vrijdag 16 december 2016

Lompheid.

Met een zak aardappelen mepte ik Ilse per ongeluk tegen haar hoofd. Daags erna zei ze haar huur op, en trok bij mij in.
Een goed jaar later (we waren net wel of niet getrouwd) klopte Ilse mij tegen mijn harses en molde definitief mijn oh-zo-hippe bril.
Er is geen wiskundediploma nodig om te beseffen dat ons kind dus ook last krijgt van dezelfde lompheid.
En jawel.
Inmiddels overweeg ik niet alleen een toque maar ook een kuisheidsgordel aan te schaffen. En dat laatste niet zozeer voor Jente, als wel voor mezelf aangezien ik begrepen heb dat die dingen van staal gemaakt zijn.
De keren dat Jente met haar knuisjes of haar voeten in mijn edele delen trapte, kan ik niet meer op de vingers van twee handen tellen, en dan ben ik nog optimistisch. En nee, dat doet ze niet expres, en als ze al eens boos is, dan kan ze onmogelijk weten wat de impact van haar verkeerd geplante ledematen is. En zie maar eens in beschaafde termen uiting aan je pijn te geven. Dan zijn woorden als "sapperloot" toch niet helemaal toereikend. Voor zover er in mijn keel ruimte is om meer geluid voort te brengen dan gekreun van de pijn.
Ze is net als de meeste andere kinderen dol op lezen. En de wens om voorgelezen te worden maakt ze kenbaar door met een boekje naar ons toe te hobbelen.
Dat boekje wordt dan zonder enig gevoel voor mededogen op, tegen of in je gezicht geprakt. Lezen, kreng!
En owee als het niet snel genoeg gaat: dan gaat madam met het boekje zwaaien, waardoor de voorlezer het risico loopt zijn (kunst) gebit te verliezen.
De i-pad draagt ook de littekens van een iets te enthousiaste Jente, die het ding tegen de grond kwakte, in de hoop dat er dan een Woezel of een Pip uit gekropen kwam.
De poezen zijn inmiddels redelijk veilig. Claus hield en houdt afstand, en mept van zich af als dat levensgevaarlijke kind te dicht in zijn buurt komt. Zielig voor haar, maar zielig voor Claus als hij het niet doet.
Colette, het scharminkel is wat minder bang, en laat zich soms verleiden tot stoeien. Dat is nog best sneu, want per stoeipartij zien we de staart van Colette langer worden, en de vacht uitrekken tot proporties waar een gezonde leeuw jaloers op zou zijn. Maar het kan ook anders: dan horen we tevreden gespin en gekraai, en dan zijn Colette en Jente rondjes om elkaar heen aan het kruipen, en elkaar kopjes aan het geven.
Ook het eten gaat met dezelfde lompheid. Zeker sinds ze ontdekt heeft dat ze met van alles kan gooien. Het verdwijnt in haren, ogen, oren, kleren en soms met meer geluk dan wijsheid in haar mond. En als ze het niet blieft, dan verdwijnt het met een mooie boog op de grond (waar soms een kat zich er tegoed aan doet).

Zelf had ik laatst ook wat lomps, waarvan ik hoop dat het een beetje in de vergetelheid verdwijnen zal.
Ik had er een lange dag op zitten, toen we in de avond nog een concert moesten spelen. Dus vele uren lang stil zitten op een stoel, en dan inzetten.
Toen het dan eindelijk pauze was, en er applaus kwam, mocht het orkest gaan staan. Omdat ik nogal de neiging heb om met mijn voeten onder mijn stoel te zitten, kwam ik dus ook vanuit die positie omhoog. En daardoor drukten mijn kuiten zo hard tegen de zitting van de stoel dat die met een doffe klap omviel. Aangezien mijn stoel de enige was die was gaan liggen, kon ik ook niet doen alsof mijn neus bloedde. Niet te negeren lag die stoel namelijk achter mij. En zo heel druk op het podium was het ook niet dat ik anderen de schuld kon geven.

Een ander lompigheidje was niet zozeer helemaal mijn schuld, als wel dat ik toch min of meer verantwoordelijk gehouden zal kunnen worden voor een eventuele rode muggenplaag in mijn huis.
Het is namelijk heel leuk om levend voer in mijn vissenbak te gooien. De vissen vinden het leuk, Ilse en Jente vinden het leuk, en ik eigenlijk ook wel.
Dus koop ik zo af en toe een zakje levende watervlolarven. Die gooi ik erin en de vissen en kreeft hebben een culinair feestje.
Van de week leek het me leuk om larven van de rode mug in die bak te gooien. Dat zou leuk kleuren met de rest van de bak, zo leek me.
Jammer alleen was dat die larven meteen naar de bodem doken, en de vissen dreven erbij en keken er naar.
En die larven wroetten zich tussen de grindkorreltjes en verdwenen uit beeld.
Een paar vissen hebben zich er rond aan kunnen eten, de kreeft heeft een poosje heel erg enthousiast in de bodem zitten wroeten, maar ik vrees dat we van de zomer een ware rode muggenplaag in huis gaan hebben.
Dat doen we dus niet meer. De volgende keer worden het weer gewoon watervlooien, want die kunnen (naar ik hoop) niet opgroeien tot creaturen die ons het leven zuur maken.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...