dinsdag 11 november 2014

201 alweer....

Ik meldde het al:
Ik heb zomaar (eigenlijk ongemerkt) 200 blogs geschreven. Dit is nummertje 201. 200 keer een x-aantal alinea's vol met gekkigheid, gechargeerde meningen, emotionele zin en onzin, en avonturen.
Meestal gezeten op een stoel, voorzien van een kop koffie (en in de tijd dat ik nog mocht roken binnen, met een walmende peuk in linker- of rechtermondhoek) soms met tranen in mijn ogen van ellende, soms grinnikend van pret, of voorpret als ik weer bloedstollende zaken het WWW op ging slingeren, zat ik dan te tikken.
De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het veel meer dan 200 blogs zijn.
Want het begon allemaal op hyves. Ja, u weet wel: de Nederlandse versie van Facebook, met dat pisgele kleurtje. Op die hyvespagina was ook een plekje voor mededelingen die langer waren dan 20 woorden. En toen ik merkte dat het voor mij leuk/prettig was om meer met woorden te doen, kwam ik als vanzelf bij een blogsite uit. Ik gok er zomaar op dat op die blogsite ook een kleine 100 blogs verschenen, voor deze definitief uit de lucht gehaald werd. Stom als ik was, heb ik deze blogs niet gered, en ben ik dus uit het begin van mijn "bloggercarriere" alles kwijt.
Tot op heden vind ik het bijzonder uit welke hoek ik soms reacties krijg. Zelden komen deze reacties via deze blogsite, vrij vaak hoor ik ineens iets terug uit onverwachte hoek. Mensen van wie ik totaal niet verwacht had dat ze mijn onzin zouden lezen. Laat staan volgen.
2014 leek er voor mij een beetje de klad in te komen. Geen inspiratie om iets te schrijven. Ik zit dit jaar ver onder de hoeveelheid die ik voorgaande jaren neer wist te zetten. En omdat ik mezelf ken, weet ik dat het gevaar erin schuilt dat ik helemaal niks meer tik. Dat het vervaagt. Dus afgelopen dagen mezelf maar eens een schop verkocht; en ziedaar: 201 is geschreven!


 Uit het nieuws.
Het COC wil dat scholen investeren in uniseks toiletten. Voor de transgenders.
Veel transgenders voelen zich namelijk niet op hun gemak als ze hun billetjes moeten neervleien op een voor hun ongeschikt toilet, en kiezen ervoor om dus maar niet op school naar het toilet te gaan.
Op zich heb ik voor dit standpunt alle begrip. Ik snap dat het moeilijk moet zijn om naar een voor jou vreemd toilet te moeten gaan.
Maaaaaaaaar....
Verder denkende: jongens/mannen toiletten zijn in de regel veel viezer dan meisjes toiletten. Stinken meer. Als je dan unisekstoiletten neemt, dan zijn dus alle toiletten veel viezer. 
En dan denk ik nog wat verder: de gymles. Moet daar dan ook een uniseks kleedkamer voor komen, om te voorkomen dat iemand iets moet doen op een plek die hem niet aanstaat?
Ik zie dat al helemaal voor me. En vooral ook in wat voor vreselijk vervelende chaos dat zal ontaarden.
 Nog even los van het feit dat scholen hun tijd en geld beter kunnen investeren dan in unisekstoiletten: hoe zit het met weerbaarheid?
Ik snap het ongemakkelijke gevoel wat iemand kan krijgen. Denk ik, want ik ben geen transgender. Maar ik kan me er iets bij voorstellen.
Maar net als in het leven zelf: elke dag weer zijn er momenten dat de mens iets moet doen dat minder prettig is. En ik denk niet dat het een mens sterker maakt, als hij alle lastige dingen zomaar kan vermijden.
Bovendien ligt er denk ik bij scholen een heel andere taak: namelijk pestgedrag de kop indrukken.
Waarom zou een anders-geaarde gepest moeten worden?
Waarom zou je uberhaupt iemand pesten? De pester heeft een bizar minderwaardigheidscomplex, waar hij vanaf geholpen moet worden en de gepeste moet weerbaarder gemaakt worden. Hier is denk ik meer winst te behalen dan in vermijdende zaken te promoten.

Uit mezelf.
Geloof het of niet: ik ben een autoliefhebber. Of beter: ik hou van kilometers vreten. En inmiddels is het op social media 'een gebruik geworden' om, gelijk een ware exhibitionist, "mooie" kilometerstanden te fotograferen, en te plaatsen. Gisteren zette ik mijn oude, trouwe Volvo op 222.222 km. En even nadenkende: ik heb hetzelfde gedaan bij een peugeot 206, bij een Citroen Berlingo, en een Citroen C3. De BMW die ik erna kreeg zette ik op 333.333, en de nissan die erna kwam, overleed voor hij iets leuks kon krijgen. Nu dus de volvo.
Mijn liefde voor auto's zit hem in de sport om zo weinig mogelijk geld uit te geven aan een zo luxe mogelijke auto. Tel daarbij op dat ik te laat geboren ben, want de esthetiek van de meeste moderne auto's gaat volslagen aan mij voorbij. Dus meestal slaag ik er wel in om een passende auto te vinden.
En kan ik dus weer allemaal gekkigheid schrijven over de al dan niet afwezige mankementen van de nieuwste metalen telg van mijn huishouden.

Het laatste concert dat ik speelde, was in Veenendaal. In het plaatselijke theater. De Lampegiet. Voor mij geen heel onbekende plek, al toen ik 19 was, speelde ik er met het NJO, en later met TKKMAR op regelmatige basis.
Ik werd op het laatste moment gebeld, of ik een Paulus kon spelen. En dat paste net aan.
Mooi!
De Lampegiet had echter 1 klein "probleempje": er waren blijkbaar ergens eetbare rekwisieten achter gebleven, want de meneer met altviool voor ons werd belaagd door een vreselijk dikke groenzwarte mestvlieg.  Hetgeen tot nogal wat hilariteit leidde onder ons tellende trompettisten.
Telkens met je stok wapperen omdat die irritante vlieg in je haar landt, is geen gezicht, en moet vreselijk genant zijn.
De trombonist naast me, speelde ergens echter zo'n strakke straalnoot, dat de onschuldige vlieg voor zijn voeten neerviel, nog wat zoemde en terstond overleed.
Opgelost.
Vermakelijk ook in de Lampegiet is een emmertje dat naast het podium hangt. Met daarop de tekst: KOTSEMMER. Die is ook ooit achtergebleven na een cabaretvoorstelling.
Als ik daar ooit weer kom, dan neem ik dat emmertje mee het podium op. Voor een nerveuze collega of zo.














Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...