zondag 8 oktober 2017

Ik had het kunnen weten.

Soms doe je dingen, waarvan je eigenlijk (terwijl je ze nog gaat doen) al weet dat het toch niet heel handig uit gaat pakken.
Bijvoorbeeld.
Ons Coletje, ons klein en mager scharminkel-poesje, is allergisch voor verreweg het meeste kattenvoer. Dat braakt ze half verteerd weer uit. En dan niet netjes op de kattenbak, toilet of buiten, nee dat braakt ze uit daar waar ze toevallig zit, staat, loopt of ligt.
Dat kan de bank zijn. Jente's bed, ons bed, de keuken, naja you get the point.
De geluiden die ze dan produceert, zijn enerzijds te walgelijk om te kunnen omschrijven, anderzijds is het prettig dat ze het doet, want vaak kan ik haar dan ook nog net op tijd buiten in het gras zetten, alwaar ze opgewekt verder kokhalst.
Liever buiten, want buiten in het gras leven dieren en andere organismen die die kots voor mij opruimen. Binnen moet ik het doen (als Ilse er niet is) en ik moet van het opruimen van (katten)braak zelf altijd heel erg kokhalzen. Geef mij maar poep. Dat idee.
Afgelopen zaterdag zat Colette op de krabpaal. Hoog, want dan kan ze de kamer goed overzien. (En ziet ze Claus aankomen, die er een handje van heeft om haar te besluipen en haar vervolgens heel de woning door te ranselen).
Maar onder die krabpaal staan een paar dozen met allemaal kleine speeltjes van Jente.
Goed.
Ik was bezig met wat dingetjes op de computer, en Colette begon te kokhalzen, te walgelijk voor woorden. Een volwassen landloper met een kater (excuseer de matige woordspeling hier) zou er respect voor krijgen. Omdat ik me omdraaide, en in eerste instantie naar de grond keek, zag ik haar niet gelijk.
En toen ik haar zag, realiseerde ik me twee dingen:
1) ik was te laat
2) haar braak zou in de speelgoeddoos van Jente landen, en ik zou dus al die kleine prullaria schoon moeten maken. Ik vind het opruimen van kattenbraak al echt niet te doen, laat staan dat ik half-verteerde en muf-zuur ruikende, nattige brokjes uit de speeltjes van Jente moet gaan peuteren met een saté-prikkertje.
Dus ik stoof erheen, en graaide Colette in haar nekvel, teneinde erger te voorkomen. Ze had nog niks geloosd, maar toen ik haar bij haar nekvel met een zwier van die krabpaal trok, kwam geheel onstuitbaar haar braak eruit.
Die dus ook een heel lang spoor door de kamer trok, op weg naar buiten.
Okee, de missie was deels geslaagd: ik hoefde niet alle speeltjes van Jente schoon te maken.
Nu kon ik een spoor van 3 meter half-verteerde en muf-zuur ruikende blerf gaan opvegen. 
Achteraf had ik dit kunnen vermoeden. Maar ja. Ik moest kiezen tussen twee kwaden. Dus maar voor de minst erge gekozen. 
Vaak doet Ilse dit. Die is wat meer toegerust om ranzigheden te verwerken. Maar Ilse was aan het werk, en ik vind het niet echt kunnen dat ik bij haar thuiskomst lekker op de bank lig te relaxen, en zij nog net niet uitglijdt over de opbrengst van een misselijke poes.
Jente lag in bed, en ik was bang dat ze van mijn gekokhals wakker zou worden. Dat gebeurde gelukkig niet.

Nog zo'n stunt.
We hebben sinds heel kort een nieuwe collega bij het TkKMar. Een frisse meid, die erg mooi trompet kan spelen, maar soms nog heel erg onder de indruk is van alle militaire protocollen en zo.
En ze worstelt regelmatig met het harpje. (Een harpje is een klemmetje waarmee je een marsenboekje op je instrument kan bevestigen, en dat dan in de vorm van een harpje, vandaar de naam).
Dat harpje komt in alle soorten en maten, voor alle soorten instrumenten.
Van de baas kreeg ze een harpje, waarbij het voetje op het instrument geklemd wordt, en vervolgens moet je het harpje met een schroefdraadconstructie op dat voetje draaien.
Maar omdat het ding voor meerdere instrumenten geschikt is, moet je middels een piepklein stel-schroefje dus uren zitten pielen om het ding voor trompet geschikt te maken.
(Dit is dus ook de reden waarom ik de schurft heb aan marsenboekjes. Als ze niet natgeregend liggen te beschimmelen, krijg je ze er ook met geen mogelijkheid fatsoenlijk op. En als je dat wel lukt, moet je veel meer gewicht mee torsen dan strikt noodzakelijk is).
Goed, mijn nieuwe collega was er dus voor de zoveelste keer mee aan het worstelen, en ik besloot haar even te helpen. We moesten ten slotte over 2 minuten opstellen en afmarcheren.
Ik was er bijna met dat kloterige stelschroefje, maar nét niet helemaal. Nou, dan maar een haartje meer kracht zetten. Ergens diep in de krochten van mijn grijze massa, ging er een heeeeeel klein, heeeeeeeeel zacht alarmbelletje rinkelen.
Maar dat was te laat, want dat "haartje meer kracht" bleek teveel te zijn voor het door metaalmoeheid getergde harpje. Dat brak af.
Daar sta je dan met je goeie wil en je collegiale behulpzaamheid.
Ik hou het, vanuit het oogpunt van zelfverdediging maar op metaalmoeheid, sommigen zouden het gewoon een zoveelste resultaat van lompheid noemen.
Uiteraard voor vervanging gezorgd en we hebben (alweer) in de stromende regen een prima dienst gespeeld.

Onze Jente heeft (zoals reeds eerder en vaker gememoreerd) een behoorlijk eigen willetje. Noem het eigenwijs (heeft ze van haar moeder).
Dat is niet altijd een even prettige eigenschap. Vooral niet als je mij bent. Als je dus in de stad even snel een nieuwe trui of nieuwe schoenen of zo wil kopen.
Ik kan dat dus. Even snel nieuwe kleren kopen.
Stom genoeg dacht ik dat het leuk en gezellig zou zijn als Ilse en Jente even mee zouden gaan naar de stad.
Toen we onderweg waren, bleek eigenlijk al dat dat een denkfout was.
En eenmaal aangekomen in de stad, moest er op een speeltje gezeten worden. Er moest naar een glijbaan toe, er moest vooral veel zelfstandig gedaan worden.
Die geveinsde zelfstandigheid komt en gaat, wanneer t madam uitkomt. Want als er gedronken moet worden, moet papa de beker aangeven, zelfs al staat het ding op grijpafstand.
Weg zelfstandigheid.
Maar owee als er leukere dingen zijn dan het kopen van papa's kleren. Dan beslist madammeke eenzijdig dat zij wel even de zaken naar haar kleine handje kan zetten.
Waar ik normaal gesproken aan 3 minuten in een winkel voldoende heb om 3 kledingstukken te kopen, was ik nu met minder dan 1 minuut klaar.
Je schaamt je dood met zo'n krijsende dochter in een winkel. Het is écht genant.
Onverrichter zake dus weer naar de supermarkt (we moesten toch eten hebben). En ons kleine lieve spruitje zag onderweg de enorme glijbaan die de gemeente Almere in het centrum heeft gemaakt.
Precies niet op de route.
Netjes meelopen was er niet meer bij. Krijsen, gillen, op de grond liggen...
Boos worden heeft dan geen enkele zin. Dat weet ik stiekem ook wel. Ze is nog geen 3.
En het dan toch doen. Gewoon omdat ik het zat was. Ik wil gewoon even vlot mijn dingen kopen.
Door de stad lopen, met een van boosheid krijsende Jente, is niet bepaald iets waar ik me op verheugde toen ik vrouw en kind meenam.

Ik had het kunnen weten.

Was het allemaal kommer en kwel?
Zeker niet!
De veluwe in de herfst is echt prachtig, en we zijn met een klein zakje tamme kastanjes weer thuis gekomen.
Straks lekker poffen!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...