dinsdag 29 augustus 2017

Belofte deels ingelost.

Verdwenen Nederlandse woorden. Vaak prachtige woorden, die in onbruik zijn geraakt. Joost mag weten waarom, want ze rollen vaak prachtig over je tong. Als een goede wijn, met een lekker stuk kaas.


Het is inmiddels ver na middernacht dat ik deze blog zit te tikken. Ik kan niet slapen vanwege een paar babiolen. (Wissewasjes).
Het is heet. Ons huis heeft een plat dak, en los van het feit dat dat prima is, want beter een plat dak dan geen dak, is het tijdens deze laatste (?) echt warme zomerdagen wel echt heel warm onder dat platte dak. Zo warm dat je eigenlijk in je bed gewoon aan een vocht-infuus moet om te voorkomen dat je als een menselijke krent eindigt. Opgedroogd en verrimpeld.
Ilse lag er al vroeg in, en toen ik erbij ging liggen, was het niet alleen verstikkend warm; doordat Ilse al sliep, kon ik het niet maken om de ventilator aan te zetten. En bovendien: ze snurkt een beetje (heel lichtjes, heus niet effrayant (schrikwekkend)).
De slaap liet zich niet lieflokken (door vlijen overhalen), en aldus zit ik beneden met de deur open om nog een beetje frisse lucht naar binnen te krijgen met hangende oogleden (ik ben heus moe, na mijn eerste "werkdag") al typend te palaveren (brabbelen) op mijn blogspot.

Ik wil de lezer graag meenemen naar een herinnering. Speelde zich minimaal 15 jaar geleden af, maar mogelijk langer.
De plaats van handeling: het Beekhuizense Bos te Velp. Alwaar mijn oma woonde.
Ik was daar op bezoek, en omdat mijn oma niet zo heel erg best meer liep, en haar huisje best wel heel erg klein was, ging ik lekker zelf even wandelen in dat mooie Veluwsche bos.
Op mijn dooie akkertje kuierde ik langs het beekje, en ik groette wat voorbijgangers die ik vagelijk herkende. Mijmerend over de hoeveelheid voetstappen die ik sinds mijn kinderjaren al in dat bos heb gezet.
Ver voor mij uit liep een oudere dame, met haar hondje en een tasje, zoals veel oudere dames van die typische oudere dames-tasjes hebben.
Net als ik te genieten van het zomerse weer. Van het bos, dat toch de felle zon wat wist te breken en waar het onder de bomen in de schaduw goed toeven was. Of het hondje moest gewoon een plas. Dat kan ook.
Hoe dan ook: bospaadjes zijn nu eenmaal niet van die moderne, geëgaliseerde paden. Daar wil nog wel eens een lompe boomwortel aan de oppervlakte komen. En dan meestal net niet in het oog springend. De krengen. Voor dronken lapswanzen en oudere mensen een pittige vorm van spitsroedelopen. Want denk je net dat je die rottige wortel heus wel boven de grond hebt zien uitsteken, struikel je over die andere, die je dus net niet gezien had.

De dame voor mij maakte een pracht van een buiteling over zo'n boomwortel. Als ik niet beter wist, had ik gedacht dat ze oefende voor een circus-act.
Hoep met de beentjes in de lucht, bijna als een clown gewoon. Oleg Popov was er niets bij. Een lust voor het oog.
Ik kon mijn lachen dus gewoon niet inhouden.
Maar ja, een oudere dame laat je ook niet zomaar op de grond liggen. Dat staat wat slordig. Vooral moreel.
Dus met gezwinde spoed naar de plek des onheils om de dame overeind te takelen. Lachend, dat wel. Ik kon het niet helpen. Ik kon er gewoon niet treurgeestig (droevig/zwaarmoedig) bij blijven.
Inmiddels waren er meer passanten, en die gaven de dame haar tasje en haar hondje (die door de strapatsen (bokkesprongen) van mevrouw heel even onthokkeband (bevrijd) was van de riem) terug.
Mevrouw nam dankbaar haar tasje aan, bedankte mij zelfs, en mepte mij vervolgens mét dat tasje tegen mijn hoofd. "Omdat je me uitlachte!". En kordaat wandelde ze verder.
Daar stond ik dan, toch ineens wat schroomvallig (verlegen) met mijn mond vol tanden.
En toen moesten de omstanders weer lachen, om dit kittige ouwe wijf, die ik van de grond plukte om te voorkomen dat ze er de volgende ochtend nog zou liggen.



Inmiddels is het alweer 3 uur in de nacht en ik zie steeds meer op tegen de dag. Want laten we wel wezen: Jente slaapt lekker door, en is dus om 7 uur wel wakker.
En dan is het nog een hele lange dag te gaan.
Ik voorzie dus dat ik niet alleen op mijn tandvlees ga lopen, maar dat ik ook over mijn oogleden ga struikelen in een poging om mijn dochter bij te houden als ze de dag weer gaat doorbrengen met allemaal onvoorziene leermomenten.

Ik ga het nogmaals proberen. Ik ben namelijk wél moe, zo moe dat ik er een beetje weepsch (zouteloos) van word.

Slaap wel, wereld!








Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...