zondag 6 januari 2019

Bedankt Peter.

Een van mijn trompethelden is niet meer. Peter Masseurs is overleden.
Jaren geleden les van de man gehad. En dan dit bericht. Dat is even slikken.
Maar dan komen de herinneringen. Herinneringen aan prachtige muziek. Waanzinnige lessen.
Een paar ervan wil ik delen. Gewoon omdat het kan.

Toen ik nog student was aan het Amsterdamse Conservatorium, hadden we elke vrijdag orkestspel-lessen van Peter Masseurs. Dat waren lessen bedoeld om repertoire kennis, stijlbesef, en samenspel op topniveau te leren.
Peter Masseurs was toen solo trompettist bij het Concertgebouw orkest. En als er iemand was die energiek, muzikaal, enthousiast en tot in het absurde vakbekwaam ons kon begeleiden en opleiden was hij het wel.
Die lessen stonden bol van kennisoverdracht, een enkele woedebui omdat we het echt niet begrepen, veel humor, maar vooral veel liefde voor het vak, de studenten en muziek.
Prachtige uren waren het, maar ook ongelooflijk uitputtend. Na 1,5 uur waren we doodop, kregen we pauze, en als Peter tijd over had, gingen we erna gewoon nog een uur door.
Uren waaraan ik nu nog met veel liefde terugdenk.
Na een van die lessen togen vriendje John en ik naar de rokerskantine voor een broodnodige shot caffeine en nicotine.
Peter was zeker niet de beroerdste, en kwam mee.
In het beginsel zaten we in stilte, een beetje gaar voor ons uit te staren. Alle informatie die er bij ons werd ingestampt, moesten we even verwerken en een plekje geven. En na te genieten van de humor, en de mooie muziek de we hadden gemaakt.
Toen begon Peter te praten. Waarover het ging, weet ik echt niet meer, maar het was een redelijk serieus gesprek met een gezellige ondertoon. Of andersom.
Ik praatte al vlot mee, John zat nog heel casual wat voor zich uit te staren. En rookkringen te blazen. Dat was zijn talent, naast de vele anderen die vriendje John heeft. Ik heb dat nooit gekund.
En op dat moment kwam dat specifieke talent van John, en het gesprek van Peter en mij samen op een manier die we nooit hadden kunnen voorzien.
Peter sprak John rechtstreeks aan op zijn roken, denk ik, en John draaide zich al kringetjes draaiend naar Peter toe. En in die beweging belandde er dus een perfect gedraaid kringetje (John heeft ze daarna nooit meer zó perfect rond gekregen als toen) al dansend rond de neus van Peter, om daar vervolgens een paar seconden te hangen. Alsof dat rookkringetje even niet wist wat het daar moest, rond die neus.
Normaliter is het zeer onbehoorlijk om rookkringetjes rond de neus van je professor te blazen, maar dit was zó vreselijk onverwacht, ondoordacht en afwijkend dat we alle drie in geschater uitbarstten.

Een andere herinnering.

Het was denk ik in mijn voorlaatste jaar als conservatoriumstudent dat mijn hoofdvakdocent me wat meer vrij liet. Hij had toen denk ik in de gaten dat ik geen standaard symfonieorkestenspeler ben, en dus liet hij me meer de vrijheid om te doen en laten wat ik wilde. Dus ik mocht ook meer lessen nemen bij de mensen bij wie ik dacht dat ik iets kon halen.
Mijn eerste gang was die naar Peter.
Vanwege alle orkestspel-lessen kende hij me al, en vond hij het een heel leuk plan om een paar lessen te geven.
Zijn een op een lessen waren net zo energiek als de groepslessen. Meteen vanaf de eerste minuut vol gas. Om de haverklap werd ik onderbroken voor tips en ideetjes om mijn spel te verbeteren. Om nieuwe inzichten te krijgen.
Heel mooi was dat. Maar Peter was niet alleen verbaal en qua overdracht heel energiek, hij kon ook niet stil blijven staan. Als hij wat uitlegde, als hij vertelde hoe hij iets wilde horen, bleven zijn armen, benen, hoofd en, nou ja eigenlijk hij helemaal, gewoon niet stilstaan.
Armen zwiepten alle kanten op, benen gingen dan meestal mee, soms ook een totaal andere kant op. En dan zat hij mee te brullen als je speelde. Geweldig.
Geweldig, tot hij op een gegeven moment met zijn arm tijdens het spelen, tegen mijn trompet aan knalde, waardoor mijn trompet een millimeter of twee meer dan de bedoeling of prettig was, mijn lippen binnen schoven.
Gedurende enkele seconden bleef het doodstil. Oorverdovend zelfs, na alle herrie die we gezamelijk maakten.
Het leken wel uren.
Je kon een speld horen vallen.
Peter, die normaal een gezonde kleur had, trok bleek weg, en begon te stamelen.
Ik voelde al rap dat het niet lekker was, maar niet onoverkomelijk, dus ik trachtte hem gerust te stellen.
Komt goed, we gaan koffie drinken.
Als ontdaanheid een uiterlijkheid zou zijn, zou Peter het op dat moment zijn geweest.
Ik heb nog een aantal lessen van hem mogen hebben. De meest waardevolle tijdens mijn studie.
En die verliepen gelukkig niet allemaal zo heftig.

Mijn persoonlijk mening: Peter was een fantastisch mens. En een fantastische musicus, die hoogstwaarschijnlijk op basis van puur toeval een trompettist was.
Ik vind hem Nederlands beste trompettist ooit. En niet alleen Nederlands, maar ook heel erg ver daarbuiten. Ik ben niet snel idolaat van trompettisten. Heel vaak heb ik het idee dat bij veel trompettisten het ego belangrijker is dan (het talent voor) de muziek.
Altijd als er een concert was met hem als trompettist, zakte mijn bek op mijn knieën. Zo mooi als hij kon spelen. Hij gooide zijn hele ziel en zaligheid in elke noot die hij speelde. Hij is een van de weinige trompettisten die mij echt ooit hebben geraakt. (En dan niet alleen maar letterlijk, maar zeker en vooral ook figuurlijk).
De man was muziek.
Het is uiteraard gelopen zoals het gelopen is, en we verloren uiteindelijk contact.
Ergens is dat heel jammer. Maar gelukkig mag ik mijn herinneringen aan deze warme, hartelijke, tomeloze en muzikale man koesteren.
Ik weet heel erg zeker dat als er een hemel bestaat, dat Peter nu in het hemelse orkest lekker muziek aan het maken is.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...