dinsdag 24 september 2013

Muziek en jeugdsentiment.

Muziek. Dat is toch een leuke bezigheid. Vrij vaak. Vorige week moest ik een big band overnemen van vriendje Michiel. Iets met door elkaar heen lopende agenda's.
Een repetitie, voorzien van net even te weinig partituren, en dan vrijdag het concert. Tijdens de repetitie heb ik lekker kunnen zeuren over timing, frasering, dynamiek.
Probleem bij het concert was: ik zou het net aan niet halen. Geen probleem, ze begonnen wel zonder me.
Eenmaal gearriveerd, belandde ik van de ene in de andere verbazing. Het publiek, zat daar duidelijk niet voor de muziek. Want er werd veel gesproken. De ene spreker wisselde de andere af, voor een kwis, waarbij het doel was geld in te zamelen. De big band zou ter afwisseling wat spelen.
Jammer was alleen dat het publiek als een stelletje aardappelzakken achter hun tafeltje zaten. Zozeer murw geluld door de diverse sprekers, dat het zelfs niet meer in staat was om zelfstandig op het idee te komen om te applaudisseren voor de band, die daar vreselijk hun best zaten en stonden te doen.
Totaal onverdiend. Want de band speelde voor zijn leven. Spannend genoeg allemaal, met een nieuwe zangeres (complimenten), nieuwe drummer (complimenten) en een nieuwe dirigent (ach, vooruit: complimenten). En ze speelden prima.
Gelukkig waren de bandleden niet voor een gat te vangen. Tussen het spelen door, was er gelukkig meer dan genoeg tijd om grappen te maken, moppen te tappen en lekker te ouwehoeren.

Inmiddels is ook de taptoe begonnen in de Ahoy.
Ik constateer: een kopje koffie uit een klein papieren wegwerp bekertje kost 1,79. Een cola uit een iets kleiner plastic wegwerpbekertje kost hetzelfde.
Let wel: dit kost het mij, voorlopig, niet want we kregen wat consumptiemunten. Maar de vrek in mij constateert dus dat de organisatie voor ons orkest 13 munten de man inkoopt. Ik ga even uit van 45 mensen. Dat zijn 585 munten. Dat is ruim 1047 euro. Maar er zijn meer bands.
Eerlijk gezegd verwacht ik van 1,79 toch een grotere kop koffie, en al helemaal een normale hoeveelheid cola. De standaard horeca hoeveelheid, en niet een afgeknepen minibekertje.
Wellicht een tip voor de organisatie: beding normale hoeveelheden drank per munt, en niet van die afgeknepen pisbeetjes.
Dus hebben vriendje Martijn en ik maar weer geregeld dat er op onze kleedkamer een senseo komt te staan. Dan kunnen mensen zelf pads meenemen, en hun munten bewaren voor fris en bier, ipv ze aan koffie te verspillen.
Los daarvan is het wel tof om weer in de Ahoy een taptoe te mogen wegwandelen. Martijn gaat een dikke solo weggeven tijdens onze show, en ik heb de repetitie gehoord, en het klonk waanzinnig goed.
Wel jammer is dat je er als roker niet veilig bent voor overvliegende beesten. Tijdens het lange wachten wilde ik even genieten van een welverdiend saffie. Als enige. Op een vrij groot leeg dakterras. En uiteraard moest er één enkele vogel overvliegen. Geen zwerm, maar 1 enkele mus. Die precies op het moment dat hij over mij heen vloog, meende te kunnen poepen. En jawel: raak! In mijn nek en op mijn schouder. Dat overkwam me voor het laatst toen ik een jaar of 9 was. Dus puur kijkend naar de statistieken, zal ik wel weer aan de beurt zijn geweest. Het was natuurlijk een giller voor alle mensen die mij mopperend en vloekend bezig zagen. Maar nog leuker was het, als het een ander was geweest die gezegend werd door deze mus.

Stiekem heb ik er wel weer zin in.
Ook een beetje bijkletsen met long-time-no-see mensen uit de diverse bands. En uiteraard staat er weer een spelletje junglespeed op het programma. Kijken of ik Thomas weer met een houten klos op zijn bek kan rossen.

 Soms maakt Facebook wat jeugdsentiment in me los.
In Schin op Geul was er niet zo veel. Heel vroeger zat er een supermarktje. Aan de andere kant van het dorp een bakker. Een frituur. Flink wat hotels, en een paar restaurants. Drie of vier kroegen. Twee campings en een viezig bungalow-parkje, waar je ook kon bowlen, en voor de dare-devils, die het aandurfden om tussen de drollen van toeristische peuters te zwemmen, was er ook een zwembadje bij.
Een station waar 4 perrons waren. Want Schin op Geul was overstap station voor het boemeltje naar Aken. Dat werd later anders. Toen ging er een stoomtrein rijden. Sindsdien lijden alle koeien er aan astmatische bronchitis.

Gesproken over treinen. Er zat een heel bijzonder winkeltje in Schin op Geul. Zo bijzonder, dat mensen ervoor uit Scheveningen naartoe kwamen. Een modeltreinen winkel. En ze hadden alles. En ze konden overal aan komen. Een heel klein winkeltje waar de nieuwe en tweedehands modeltreinenparafernalia letterlijk huizenhoog opgestapeld stond. Niemand die er de weg kon vinden, behalve de eigenaren.
Het station lag naast de kerk. Op het hoogste punt van het dorp. Liep je over het voetpaadje naar beneden, dan was het eerste dat je zag dat treinenwinkeltje. Van de familie Vleugels.
Toen ik 8 werd, kreeg ik van mijn ouders een starter setje van Marklin. Een locomotiefje, twee wagonnetjes, en een setje rails, met transformator. En omdat mijn moeder mijn moeder was, nog wat extra rails, wagonnetjes en wissels.
Verguld was ik ermee. Sindsdien bracht ik al mijn spaargeld, zakgeld en verjaardagsgeld naar dat winkeltje. Ik was er al vaste kijker, maar sinds ik mijn eigen treinbaan had, was ik er ook vaste klant.
Als het zakgeld was, ging ik steevast naar huis met wat railsjes. Of een goedkoop wagonnetje (á 3,50 gulden, voor mij een heel bedrag, en ik weet zeker dat de eigenaren er voor mij nog wel een gulden afsnoepten, zodat ik het wagonnetje, blij als het letterlijke kind, toch mee naar huis kon nemen).
Ik kwam er inmiddels zó vaak, dat de eigenaren mij soms ook behoedden voor al te zotte aankopen. "Marnix, daar heb je er al te veel van, doe dat maar niet, neem deze".
Zo kon het gebeuren dat ik met mijn treintje wilde gaan spelen. De boel opbouwen. Mooie banen verzinnen. Maar.... Het treintje reed niet. Het lampje in mijn transformator brandde wel. Dus de stroom was niet uitgevallen. Maar wat ik ook deed, het locomotiefje wilde niet vooruit. In wanhoop stapte ik op mijn fietsje. Straat uit, berg op, links af. Naar de winkel. Ik legde hakkelend van het nahijgen mijn probleem uit. De lieve man achter de balie snapte mijn probleem niet, maar zou zijn fiets pakken, om bij mij thuis te kijken wat het zou kunnen zijn.
Bij mij thuis, op mijn kamertje aangekomen, zag de man het probleem. Ik had de draadjes naar de rails verkeerd om aangesloten. -KlikKlik- En het was geregeld. Met het schaamrood op mijn kaken bleef ik verbijsterd achter. Hoofdschuddend moet de man weggefietst zijn.

Dat winkeltje leverde overigens nog flink wat hilariteit op. Het had flink gesneeuwd, en voor mij uit liepen een paar toeristen, de berg van het station af. En waar ik al op hoopte, gebeurde: deze toeristen verloren de grip op het paadje, als domino steentjes vielen, en gleden ze zomaar naar beneden.
De eerste die beneden landde, riep vervolgens in onvervalst plat Gronings:"Maar als je beneden bent, wordt t beter, want dan krijg je Vleugels". 

Later, verhuisde deze winkel. Ik weet niet precies waarheen. Zakelijk waarschijnlijk een goeie beslissing. En weer wat later hing ik mijn treinen aan de wilgen. Geen tijd, geen plaats, geen zin en geen geld meer voor over. Maar altijd als ik langs dat pand loop, glimlach ik een beetje. Ik zie dat kleine manneke weer voor me, die kwijlend in de etalage keek, en door de winkel liep. Zakgeld brandend in mijn zak.

Die herinnering kwam zomaar in me op. Want op faceboek plaatste iemand een link naar een makelaarssite. Het pand waarin dat winkeltje zat, wordt inmiddels verkocht.

Een van de eigenaars, of werknemers van dat winkeltje, ben ik weer heel veel later, zeg maar ongeveer ruim een jaar geleden tegen gekomen. In het hospice, waar Larissa en ik afscheid kwamen nemen van de vrijwilligers en de verpleging. Hun taak zat erop. En deze lieve dame, was precies 3 dagen na het overlijden van mijn moeder in het hospice vrijwilliger geworden.
Overigens was dat dezelfde dame die het onvolprezen juweliersechtpaar Stan en Marie-José aanraadde voor de ringen die we hebben laten maken.

Bijzonder, hoe zoiets kan lopen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...