vrijdag 7 juni 2019

Verbijsterende verbazing.

Ik heb ooit eens geroepen dat ik niet snel meer te verbazen ben. Maar waarschijnlijk voelde ik me toen wat vroeg-rijper dan ik daadwerkelijk was (en of ben). Want ik verbaas me met grote regelmaat. Met volle teugen.
Ik kan mezelf zozeer verbazen dat ik verbaasd ben over de grote hoeveelheid verbazing in mijn schedel.
Mijn militaire werkgever doet er dan ook erg zijn best voor. Maar vlak mijn andere werkgever niet uit. Ook die doen hard hun best om ervoor te zorgen dat ik niet meer verbaasd ben over mijn verbazing.
En niet alleen die werkgevers doen hun best, ook de mensen met wie ik door het werk in aanraking kom, zijn vaak bronnen van (het zal niet verbazingwekkend zijn) verbazing.

Mijn verbazing kende van de week weer een paar verbijsterende hoogtepuntjes.
Dit gaat dan om handbagage. Als ik denk aan handbagage, denk ik aan een damestas. Een rugzakje. Een plastic tas. Misschien een mini-rolkoffertje voor de mensen die permanente schouderverzakking hebben. In elk geval iets dat makkelijk onder de stoel voor je, of in het bagagerek boven je gepropt kan worden.
Gevuld met spulletjes die je tijdens het vliegen eventueel nodig zou kunnen hebben.
Nu meen ik dat handbagage altijd wel gratis mee kan, en dat er voor ruim-bagage betaald moet worden. Terecht ook, want dat gewicht dient verplaatst te worden, en dat verplaatsen kost brandstof, ergo: neem je wat mee, betaal je ervoor.
Het verbaast me dan weer niet dat mensen dit proberen te omzeilen door de grenzen van het toelaatbare op te zoeken, waar het de omvang (in centimeters en kilogrammen) van de handbagage betreft.
Maar de uitkomsten van dit grenzen-onderzoek, verbaast me dan weer in hoge mate.
Ik ben inmiddels zelf een brave vader, en inmiddels niet meer verbaasd over de hoeveelheid zooi die wij als klein gezinnetje meenemen als we een uurtje naar het bos gaan, maar ik krijg soms het gevoel dat reizigers op vakantie hun hele jaarvoorraad aan pindakaaspotten meenemen naar Salou, inclusief de voorraadkast waar het thuis ook in stond. Koffers zo groot dat schoonmoeder er languit gestrekt in kan liggen, en dan is er nog plaats voor dat etterige neefje ook.
En dat is dan niet één reiziger, het zijn er op een bus van 50 man al gauw 30 reizigers die ruimbagage verwarren met handbagage.
En dan bij het vliegtuig aangekomen, boos zijn dat die teringzooi alsnog onder in het vliegtuig moet, omdat er meer mensen iets aan handbagage mee willen nemen.
Wat nog veel komischer is, is hun verontwaardigde gezicht als ze merken dat ik op geen enkele manier genegen ben om hun bagage voor ze mee te nemen de trap op, het vliegtuig in. Ik ben daar gek.
Ten eerste: het is niet mijn beslissing om een hutkoffer ter grootte van een grafkist mee te willen slepen als handbagage. Als je dat doet, ben je ook zelf verantwoordelijk voor de rugpijn die je ervan krijgt als je ermee de trap op moet zeulen. En ook zelf verantwoordelijk voor de overige ongemakken die het voor jou en de medereiziger oplevert (ja, tot vertragingen aan toe!). Ik ben buschauffeur, geen bagage afhandelaar.
Ten tweede: (En hier ben ik dankbaar voor de huisregels van Schiphol) het is mij ten strengste verboden om aan andermans spullen te komen. Want daar zijn afhandelaars voor, welke tijdens dat (hun) werk verzekerd zijn voor schade/ongelukken/letsel voortkomend uit het verplaatsen van bagage. Als ik bagage aanpak, en ik laat het uit mijn handen vallen, ben ik niet verzekerd voor de schade, en mag ik het betalen. Nu is het echt niet zo dat ik ongelooflijk slecht verdien, maar niet zoveel dat ik de vergulde dildo's van Margreet kan vergoeden. Als ik bagage aanpak waarvan het handvat afbreekt en die koffer landt op opa Piet zijn hoofd, ben ik ook de pineut, want ik had er niet aan moeten zitten, en kan ik de rest van opa Piet's leven zijn invaliditeit gaan betalen. En dat alleen maar omdat ik wilde helpen.
Doe ik dus niet.
Nu weet ik dat veel collega's heel erg strikt zijn met die regels. En terecht. Ikzelf wil nog wel eens een tintje grijs opzoeken. Als er een moeder aan het hannesen is met een kinderwagen, kind en tasje, wil ik nog wel eens vragen of ze het goed vindt dat ik die kinderwagen in de bus zet, en bij het vliegtuig bij de trap. Maar alleen na haar toestemming, en nadat zij de kar heeft ingeklapt. (Dit is ook opportunisme, want als ik iemand laat hannesen, kost het meer tijd dan noodzakelijk, maar het staat wel vriendelijk).
Aan die goedheid van mij zit wel een grens. Als er een gezin komt met een kinderkar vol met tassen, de peuter krijsend achter zich aan slepend, dan doe ik weinig. Niks eigenlijk.

Zo is het ook verboden om in de bus te eten of te drinken. Gewoon om rotzooi te voorkomen. Dat staat namelijk niet zo netjes voor andere reizigers, en ik heb wel wat beters te doen dan na elke rit andermans tyfuszooi op te ruimen. Er moeten namelijk nog 1000 mensen verplaatst worden, en die willen dat ook in een nette bus. De stewardessen binnen dienen die mensen dan mede te delen dat die koffie of dat kliederige broodje echt niet mee naar buiten mogen, echt niet mee de bus in. Staat ook aangegeven middels grote stickers.
Die meiden binnen verrekken dat vaak. Staan misschien niet sterk in hun schoenen.
Soms ook wel. Meestal zeg ik dan tegen de mensen dat ze die koffie of dat kliederige broodje even rap buiten de bus weg moeten werken. En dat doen ze dan ook wel. En anders stuur ik ze weer naar binnen. Het is ten slotte hun vlucht die vertraagt omdat ze hun broodje of koffie belangrijker vonden.
Ook hier, heel veel collega's die heel terecht heel strikt met deze regel omgaan. We zijn chauffeurs, geen schoonmakers.
Maar ook hier maak ik soms gebruik van wat tintjes grijs.
Zo stond er een poos geleden een jongeman voor me met een bijna grijs gezicht van ellende. Die had blijkbaar binnen de stewardessen al verteld hoe ellendig het was, en hoezeer hij zijn veel te duur betaalde starbucks blerf mee wilde nemen.
En ineens stond hij voor mijn neus te stamelen. Of hij alsjeblieft zijn koffie mee mocht nemen. Hij zou in de bus de deksel erop laten en wat al dies meer zij. Want hij had zoveel stress en het was allemaal moeilijk.
Het leek me allemaal oprecht, dus ik zei hem dat we pas over 6 minuten zouden vertrekken, dus dat hij nu maar even moest genieten van de koffie (buiten de bus) en als het dan niet op was, dat hij de rest maar in het vliegtuig naar binnen moest gieten.
4 minuten later was zijn koffie op, en heb ik de lege beker voor hem weggeflikkerd.  Zo maak je toch iemands stressige dag een heeeeeel klein beetje beter.

En in de categorie "Ergert u niet, verbaast u slechts": Ik verbaas me met totale overgave over het feit dat mijn dochter zo'n kieskeurige eter is. En het kost me moeite om het bij verbazing te houden, en die niet over te laten gaan in totale ergernis.
Nog voor ze geroken heeft, zit ze al te blaten dat ze het niet lust. Hapjes die ze dan na eindeloos geduldig aandringen van Ilse neemt, belanden zonder te zijn gekauwd weer terug op tafel. Ik vraag me af of haar smaakpapillen uberhaupt de kans hebben gekregen om iets te proeven.
Zelf een redelijke alleseter zijnde (alleen banaan en drop krijg ik niet langs mijn huig, sterker nog: ik krijg het niet langs mijn lippen zonder dat ik anti-peristaltische bewegingen voel opkomen in mijn torso) snap ik hier weinig van. Misschien ook omdat ik het nog steeds lastig vind om me te verplaatsen in de denkwereld van een 4-jarige.

Maar het mag tijd worden dat de lezer zich ook een beetje mag verbazen. Sinds vandaag ben ik in bezit van een roze-paarse fiets. En nee, ik ben niet dronken.
Dat zit zo:
Mijn onvolprezen echtgenote heeft een veiligsite ontdekt, en is nogal voortvarend aan de slag gegaan. Voor bijna letterlijk een appel en een ei komt er binnenkort een laptop, een hi-tech prullenbak met sensor die de deksel open laat klappen, een wasrek en een heusche e-bike naar ons huis.
Vooral die e-bike was een dingetje. Woest werd er op de telefoon gedaan als iemand de euvele moed had om haar te overbieden, maar uiteindelijk is ze binnen haar budget gebleven, en heeft ze de fiets gewonnen.
En dat terwijl er een pracht van een roze-paarse batavus voor de deur staat, met aan het stuur een roze krat.
Die gaan we niet verkopen, want mijn blauwe "kronan"achtige fiets is inmiddels vergroeid met de heg van de buren, en kan ik oprecht gewoon niet meer terugvinden. Ik denk dat de klimop hem inmiddels opgevreten heeft.
Maar dus zit Ilse tegenover me de blije uit te hangen, terwijl ik mezelf wanhopig afvraag of ik na 8 jaar nog wel weet hoe of dat ik op een fiets moet stappen. En of ik nog weet hoe ik mezelf dien voort te bewegen zonder een acuut gevaar te worden voor elke vorm van medeweggebruiker.
Dit nog los van de vele bloem- en kleurrijke verwensingen die ik uitbraak als ik ter aarde stort. En dan is er nog een Jente die daarbij komt.
Ik stel me voor dat ik Jente heb vastgesnoerd in dat stoeltje. Vervolgens zelf opstap, en Jente met een royaal gebaar met mijn been van dat stoeltje aftrap.
Want als man ben ik in het verleden gewend om mijn been over het zadel te moeten zwaaien. Mannenfietsen hebben nu eenmaal een ballen-breek-stang. Ook bij mijn blauwe fiets zwaaide ik koppig doch manhaftig mijn been over het zadel. Dat is een beetje een principe kwestie.
Ik ga er van uit dat mijn pogingen om te fietsen nimmer op video vast gelegd worden.
Dus wees niet verbaasd als u mij ooit tegenkomt met pleisters, verbanden en lichaamsdelen in het gips.

Dit geschreven hebbende, heb ik morgen nog een concertje in Breda, en dan ook weekend.
Ik wens u allen een prima weekend.






1 opmerking:

  1. Hallo allemaal, mijn naam is Ophélie Aurélien Ik woon bij het Choco-verhaal in België. Ik was gewond en had een gebroken hart toen er zeven maanden geleden een groot probleem ontstond tussen mij en mijn man. zo verschrikkelijk dat hij de zaak voor de rechter bracht voor een scheiding. Hij zei dat hij nooit meer bij hem wilde wonen en dat hij niet meer van me hield. Dus pakte hij het huis uit en zorgde ervoor dat ik en mijn kinderen veel pijn leden. Ik probeerde al mijn mogelijke middelen om hem terug te krijgen, na veel bedelen, maar alles was invail. En hij bevestigde dat hij zijn beslissing nam en dat hij me nooit meer zou zien. Dus op een avond, toen ik terugkwam van het werk, ontmoette ik een oude vriend van mij die ook met mijn man in hetzelfde bedrijf werkte, dat hij me belde en me vroeg wat het probleem is met mijn man. Dus legde ik alles aan hem uit, dus vertelde hij me dat de enige manier om mijn man terug te krijgen is om een ​​spell caster te bezoeken omdat het echt voor hem werkte. Dus ik geloofde nooit in een spreukgieter, maar ik had geen andere keuze dan zijn advies op te volgen. Toen gaf hij me een e-mail doctorosagiede75@gmail.com een ​​spingieter die hij bezocht. Dus de volgende ochtend stuurde ik een bericht naar de e-mail die hij me gaf, en de spellmeester verzekerde me dat ik mijn man binnen twee dagen terug zou krijgen als ik zijn instution zou volgen, dus deed ik alles wat hij me vroeg. De volgende ochtend, zo verrassend, belde mijn man die me de afgelopen zeven maanden niet had gebeld om me te vertellen of er een andere manier was om terug te komen in mijn leven. Gedurende 7 maanden Drosagiede maar met een glimlach op mijn gezicht, zodat hij terug in mijn leven kwam, met veel liefde en vreugde, verontschuldigde hij zich voor zijn fout en voor de pijn die hij mij en onze kinderen veroorzaakte. Vanaf die dag was onze relatie sterker dan voorheen, ik zou je adviseren als je problemen hebt om hem geluk te stellen.

    BeantwoordenVerwijderen

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...