maandag 27 februari 2017

Jente de sloper...

Het is zondagochtend. Ik ben behoorlijk uit mijn hum, want ik heb min of meer noodgedwongen de nacht zonder mijn geliefde darth-vader masker doorgehaald.
Dat zit zo:
Vrijdag was ik al niet echt lekker; zaterdag begon de hoest en de neus, en zaterdagavond was ik gewoon verkouden. Boem.
En mijn neus deed verwoede pogingen om een flinke waterval na te spelen.
Dat slaapt behoorlijk vervelend. Je voelt aan de kriebel in je neus dat er een druppel dunne snot naar buiten kruipt.
Dat soort druppels zijn echt mega-frustrerend, want het gaat irritant langzaam. Niet effe snel in een mooie rappe lijn naar buiten. Nee, die druppel moet elk plekje in je neus waar hij langskomt eventjes kriebelen.
Als je geen cpap draagt, is het een kwestie van in je half slaap je neus langs je kussen halen, want voor de vlekken hebben we een pracht van een nieuwe wasmachine. Maar als je wél een cpap hebt, dan moet je dus eerst dat ding uitzetten. (Anders waait het permanent ín Ilses haar). Dan dat masker los, dan een zakdoek vinden, snuiten (ondanks het gekriebel toch een beetje subtiel, anders wordt Ilse wakker, en als ik echt een beetje doorjank, dan Jente ook), masker weer vast, cpap weer aan, en dan slapen, ware het niet dat er nu een druppel in je linkerneusgat je leven zuurmaakt.
Ergo: hel!
Dus maar zonder cpap slapen, als ik verkouden ben, ben ik toch niet te genieten, dus dan maakt een nachtje beroerde slaap ook geen donder meer uit.
Jente was zondag ook al lekker vroeg wakker, Ilse nog niet en dus was het mijn beurt om Jente mee naar beneden te nemen. Haar tussen haar speelgoed te zetten, en beetje gezellig kletsen, spelen, en pap voor haar maken.
En dat dus met een wat gaar hoofd vol van snot, slijm en een slecht humeur.
Jente kan daar weinig aan doen, en bovendien een lach van haar is in staat om mijn allerslechtste humeur te doen smelten.
Dat wil zeggen, als het bij spelen, kletsen en eten blijft.
Dat deed het gisteren dus niet.
Jente heeft namelijk de laatste tijd de onbedwingbare behoefte om met van alles en nog wat te smijten. God mag weten waar dat kind het vandaan haalt, maar inmiddels begint het vervelende, destructieve vormen aan te nemen.
Dat ze af en toe eens een boontje door de lucht laat schieten, alla. Hinderlijk, maar niet iets dat niet met een hygienisch doekje niet weg te werken is.
Dat ze met speelgoed smijt, dat daar niet voor bedoeld is, is hinderlijker. Want in de regel smijt ze met speelgoed dat daar niet voor gemaakt is, maar wel lekker stuitert, en ik ben bang dat ze nog eens met haar woeste gedrag dwars door de met glas bekleedde binnendeur heen gaat.
Bovendien maakt het gewoon een takkeherrie, en daar zit papa op de vroege morgen niet op te wachten.
En geloof me: we proberen haar elke keer weer te corrigeren. Haar te wijzen op haar stoute gedrag. En dan is het kind de personificatie van Oost-Indisch doof. Dus dan gooien we haar in haar stoel, en in een hoek. Echt veel indruk maken doet het nog niet. En eerlijk gezegd: we hopen dat het een fase is.
Gisteren dus. Ik was niet lekker, hoestig, snotterig. En Jente heel vrolijk.
En uiteraard weer lekker losbandig. En haar losbandigheid bereikte een hoogtepunt. Of dieptepunt. Het is maar net hoe je het bekijkt.
Op de een of andere manier waren we vergeten een groot longdrinkglas op te ruimen. Zoéén van de Ikea, zo'n hele dikke, 8 hoekige, weet je wel.
Zoéén waarvan je stiekem aanneemt dat het van veiligheidsglas is, en dus niet kapot kan.
Nou....
Het kan kapot hoor.
 Ik was bezig met een bord pap voor Jente, en ik hoor een gigantische klap.
Ik kijk, en zie dat de hele vloer voor de bank bezaaid is met scherven.
Kut.
Ik heb een probleem. Want niet alleen de vloer vóór de bank glinstert prachtig van ons verruineerde glas, ook naast de bank en richting de keuken liggen scherven in alle soorten en maten.
Ik loop op blote voeten, en mijn slippers liggen bij de tuindeuren. Ook onder het glas.
Als een soort van strip-twisterende Houdini, slaag ik erin om zonder mijn voeten te verwonden bij mijn slippers te komen, en ze uit te kloppen. Woedend ben ik. Kwaad mopperend en zo geciviliseerd mogelijk vloekend graai ik Jente van de bank, gooi haar over mijn schouder en stamp naar boven.
Hoppa, op bed met dat kind.
Aangezien het Ilse was die haar glas limonade vergat op te ruimen, had ik moreel geen bezwaar tegen mijn lawaaiige entree op de bovenverdieping, en mijn net zo lawaaiige exit.
Woedend ben ik niet alleen op Ilse omdat ze vergat op te ruimen, maar ook op mezelf, dat ik dat glas over het hoofd zag, terwijl ik weet dat Jente om een voor ons onbegrijpelijke reden overal maar mee wil smijten.
Woedend over het feit dat ik dus nu de hele vloer kan gaan schoonmaken, opruimen en alle kieren en gaten kan gaan controleren op kleine geniepige pest-scherfjes, die zo klein zijn dat je ze makkelijk over het hoofd ziet, tot ze je verwonden.
De scherven lagen tot op de bank en op de hocker (wat een woord. Vroeger heette zoiets een poef, maar nu heet het, hipster-verantwoord: hocker. Uitgesproken terwijl je doet alsof je een kokende aardappel tussen tong en strot hebt zitten en je eigenlijk wil kokhalzen omdat je een rottende garnaal ruikt).
Omdat ik nog wel de tegenwoordigheid van geest had om te beseffen dat ik niet meteen de stofzuiger erop moest zetten (iets met het beschadigen van je motor) moest ik dus eerst op handen en knieen om alle scherven met blik en veger bij elkaar te vegen. En dan pas met de stofzuiger tekeer gaan. 
Inmiddels loop ik weer met blote voeten door het huis. En heb ik alles wat ook maar enigszins breekbaar is, buiten grijpafstand van Jente gezet.
En toch vond ik net nog een scherf. Drie tot vier keer met de stofzuiger de hele vloer gedaan, en nog een scherf aantreffen. Alsof dat kreng zich verstopt had, om alsnog de kans te krijgen mij, mijn dochter, mijn vrouw of mijn twee katten al dan niet dodelijk te verwonden.

Maakt het ook uit. Het is maar een klein ongemakje.
Deze ochtend was Ilse al vroeg weg. En zit ik weer met ons kleine draakje alleen thuis. Te lezen, te stoeien, te spelen.
Dan hoor ik haar jengelen. Ze wil haar pop in de poppenwagen. Doet papa wel even.
Het is niet genoeg... De pop moet ook vast in de riempjes. Doet papa wel even.
Het is nog niet genoeg... De pop was blijkbaar uitgekleed en Jente wil de pop wel netjes gekleed in de wagen hebben (gelukkig, een zedige dochter. Dat valt even mee). Doet papa wel even.
Maar toch niet zonder besmuikt even naar buiten, naar de achterburen te kijken, of er niemand ziet met wat voor gekkigheid de achterbuurman zich bezig houdt.
Het voelt toch wat apart. Mijn dochter aankleden is geen probleem, maar haar pop aankleden... Waarschijnlijk zal het daar niet bij blijven, want Jente wordt groter en dus zal ik wel meer dingen moeten gaan doen. Haar in een prinsessenjurkje hijsen. Of zo. Meespelen met haar kinderfantasietjes.
Die babytijd was zo gek nog niet, geloof ik...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...