdens mijn studie heb ik zelfs nog nooit een signaal gespeeld. En fatsoenlijk een mars lopend spelen, heb ik pas geleerd toen ik in dienst ging.
En pas vrij recent ben ik er echt van doordrongen wat een signaal betekent voor de betrokken toehoorder.
En dat maakt een signaal spelen zo lastig. Niet omdat die noten nu zo denderend moeilijk zijn. Niet omdat de weersomstandigheden het lastig maken. (Hoewel dit ook zwaar mee kan wegen). Maar omdat je wil dat je signalen dat uitstralen waar die mensen op zitten te wachten. Troost, herinnering, erkenning van eer.

Als het misgaat, krijg je veel onterechte hoon over je heen, vaak van mensen die totaal geen flauw benul hebben waar het om gaat. Een kicks of een braam. Het kan iedereen overkomen.  Maar zou u het durven, en kunnen? De bespeler in kwestie weet heus wel dat het gebeurde. En zal daar wel of niet later even over vloeken. Is dan het expliciet noemen van dat missertje nog zo nodig?  Als het erop aankomt, zijn de zeikerds bijna altijd degenen die zelf het hardst voor dat soort moeilijkheden wegrennen... 

Op 4 mei moest ik op de dam 2 noten spelen. Het signaal Geeft Acht. Ter aankondiging van het arriveren van de Koning en zijn Koningin. Tegen de mensen van de organisatie grapte ik:"Als ik een noot mis, heb ik de helft van mijn optreden versjteerd".
De mensen van de organisatie waren allemaal even lief en bekwaam. Maar toch wel wat spanning. Uiteraard. Ik was ook de eerste musicus van de KMAR die een actieve rol kreeg bij de nationale dodenherdenking. Vele reacties die ik kreeg waren ronduit positief. En dan schiet ik in de verdediging. Want ja, het zijn toch maar twee noten. Aan de andere kant, voel ik dan ook gelijk weer wat trots. Heb ik toch maar even geflikt. En vind ik er toch best wel veel eer in om zoiets 'simpels' te doen. Nee, het is geen Mahler symfonie. Maar voor veel luisteraars toch net zo indrukwekkend.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...