zondag 29 oktober 2017

Koorbegeleidingen in wintertijd.

Koorbegeleidingen. Vrij vaak erg leuk, niet altijd vanwege het goede koor, of de uitdagende muziek.
Als voorbeeld: de Elias van mijnheer Mendelssohn. Een draak van een stuk, dat mij als trompettist niet helemaal kan bekoren.
Of de Paulus. Ook al zo'n juweeltje van compositorische onkunde, waar het trompet betreft.
En nieuw binnen in mijn persoonlijke "mwa-lijstje": Het "Saul"-oratorium van mijnheer Haendel.
Het motto leek ook hier weer:"Ha, een mooi triomfantelijk akkoord, laten we dáár eens een trompet gebruiken". Helemaal mee eens, maar als je in een stuk van 3 uur, maar 5 triomfantelijke akkoorden gebruikt, doe je je luisteraars (en je trompettisten) wel wat aan (en tekort).

Eerlijk gezegd: dit soort stukken zijn vast heel erg leuk voor een koor, maar persoonlijk zit ik tijdens al die uren dat ik niks aan het doen ben, vooral te tellen hoeveel euro ik per gespeelde noot krijg. En dat kan in bovenstaande gevallen best nog oplopen.
Grijnzend zit ik dan de zwoegende concertmeester te bekijken, die voor hetzelfde loon een hele avond haar viool aan stukken zit te zagen. Snaren die springen, een strijkstok waar de paardenharen zelfstandig van in een draf schieten om terug te keren bij zijn oorspronkelijke baasje in de wei.
Terwijl mijn trompet alleen maar slijt vanwege het feit dat ik hem toch af en toe warm moet blazen.
Want ja....
Dan heb je na ellenlange maten rust (ik ben eruit: ik krijg 8,76 per gespeelde noot) een inzet, is dat ding koud, en dus vals.
De meeste dirigenten die koren dirigeren hebben totaal geen verstand van orkesten. Zijn er zelfs een beetje bang voor. Laat staan trompetten. Dus op enige vorm van begrip hoef je niet te rekenen.
Dus om stomme opmerkingen en weinig verheffende woordenwisselingen te voorkomen (en omdat je professioneel bent, en dus zo goed mogelijk wil spelen) warm je je instrument op.

Hoe dan ook.

Afgelopen week mocht ik dus dit Saul-oratorium van mijnheer Haendel spelen. De kritische luisteraar en/of Haendel-kenner zal het beslist niet ontgaan zijn: Mijnheer Haendel heeft ongelooflijk zitten plagiëren bij zichzelf. Hele delen uit de Messiah (welke voor trompet vele malen gaver is, helaas heeft hij die briljante delen dan weer niet gekopieërd) komen terug in zijn Saul. (Of omgekeerd, ik ben geen kenner, ik ben een speler).
De kerk was koud. De dirigent was braaf. En de muziek duurde lang. En ik zat op een net niet comfortabele stoel te zitten.
Dat net-niette van die stoel kan me tot waanzin drijven. Moet ik uren lang stil zitten, op een stoel die net niet lekker zit. Ik kan prima zitten op een stoel die volkomen kut is, maar op een stoel die het net niet is, is de ergernis groter, dan wanneer je van te voren weet dat je gewoon van geen kant lekker op een stoel kan zitten. Dan duurt het wachten nog langer, en hoor je gewoon al je gewrichten kraken, knappen, knakken en knisperen als je eens lekker gaat zitten voor je inzet.
De dirigent was braaf, maar had een bijzondere manier van een inzet aangeven. In plaats van met zijn handen en een blik, gooide hij gewoon zijn hoofd in de richting waarvan hij hoopte dat er een inzet zou volgen. Ik bedoel dit half letterlijk. Want uiteraard zat zijn hoofd gewoon nog aan zijn romp. Maar hij deed wel zijn uiterste best om dit te veranderen, met zijn manier van aangeven.
Tijdens dat lange wachten, kon ik de zaken eens goed in me opnemen.
Blijkbaar was een van de heren van het koor verkouden. Sneu, als je met een koor moet optreden, en je strot zit vol. Sneu ook dat hij telkens tijdens de zachtere delen moest hoesten. Zó hard, dat ik meende een complete set longen voorbij te zien vliegen tijdens de hobo-solo. De koster van de kerk zal inmiddels de politie wel hebben ingeschakeld, ten slotte moeten die longen ook weer terug naar de rechtmatige eigenaar.
Er was een recensent aanwezig van een koorblaadje. Zo'n koor is blijkbaar lid van een bond, en zo'n bond geeft dan weer een regelmatig een blaadje uit. En in dat blaadje schrijft dan een kerel over zijn belevenissen tijdens het concert. Ik neem aan dat die longen ook wel beschreven zullen worden, maar dan vanuit de vak-technische kant.
Die recensent hield er trouwens rare ideeën op na. In plaats van met zijn notitieblokje muisstil ergens in de zaal te gaan zitten, ging hij vooraan zitten, om te gaan zitten flirten met de celliste van het orkest. Die daar overigens totaal niet van gediend was, en dit ook duidelijk maakte. Continu over de leuning hangen, meekijken in de partij. Als ik die celliste was, had ik tijdens het vele strijken gewoon mijn stok in zijn oog gepropt. Ten slotte dien je je als recensent enige afstand te bewaren.
Het laatste dat mij opviel (en hier sloeg mijn fantasie op hol, omdat ik toch alleen maar aan het wachten was): De achterste altviool. Ik heb de man niet kunnen betrappen op noemenswaardige tekenen van leven. Goed, hij sloeg heel soms (en altijd te laat) een bladzijde om. En heel soms zag ik de strijkstok iets bewegen. Maar dat zou een hallucinatie mijnerzijds kunnen zijn. Toen bedacht ik me dat als "the Walking Dead" over een symfonie orkest zou zijn gegaan, dat deze man een besmette zombie zou zijn geweest.
Ook een van de solo-zangers viel erg op. Niet zozeer vanwege zijn zangkwaliteiten (zeker niet, de man zong erg goed, mooi en zuiver) maar door zijn stem op zich. Een counter-tenor. (Voor de niet-kenners: een man die vrouwelijk hoog kan zingen).
Hij ging op het solo-schavot staan, trok zijn keel open en begon te zingen in een register waar ik als trompettist alleen maar van kan dromen. Enerzijds vind ik dit soort kerels vermakelijk. Je verwacht het namelijk niet echt. Zoals Simon Cowell ooit zei: het is alsof ik een hond hoor miauwen.  Anderzijds maak ik me dan toch een beetje zorgen. Iets over ongelukjes met een herenfiets en 2 balletjes. Of dat hij helemaal okee is, maar zijn stem gewoon moedwillig zit te verkrachten.

Al met al was het een ongelooflijk leuke avond. Sommige dingen doee je nu eenmaal niet zozeer vanwege de muzikale bevrediging of zelfs maar de financiële compensatie. Sommige dingen doe je omdat je weer eens met een oud studiegenootje kan samenspelen (die overigens zeer goed speelde) en een gezellige avond kan hebben.
Omdat het in de kerk zó ongelooflijk koud was, zijn we direct na afloop naar een verwarmd terras gerend om daar hete chocomel met slagroom te bestellen. En voor erbij geen appeltaart, maar hete loempia's (de keuken was dicht).

Vanmiddag mag ik een heel ander soort koorbegeleiding doen. Een operette. Dat is gewoon feest in de bak. Muzikaal uitdagend, want ongelooflijk lullig opgeschreven partijen, maar tof als het goed samenvalt.

Ik hoor ongelooflijk veel ouders zeuren over de zomertijd, wintertijd en hun kind. Die raakt dan van slag. En dat geloof ik ook wel.
Vannacht was het om 0400 uur bal bij Jente. Die was opgewekt wakker en wilde wel wat. Ilse trapte mij uit bed, en ik ben Jente maar gaan vertellen dat het nog nacht was, en dat ze dus moest doorslapen.
Dat deed ze ook braaf.
Inmiddels is het 0800 uur en ben ik bezig met deze blog te tikken, heb ik al 3 koppen koffie op, en heb sinds 0400 uur niet meer geslapen.
Ik hoop tegen beter weten in dat de politici in Europa nu eindelijk eens gaan handelen in het voordeel van de maatschappij, en die onzinnige zomer en wintertijd eens gaan schrappen. Voegt niks toe.
Maar ja. Politici en handelen in het voordeel van de maatschappij. Dat is geloof ik nog zeldzamer dan een munt van 2,5 euro...











Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Worstenman, vrije dag en groene vingers.

Die titel klinkt als een clickbait. Want raar. Maar ja, verwacht u iets anders? De paasdagen komen er weer aan, en wederom ben ik glad verge...